In zijn jeugd was hij een rebel, zei Geert Wilders in het onsamenhangende boekje Veel gekker kan het niet worden. Niet een van linkse snit, ho ho. Dat zeggen de mensen soms wel, maar hij kan zich daar niets van herinneren. De jonge Geert was iemand die ‘op school of thuis weinig met gezag van doen had’, en dat zag je terug in zijn uiterlijk. ‘Ik droeg wel eens een leren jas die je zo rechtop kon zetten en ik heb zelfs een keer een leren broek gehad en lang haar. Ik hoop trouwens dat daar nooit een foto van opduikt.’

Ons leek het nou juist in het landsbelang dat dat wél zou gebeuren. En dus doken we in de archieven en togen we naar zijn geboortestad Venlo, op zoek naar oude buurt- of schoolgenoten die ons iets zouden kunnen vertellen over de jonge jaren van de ‘rebel’ die de vaderlandse politiek nu al ruim een decennium bij de ballen heeft. Dat viel niet mee. Dagenlang kregen we allerlei uiterst vriendelijke mensen aan de lijn, die ons allemaal uiterst vriendelijk het bos instuurden. ‘Geert? Jaháá, die ken ik wel. Maar nee, nee, daar werk ik niet aan mee. Goeiemiddag.’ Zelfs de vraag waaróm ze niets wilden zeggen – was het loyaliteit, of waren ze beducht voor de toorn van de PVV-aanhang? – ging de meesten te ver. ‘Ook daar wil ik niets over kwijt,’ aldus een van zijn meest nabije jeugdvrienden. ‘Goeienavond!’

opnieuw relevant

Deze reportage komt uit december 2016. Sindsdien is Geert Wilders – en daarmee dit verhaal – er niet minder relevant op geworden.

Een ‘rotzak’

En zo staren we op een sombere oktoberdag vanuit de auto naar een doorzonwoning op de Karel van Egmondstraat, Wilders’ geboortehuis. Mocht hij ooit premier van Nederland worden, dan wordt het nog lastig hier een museum van te bakken, want er is niets opmerkelijks aan. De wijk was net uit het cadeaupapier toen Wilders er opgroeide. Aan de overkant woonde Teun van Dijck, bij sommigen beter bekend als ‘Tony Saxofoni’, tot op de dag van vandaag een loyaal fractielid van de PVV. Huize Wilders was vrij klein, met een nederige garage aan de zijkant. Achter een van de ramen op zolder moet Geerts jongenskamer hebben gelegen. Over de bescheiden voortuin noteren we: laag heggetje, netjes bijgeknipt. Buxusboompje. Grind.

Off the record willen sommigen wel iets zeggen, voor wat dat waard is. Volgens R., een vriendje met wie Geert naar de om de hoek gelegen Mattheusschool ging, was hij een ‘rotzak’ die altijd vals speelde met voetbal en bordspelletjes. Vooral het voetbalspel Subbuteo, met van die wiebelende spelertjes, staat hem nog helder voor de geest. ‘Als je even niet keek, verzette hij die poppetjes. En als we kattenkwaad uithaalden, verstond Geert heel goed de kunst om zelf buiten schot te blijven. Er was altijd iemand de sjaak, maar hij nooit.’

Wilders mag dan naar eigen zeggen ‘totaal niet politiek’ zijn geweest, hij schaarde zich vierkant achter het plan van Den Uyl om een autoloze zondag in te voeren.

Niettemin kwam R. graag over de vloer bij de familie Wilders, evenals Joep Bindels, de goedmoedige eigenaar van een cateringbedrijf, die best met naam en toenaam genoemd wil worden, maar zich niks meer herinnert. Ja, dat Geert altijd een touwtje in z’n mond had. ‘Dat zie je nu nog. Tijdens debatten in de Tweede Kamer zit-ie altijd op pennen te kauwen.’

Er was veel vrijheid chez Wilders, zijn moeder was heel zorgzaam, en een van Geerts oudere zussen was voor de jonge jongens een niet te onderschatten attractie. Volgens R. was zij ‘een aantrekkelijke dame’ bij wie de Indonesische wortels die via moederskant in de familie zaten, duidelijk zichtbaar waren. ‘Zeker in de ogen.’ En dan was er nog de kamer van Paul Wilders, Geerts negen jaar oudere broer die er vaak niet was, zodat de jongens vrijelijk door diens platencollectie konden grasduinen. R. herinnert zich met name ‘zo’n driedubbel-geval voor een of ander goed doel in een Aziatisch land’. Dat moet haast wel gaan om het door George Harrison geïnitieerde Concert for Bangladesh – indertijd een onmisbaar kroonjuweel in de platenkast van de verre voorlopers van de Gutmensch. Joep Bindels belt zelfs nog even terug, om te vertellen over de klassenfeesten die bij Wilders thuis in de speelkelder werden gehouden. Met enige nostalgie verhaalt hij over een grote aardappelkist gevuld met matrassen, waar je aan de voorkant de planken uit kon halen. ‘Daar kon je dan, voor de eerste keer, een beetje beschut met een grietje kussen.’

