26 juni staat Fairouz (75) in Carré. Haar status in de Arabische wereld is met geen enkele artiest te vergelijken. ‘Wat Plato is voor de Grieken, is Fairouz voor Libanon.’

September 1994, miljoenen Arabieren zitten huilend voor de televisie. De Libanese zangeres Fairouz staat op het Martelaarsplein van Beiroet bewegingloos voor een menigte van veertigduizend mensen. De handen houdt ze strak langs haar lichaam. Ze zingt het nummer ‘Li Beirut’. Meer dan 125 miljoen mensen volgen het via de televisie. Het is sinds 1975, toen de oorlog begon, de eerste keer dat Fairouz weer een openbaar optreden geeft. Niet één keer richt ze het woord tot het publiek. Geen woord over de oorlog. Toch markeert voor de meeste Libanezen niet de val van president Aoun in 1990 maar dit optreden van Fairouz het einde van de Libanese burgeroorlog.

‘Ze heeft het land letterlijk bij elkaar gezongen,’ zegt modeontwerper Aziz Bekkaoui, ‘een megafan’ van Fairouz.

Haar echte naam is Nouhad Haddad. Een verlegen katholiek meisje uit de bergen van Libanon met een uniek zangtalent, ontdekt door een leraar op school. Ze ging tegen de wil van haar vader in zingen bij de radio en groeide langzaam maar zeker uit tot een van de grootste zangeressen van de Arabische wereld. Haar gewone zangstem loopt naadloos over in haar kopstem en lijkt uiteindelijk te verdampen. Ze kan volume aan zachtheid koppelen. ‘Haar stem is zijde en vuur ineen,’ schreef de Libanese dichter Said Aql. Bijna iedereen in de Arabische wereld – zowel jong als oud – is opgegroeid met haar ‘Stem van de ochtend’, waar veel radiostations van Marokko tot Iran de dag mee beginnen. Ook als de spanningen hoog oplopen, of het nu in Irak, Syrië of Libië is, klinkt de stem van Fairouz uit de radio’s. Zoals katholieken in angst een kaarsje opsteken bij een Mariabeeld, zo luisteren mensen in de Arabische wereld naar Fairouz.

Extatische melodieën

Ze verstaat de bijna onvoorstelbaar verfijnde zangkunst die in het begin van de vorige eeuw floreerde in Caïro, Beiroet en Damascus. De muziek die gebaseerd is op maqams: verzamelingen van klanken die lijken op onze toonladders, met stapjes van een hele of een halve noot, maar die ook andere toonafstanden toestaan. Denk bijvoorbeeld aan de uithalen van Led Zeppelin-zanger Robert Plant (ook fan van Fairouz), of aan het gejank van een bluesgitaar, maar dan heel precies gedefinieerd. Arabische muziekgeleerden hebben deze microtonen secuur in kaart gebracht. Er bestaan Arabische geschriften met titels als Algemene muziekgids van de meest extatische melodieën. Fairouz beheerst ‘de tarab’: de kunst om een publiek in extase te brengen.

Zoals de Beatles de sitar in de westerse muziek introduceerden zonder Indiase muziek te maken, zo introduceerde Fairouz westerse instrumenten in haar muziek zonder de verfijnde wortels van de klassieke Arabische muziek los te laten. Ze deed dat samen met de gebroeders Assi en Mansour Rahbani, die in de jaren zestig haar liedjes schreven. Fairouz’ muziek was modern maar ook vastgeketend in de traditionele volksmuziek van Libanon.

‘Wat ze maakt is een soort ultieme jazzmuziek,’ zegt fan Aziz Bekkaoui, ‘met een heel andere warme klank. Als je je ogen dichtdoet en ernaar luistert, is dat voor iedereen een heel aparte ervaring, of je nu een geoefend oor hebt of niet. Ze is zich altijd blijven ontwikkelen. Je kunt haar niet vangen met labels als “klassiek Arabisch” of “modern”.’

Fairouz staat symbool voor de gouden tijd van de jaren vijftig en begin jaren zestig, toen Beiroet het Parijs van het Midden-Oosten was, waar uit de cafés Argentijnse tango, Amerikaanse jazz en Arabische muziek klonk. Zij combineerde al deze stijlen. Linkse intellectuele Beiroeti’s rookten een sigaretje en dronken een kopje koffie terwijl ze luisterden naar de liedjes van de gebroeders Rahbani, gezongen door Fairouz.

