Met de meritocratie is op zich niets mis. Wie in een wielerwedstrijd het hardst fietst krijgt goud, de tweede krijgt zilver en de derde brons. De laatsten in het peloton krijgen een handdruk: volgende keer beter en dank voor je deelname.

Problematisch wordt het wanneer de meritocratie verpakt zit in een ideologie en de vormen van een geloofsbelijdenis aanneemt. Noem het de Dutch Dream, of het liberalisme van de 21ste eeuw: wie succes heeft, mag plaatsnemen op de maatschappelijke troon, diegenen zonder succes worden beschimpt. Omdat pech niet bestaat, hoeft een handdruk niet.

Binnen een dergelijk geloof zijn zowel eerste worden (‘hard gewerkt’) als laatste worden (‘luiwammes’) keuzes. De kracht van het collectief en de noodzaak van saamhorigheid zijn dan al snel het kind van de rekening. Want het is moeilijk in de meritocratie te geloven als je oog hebt voor geluk én de sociale omstandigheden die je de wind in de zeilen gaven. Het maakt van de doctrine van eigen...