Het vogeltje landde op Tims schouder en bleef daar de rest van de wandeling zitten. Ze keken elkaar aan vanuit hun ooghoeken en stelden vast dat ze ongeveer dezelfde rode wangen hadden. Tim van de kou (of zijn Engelse bloed) en het vogeltje omdat het van een exotisch continent kwam, waar de goden wel vaker uitschoten met kleur.

Thuis lazen we dat het een Agapornis was, of een Lovebird zoals de Engelsen zeggen, vanwege zijn aanhankelijke karakter. En inderdaad, al die tijd was het dicht tegen Tims hals blijven zitten. Ook thuis. Was het de warmte, teruggevonden na een nacht alleen in de buitenlucht?

Had het daarom maar voor het grootste, gerieflijkste exemplaar mens gekozen?

Weinig zo vleiend als de aandacht van een dier. Waarom zou het, in godsnaam, de moeite nemen? Vreten, luidt de dooddoener, terwijl veiligheid en geborgenheid natuurlijk minstens zulke belangrijke motieven zijn voor genegenheid. Ik heb straatkatten gekend die een aai verkozen boven voedsel. En recent onderzoek...