Maatschappelijk werkers zijn de frontsoldaten van ons sociale vangnet. Zij proberen de problemen af te vangen voordat het echt misgaat, voordat de draaikolk van armoede iemand echt onder water trekt. Voor mijn documentaireserie 100 dagen in de vergeten wijk draaide ik drie maanden mee in het Laakkwartier als maatschappelijk werker bij Wijkz, een Haagse welzijnsorganisatie.
Maatschappelijk werk staat zwaar onder druk.
Een maatschappelijk werker krijgt per cliënt vier tot vijf bezoekjes, dan moet de zaak zijn afgehandeld. Dat betekent dat je de cliënt weer op een goed spoor hebt gezet of hebt doorverwezen, dieper en verder het sociale systeem in. Iedere maatschappelijk werker die ik sprak, zei hetzelfde: dat is veel te weinig. Er is in de sector veel bezuinigd; het marktdenken neemt de overhand.
Soms duurt het vier bezoekjes voordat iemand zijn problemen überhaupt aan je toevertrouwt. Maar goede hulp kost tijd en geld. En dat is er niet altijd.
Het zijn de dingen die je alleen leert als je met je poten in de modder staat.
Het zijn niet alleen de werkdruk en het tijdsgebrek. Het wantrouwen van de burgers voor overheidsinstanties neemt hard toe. Het wijkcentrum verliest zijn aanloop. De voordeuren in de wijk blijven steeds vaker dicht.
‘Het is alsof er bij de bewoners een soort fatalisme in is geslopen,’ zei mijn collega voorzichtig, mijmerend over wat ze nou had gezien aan de randen van de kloof.
Het geloof dat de overheid er is voor jou is, is in het Laakkwartier steeds verder te zoeken.
De burger is boos én haakt af.
Op elke hoek van de straat klinkt de lokroep van het populisme, de belofte van zoete wraak op de elite.
Het wantrouwen maakt het werk van de maatschappelijk werker een stuk moeilijker.
Als journalist en documentairemaker liep ik ook stage als groepsmedewerker bij een ggz-instelling, als docent op een gemengde middelbare school en in de jeugdzorg.
Zo heb ik al meer dan twaalf maanden stagegelopen bij maatschappelijke beroepen. Dit is mijn frontbericht aan de politiek.
In al mijn stages zag ik hetzelfde: de beroepen die onze samenleving bij elkaar houden, zijn te hard geraakt door bezuinigingen, terwijl de werkdruk en de complexiteit van het werk toenemen en onze samenleving complexer en vijandiger wordt. Er wordt keihard gewerkt aan het maatschappelijk front, maar de condities worden slechter en slechter.
En ik zag het overal: mensen die met hun hart werken, raken gefrustreerd door het systeem. Allemaal zitten ze in een enorme spagaat tussen beleid en praktijk en aan beide kanten wordt er hard aan hen getrokken. Niet alleen de burgers haken af, maar ook de sociaal werkers, de leraren, de zorgmedewerkers in de ggz en in de jeugdzorg. Het is simpelweg niet vol te houden.
Het fundament van onze maatschappij wordt onstabiel.
Het beton begint te rotten. En snel ook.
Ik ga niet beweren dat ik een simpele oplossing voor dit probleem heb.
Maar een ding weet ik wel zeker: het ligt niet aan de buitenlanders.
VRIJ NEDERLAND VERNIEUWT
Er gaat veel veranderen bij Vrij Nederland. Zo gaan we de redactie uitbreiden, de website en het blad opnieuw vormgeven en ons meer richten op onze oorspronkelijke missie. Benieuwd? Lees hier meer!