‘Daarom zit ik niet op Facebook.’ Hij depte met een servet zijn mondhoeken en duwde het lege bord een stukje mijn kant op. Game, set and match, glinsterden zijn ogen.

De discussie aan tafel ging over de rol van sociale media in politieke campagnes; ik had net mijn zorgen geuit over de wereldwijde oppermacht van een handjevol techreuzen. Zoals zo vaak ontaardde die discussie in een potje tennis met moraalballen, waarbij mijn gesprekspartner dacht net de finale treffer op mijn bakkes te hebben geslagen: ‘Ik gebruik geen sociale media en zo lang jij dat wel doet, moet je je mond houden.’

Lees ookMeer Macht op vrijdag: In de Europese Unie begint zich een schisma van waarden af te tekenen9 januari 2019
Publieke zaak

Ik had willen antwoorden dat het een argument van likmevestje was, uit de categorie ‘ik ben vegetariër’ als westers antwoord op een wereldwijde vleesproductie die de afgelopen decennia is verdrievoudigd en de komende decennia in opkomende landen met 70 procent...