‘Ze wordt vergeleken met Maria Callas, maar dat betreft haar stem,’ zegt Bekkaoui. ‘Ze is meer dan dat. Fairouz is het levende voorbeeld van het feit dat kunst meer kan zijn dan een luxeartikel. In haar eentje hield ze een hele natie bij elkaar. Als geen ander heeft Fairouz laten zien dat kunst in staat is om dat te doen. Dat kennen wij in Nederland niet. Zeker nu niet.’

Mythologische verhalen

Toen in 1975 de oorlog in Libanon uitbrak, bleef ze – in tegenstelling tot veel andere rijke Libanezen – in Beiroet wonen, in een huis met naast de deur in kinderhandschrift de tekst: ‘Niet aanbellen.’ Uit protest tegen het bloedvergieten weigerde Fairouz op te treden in Beiroet. Toch klonk haar stem in zowel Oost- als West-Beiroet. Extreem-rechts, extreem-links, christen, moslim of jood, iedereen zocht troost in de liedjes van de christelijke Fairouz, met hun poëtische teksten over jeugdliefdes, verdwenen vrienden, de tijd die voorbij glijdt en de bergen van Libanon. Volgens de overleveringen kon Fairouz zich tijdens de oorlog vrij door de stad bewegen. Aan beide zijden van de groene zone die Beiroet opsplitste, werd ze doorgelaten.

Wat hiervan allemaal precies waar is, is moeilijk te achterhalen. Fairouz is een levende legende. Negatieve berichten over Fairouz verschijnen nauwelijks in de Arabische pers. Vorige zomer was er een kwestie met erfgenamen van Mansour Rahbani, die hun rechtmatige deel opeisten van de royalties. Fairouz betaalt die niet en werd door de rechter in het ongelijk gesteld. Ze mocht de bewuste liedjes niet meer zingen. Het resultaat was een demonstratie waaraan meegedaan werd door intellectuelen en acteurs uit de hele Arabische wereld. Het mag zo zijn dat iedereen royalties moet afdragen, maar Fairouz is niet ‘iedereen’.

Rond het leven van Fairouz is een reeks mythologische verhalen ontstaan, die vaak niet meer te controleren zijn. Interviews geeft ze niet. Sommige details zijn aantoonbaar onjuist. Het is niet zo dat heel Libanon in de jaren vijftig meteen viel voor haar stem. Haar geluid paste eigenlijk niet in de traditie van het Arabische lied. Het hele speciale stemgeluid waar iedereen het nu over heeft, ontwikkelde ze pas in de jaren zestig en zeventig. En echt niet alle ruim duizend nummers die Fairouz zong zijn mooi. Veel muzikale experimenten mislukten. Ook het verhaal dat alle verschillen wegvallen als de muziek van Fairouz klinkt, is gekleurd. Mensen van alle rangen, standen, leeftijden en etnische achtergronden houden misschien van Fairouz, maar al die mensen houden niet van dezelfde nummers. Sommigen vinden het moderne werk niks, anderen vinden de oude Fairouz het muzikale equivalent van een fletse ansichtkaart. Sommigen zien in Fairouz een verlegen katholiek meisje, anderen een vrijgevochten vrouw die haar man verliet en weer anderen zien in Fairouz een smartvolle moeder. Ze zorgt zelf voor haar gehandicapte zoon en eind jaren tachtig verloor ze een dochter aan een overdosis. Haar overgebleven dochter is haar manager en zoon Ziad schrijft liedjes.

Belachelijke bedragen

‘Dennoch ist die Karriere von Fayruz mit den Rahbanis einzigartig,’ concludeert onderzoekster Ines Weinrich in haar boek Fayruz und die Brüder Rahbani, waarin ze een verklaring probeert te vinden voor de status van Fairouz. Weinrich behandelt de uniciteit van haar stem, het componeertalent van de gebroeders Rahbani, haar vele gezichten, de geschiedenis van Libanon en de bonte bevolkingssamenstelling van dat land. Ze wijst op de tegenstellingen die ze weet te verenigen. Ze bezingt Libanon op nationalistische manier maar vertolkt ook een groot-Arabisch gevoel, haar muziek is diepgeworteld in de volksmuziek, maar ze is ook modern en Europees.

