Het is een brisant idee om een wat oudere door de wol geverfde journalist mee te laten gaan op een reddingsschip met ‘vluchtelingen’, opgepikt uit zee. Het zijn voornamelijk jonge mannen in kleurige zwemvesten die in een rubberboot de zee op zijn gestuurd na een paar duizend euro aan een tussenpersoon te hebben betaald. Voor zover de vluchtingen weten zullen ze op Lampedusa, Sicilië of Malta worden gedropt en daar hun eigen weg gaan zoeken.

Dit is de situatie waarin de journalist Tom Willems (pseudoniem voor Tomasz Wilenski) terecht is gekomen in de roman De schoft van Marente de Moor. Willems vroegere hoofdredacteur en voormalig vriend Hans heeft hem gevraagd nog één keer zo’n sterke reportage te maken zoals hij dat vroeger deed vanuit een onmogelijke brandhaard of conflictgebied, gelardeerd met impertinente vragen aan dubieuze leiders. Merkwaardig is wel dat Hans dondersgoed weet dat Tom, anders dan hij zelf, heel sceptisch staat tegenover het...