Het is een gelukkige vondst om een oceanisch begrip als vrijheid nu eens niet te gebruiken in politieke zin, maar op terreinen waarop de vrijheid op het eerste gezicht vanzelfsprekend lijkt, zoals kunst, seks, drugs en klimaat. Dat zijn de vier terreinen waar de Amerikaanse Maggie Nelson het over heeft in haar boek Over vrijheid. Natuurlijk, zodra je met je neus boven de kunst gaat hangen komen de onvrijheden waarmee het maken van kunst gepaard gaat vanzelf op je toe. Niet anders met seks. Er heerst toch vrijheid en blijheid omtrent seks, zou je zeggen, maar een vergrootglas onthult al snel dat er ook veel niet goed gaat, nog afgezien van wat er met de #MeToo-onthullingen naar buiten is gekomen.

Wanneer het over vrijheid gaat gaan we ervan uit dat die vrijheid zal worden verdedigd, het is tenslotte het grootste goed. Maar Maggie Nelson heeft het niet zozeer over deze grote vrijheid, maar meer op dagelijks, microformaat, dus over de vrijheid van de drugverslaafde, de kunstenaar die...