Het unicum dat de artiest Fairouz is in Libanon – en eigenlijk in de hele Arabische wereld – is geen mythe. ‘Een zangeres met het aura van Fairouz bestaat in de westerse wereld niet,’ zegt Aziz Bekkaoui, ‘als Fairouz zingt, is er geen oordeel. Het doet er niet toe van welke etnische afkomst je bent. Hoe moet ik dat uitleggen? In Nederland kijken politici nu neer op kunstenaars en kunstenaars op politici. Als Fairouz zingt, zijn dat soort dingen verdwenen. Iedereen is verenigd in de ziel van Fairouz.’

Na de oorlog trad ze weinig meer op. Een paar keer per jaar duikt ze ergens op. Meestal op een groot festival in Beiroet of Damascus. Optredens verder weg zijn een zeldzaamheid. Als het gebeurt, wordt het podium een bedevaartsoord. In 1986 belegerde een grote menigte de Royal Festival Hall in Londen. Kaartjes waren op de zwarte markt meer dan duizend Britse pond waard, een record in die tijd. Bij een optreden in Caïro bracht ze de grootste menigte op de been sinds Oum Kalthoum en in Las Vegas kwamen de meeste mensen sinds Frank Sinatra.

‘Toen bekend werd dat ze naar Carré kwam, belden meteen mensen uit Qatar en Jeruzalem,’ zegt Lieven Bertels, artistiek coördinator van het Holland Festival. ‘Helemaal in paniek. Ze wilden er zeker van zijn dat hun creditcard geaccepteerd werd als ze op de website een kaartje wilden kopen.’ Het concert was dan ook in een uur uitverkocht. ‘Op Nederlands-Arabische websites zijn extreme reacties te lezen. Mensen die zeggen dat ze al hun hele leven wekelijks een kwartje sparen om ooit een keer naar Fairouz te kunnen gaan, en niet geloven dat ze gewoon naar Amsterdam komt. Er zijn mensen die wanhopig op zoek zijn en voor de laatste kaarten worden echt belachelijke bedragen geboden.’

Volstrekt concessieloos

‘Zeven jaar al proberen we Fairouz naar Nederland te halen,’ zegt Bertels, ‘het was een mission impossible, maar nu is het eindelijk gelukt.’ Fairouz doet alleen iets als ze het echt wil. Optredens voor de sjah van Perzië weigerde ze, omdat ze alleen voor een publiek wil optreden. ‘Ze is volstrekt concessieloos,’ zegt Aziz Bekkaoui, ‘dat maakt haar ook al decennialang een icoon.’

‘Twee jaar geleden waren we plotseling dicht bij een concert,’ zegt Bertels. ‘Ze zou een tournee doen langs Londen, Parijs en Amsterdam, maar dat is toen toch niet doorgegaan. Nu hebben we haar een nu of nooit aanbod gedaan.’ En het ongelooflijke is gebeurd. Ze heeft toegezegd. ‘Een reünie van de Beatles zou misschien nog mooier zijn, maar dat kan niet meer,’ zegt Bertels, ‘dit is de heilige graal voor een festival als het Holland Festival.’ Dát ze naar Amsterdam komt, is omdat Carré zo’n speciaal theater is, het Holland Festival in de hele wereld een goede naam heeft en ze nog nooit in Amsterdam geweest is.

Bertels is nerveus. Er kan nog van alles gebeuren. Fairouz is al vijfenzeventig. Het concert dat Fairouz dit voorjaar zou geven in Bahrein werd afgelast. ‘We weten het allemaal pas zeker vijf minuten na het concert. Als ze het podium weer af wandelt. Alles daarvoor blijft spannend. Als het echt gebeurt, moeten we elkaar in de wang knijpen. We hebben het meegemaakt.’

Bekkaoui is minder bang. Hij maakt zich geen zorgen. ‘Ik ben al helemaal geïnspireerd, of ze nu wel of niet komt.’ Hij lacht toch even wat zenuwachtig. ‘Wat mij betreft is de geschiedenis al geschreven. 26 juni komt Fairouz naar Amsterdam. Als ze nu niet komt, dan wordt daar over veertig jaar ook nog over nagepraat.’