Zijn eerste zetelwinst

Net als we champagne willen laten aanrukken om onze aardappelkist-scoop te vieren, belt een oude klasgenote van Geert. Ze wil niks zeggen, maar we mogen wel twee oude schoolkranten hebben die ze op zolder heeft opgeduikeld. Daarin treffen we twee stukjes aan die je met enige goede wil de vroegste politieke pamfletten van de PVV-leider zou kunnen noemen.

Een milieubewuste Geert Wilders (10 jaar) in de schoolkrant.
Een milieubewuste Geert Wilders (10 jaar) in de schoolkrant.

Het artikel in de editie van december 1973 betreft de oliecrisis die toen speelde, en verraadt dat Wilders ook op tienjarige leeftijd niet terugdeinsde voor een taalgebruik dat grenst aan het drammerige. ‘Wij moeten de deuren dichtdoen,’ verordonneerde de vijfdeklasser. ‘Op 7 januari 1974 gaat de benzine op de bon. Iedereen moet zich daaraan houden. Niet alleen jij maar… !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!IEDEREEN!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!’

Goed, Wilders mag dan naar eigen zeggen ‘totaal niet politiek’ zijn geweest, hij schaarde zich toch maar mooi vierkant achter het plan van de toenmalige PvdA-premier Joop den Uyl om een autoloze zondag in te voeren. Er zit 43 jaar tussen, maar gezien de huidige milieustandpunten van zijn partij is er maar één conclusie mogelijk: hij is een draaikont.

In een ander document is Wilders’ klas ingedeeld in politieke partijen. Geert behoort tot de G.P., de ‘Gelijknamige Partij’, die zich hard maakt voor verkeersveiligheid, mede naar aanleiding van een lelijke botsing tussen een kind en een fietser op de speelplaats. De G.P. kende drie leden, maar het is moeilijk om in de beginselverklaring niet de stem van de huidige PVV-leider te horen. ‘Wij willen de kinderen van de lagere klassen beschermen b.v. een jongen fietst op de speelplaats en rijdt een eerste klasser aan. Dat moet afgelopen zijn. De mensen denken dat ze alles mogen en kunnen. De meeste weten gewoon niet wat ze doen. […] Maar daar komt verandering in.’ Ook het ‘door de tuin rennen’ is de G.P. een doorn in het oog. ‘Daar moeten strenge maatregelen tegen genomen worden. Dat alles wil de G.P. Stem daarom op de G.P. en u zult er geen spijt van krijgen.’ Hoe de klassenverkiezing uitpakte, en of Geert er zijn eerste zetelwinst heeft behaald, is helaas onbekend.

Wilders’ eerste politieke pamflet in de schoolkrant.
Wilders’ eerste politieke pamflet in de schoolkrant.
‘Geert was new wave’

Als puber was Wilders een lastige, zoals hij zelf al toegaf in Veel gekker moet het niet worden. ‘Mijn ouders zijn in die jaren wel helemaal gek van me geworden. Ik was ook behoorlijk recalcitrant. Zo kwam ik vaak niet op tijd thuis, soms zelf helemaal niet. Of ik kwam dronken thuis.’

Het was de tijd van punk en new wave, en van disco. ‘Je was het een of het ander,’ zegt L., een vriend uit de middelbareschooltijd. ‘Geert was new wave. Een alto. Hij had een verward kapsel, droeg altijd een leren broek en een leren jas met zo’n schuine rits.’ Vaak was hij te vinden in het Open Ontmoetingscentrum (OOC), in de jaren tachtig in Venlo dé plaats voor alternatieve bandjes. Het nog piepjonge Doe Maar trad er op, en ook internationale acts als The Stranglers en Einstürzende Neubauten. Volgens vriend L. was Geert een van de ‘dubbeltjeszoekers’, een bijnaam voor mensen die dansten terwijl ze de blik strak op de vloer gericht hielden.

