In 2011 interviewden we schrijfster Mensje van Keulen, die destijds bijna 65 werd en haar kansen voor een prijs somber inzag. Nu heeft ze de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre gewonnen.

‘Doe nou niet jongens,’ zegt Mensje van Keulen tegen twee dikke houtduiven op een twijg. Ineens springt ze op vanachter de tuintafel om ze, zwaaiend met haar armen, te verjagen. Vanuit haar ooghoeken heeft ze poes Bosi om de duiven heen zien sluipen, hij heeft er al eens eentje te grazen genomen. Midden in de zomer leek het alsof de hele tuin besneeuwd was, een witte donslaag bedekte de bloemen en planten. In een hoekje lag de bloederige duif te creperen. En toen deed de schrijfster iets wat ze niet voor mogelijk had gehouden: ze trok haar tuinhandschoenen aan, pakte het dier op en draaide het de nek om, ‘jankend en misselijk’. Daarna plukte ze een geranium en stopte die in het plastic zakje bij de vogel. Toen restte niets dan de vuilnisbak.

’s Nachts liep ze naar de badkamer voor...