Het is steeds hetzelfde liedje. Zodra de overheid aan de subsidiekraan voor de kinderopvang draait, verschijnen er reportages waarin ouders verontwaardigd aankondigen dat het zo niet langer kan. De minst verdienende van het ouderpaar – steevast de moeder – rekent voor dat haar salaris niet meer opweegt tegen de kosten van de kinderopvang. En dus, alsof het vanzelf spreekt, gaat mevrouw nóg minder werken.

Bij actualiteitenprogramma Nieuwsuur was vorige week een vrouw die haar vaste baan als gemeenteambtenaar ging inruilen voor een schoonmaakbaantje in de avonduren. Haar man (vrachtwagenchauffeur) had er op het werk ook al over gepraat. Veel van zijn collega’s waren van plan voortaan ‘de vrouw maar thuis te houden’.

De verontwaardiging is groot. Iedereen weet dat de overheid wil dat vrouwen werken. En door te bezuinigen op de kinderopvang zou kabinet-Rutte het vrouwen juist onmogelijk maken aan de slag te blijven. Dat ouders het jammer vinden dat ze minder geld krijgen, is...