De laatste dichtbundel van Joost Zwagerman: psalmen en klaagliederen van een wanhopige ongelovige die in een duistere wereld naar existentiële betekenis zoekt.

Wie een jaar geleden had voorspeld dat er begin 2016 postume religieuze gedichten van Joost Zwagerman zouden verschijnen zou voor gek zijn versleten. Toch past de bundel in Zwagermans gang van maximaal naar minimaal, van oproer naar inkeer. De gedichten vormen zo’n beetje zijn laatste publieke woorden en ze laten zich lezen als een credo maar vooral ook als een ‘De profundis’. Wakend over God heet de bundel en dat is zo’n beetje de omgekeerde gedachte van een oorspronkelijk over de mensheid wakende God, maar in deze tijd, met God en religie ernstig in de verdrukking, snap je het: God kan wel wat aandacht gebruiken.

Dat een altijd seculier geachte schrijver als Zwagerman zich met zoiets glibberigs als het godsbesef bezighoudt zegt veel over hemzelf in zijn laatste dagen maar ook over onze cultuur: op zoek naar ouderwetse...