Nogal nihilistisch

In het ouderlijk huis was zijn uiterlijk een punt van discussie, vertelt jeugdvriendin K. ‘Ik kwam vaak bij ze thuis. Het was er vrij stijfjes. Geerts vader was directeur bij Océ van der Grinten, een keurige man die altijd kaarsrecht in zijn stoel zat, zonder ook maar één kreukje in zijn pak. Nou, dan moest je Geert zien, met al dat leer en dat kapsel dat hij nooit kamde. “Probeer jij eens een kam door zijn haar te halen,” vroeg zijn moeder me vaak. Dat was altijd het gesprek van de dag.’

Volgens vriend L. liep Wilders in de pas bij de tijdgeest – die van doemdenken en no future. ‘Ik herinner me dat hij fan was van The Cure, en dat hij nogal nihilistisch was. De ideeën van Kierkegaard waren zijn leidraad. Hij was cynisch, niet vriendelijk, heel negatief naar anderen.’

‘Eén keer troffen we hem in de vroege ochtend aan in de fietsenstalling van de hts, languit in zijn leren broek.’

Vriendin K. bevestigt het cynisme, maar haar trok het juist wel aan. ‘Dat rebelse vond ik leuk. Ik hou wel van mensen die een beetje anders zijn, die ergens tegen in gaan.’ Samen luisterden ze graag naar bands als de Dead Kennedys en de Sex Pistols. K. meent zich te herinneren dat Geert gitaar speelde in een bandje, samen met onder anderen Teun van Dijck. Ze weet zelfs de naam nog: Thanks. Maar volgens Van Dijck is dat onzin. ‘Geert kon maar drie akkoorden. Misschien heeft hij wel eens aan een jamsessie meegedaan, maar als hij in een serieus bandje had gespeeld, had ik het wel geweten.’

Goede drinker

Een rode draad in de anonieme verhalen is drank. Met de vriendengroep waar ook L. bij hoorde, gingen ze vaak tot zeven uur ’s ochtends uit. ‘Geert was een goede drinker, om niet te zeggen: excessief. Veel sterke drank ook. Ik weet nog dat we met die kliek alle eindexamenfeestjes in de omgeving afstruinden. Eén keer troffen we hem in de vroege ochtend aan in de fietsenstalling van de hts, languit in zijn leren broek. Had-ie zich bewusteloos gezopen. We hebben hem naar buiten gesleept en een auto aangehouden, een Fiat 127, die hem naar het ziekenhuis bracht. Toen we hem ’s middags opzochten, lag-ie aan allemaal slangen.’

Vriendin K. was er niet bij, maar ze herinnert zich het voorval nog wel. ‘Ik hoorde dat hij te veel gedronken had en dat hij in het ziekenhuis terechtgekomen was.’

U heeft er recht op

Ietwat onbevredigd keren we huiswaarts. Oké, we hebben een voorzichtig beeld gekregen van Wilders’ jonge jaren, maar alleen op grond van anonieme zegslieden. En vallen de meeste verhalen niet gewoon onder de noemer ‘onbezonnen jeugd’? Zelf hebben we weliswaar nooit in het ziekenhuis aan slangen gelegen, maar heel veel scheelde het ook weer niet. Bovendien is het frustrerend dat iedereen over het woeste uiterlijk van de PVV-leider begon, maar dat we er nog steeds geen bewijs voor hebben.

Maar God bestaat. Twee weken later komen we via via in contact met Martin van Asselt, een man die tijdens Wilders’ militaire diensttijd samen met hem een chauffeursopleiding volgde in Bergen op Zoom. Ze hebben elkaar sindsdien nooit meer gezien, maar die leren broek kan hij zich nog wel herinneren. Hij stuurt twee foto’s op, genomen in de laatste maanden van 1983. Een snorretje, lang melkboerenhondenhaar met kleine krulletjes, de leren jas die je zo rechtop kon zetten en die leren broek, die naar onze bescheiden mening iets te ruim valt.

Geert Wilders hoopte dat ze nooit op zouden duiken. Maar voilà, u heeft er recht op. Voor wat het waard is dus.

Wilders in z'n zwarte, leren broek.
Wilders in z’n zwarte, leren broek.
VRIJ NEDERLAND VERNIEUWT

Er gaat veel veranderen bij Vrij Nederland. Zo gaan we de redactie uitbreiden, de website en het blad opnieuw vormgeven en ons meer richten op onze oorspronkelijke missie. Benieuwd? Lees hier meer.