Update 29 mei 2019, door Harm Ede Botje
Vandaag voltrok zich niets minder dan een kleine revolutie: de rechtbank in Utrecht heeft de Hells Angels verboden. Jarenlang waren de Angels een soort van nationale knuffelberen. Misschien een beetje raar en een beetje spannend, maar ze verschenen op televisie, namen kankerpatiëntjes mee op hun motoren, waren graag geziene gasten op gemeentelijke borrels in de hoofdstad en kregen zelfs lange tijd subsidies uit de welzijnspot.
Tegelijkertijd deinsden ze niet terug om critici de mond te snoeren. Journalisten van Nieuwe Revu werden op hun redactie opgezocht toen ze een reportage hadden geschreven over de terreur die de Angels uitoefenden in de Amsterdamse rosse buurt. Cabaretier Peter Heerschop – toen nog van Kopspijkers – kreeg klappen nadat Jack Spijkerman een grap had gemaakt over de dood van een Angel.
Toenmalig televisiepresentator Jan Lenferink werd aangevallen toen hij een taart wilde brengen bij het home van de Angels in Amsterdam, en tien Angels deelden in de kleedkamer rake klappen uit aan televisieduo Frits Barend en Henk van Dorp omdat zij het gewaagd hadden de club een criminele organisatie te noemen. De presentatoren maakten later die avond in hun programma onder druk van de Angels excuses voor hun eerdere uitspraken.
Toen crimineel Sam Klepper overleed trok een lange stoet Angels in oktober 2000 op motoren door het centrum van Amsterdam, begeleid door de politie. Voor het politiebureau staken ze provocerend vuurwerk af, de klokken van de Westertoren beierden. De voormalige leider van het Angels-chapter in Amsterdam zei ooit tegen Het Parool: ‘Wij hebben mensen die gewoon werken: op het abattoir, op de taxi, in de beveiliging. Wat moeten hun bazen wel niet denken? Dat ze crimineel zijn? Dat kan toch niet!’
De werkelijkheid was een andere. Al begin jaren negentig bepleitte criminoloog Cyrille Fijnaut tijdens een parlementaire enquete naar opsporingsmethoden (de commissie-Van Traa) voor structureel onderzoek naar de Angels. Uit de eindrapportage van de commissie bleek dat de Angels zich bezighielden met wapenhandel en drugs, afpersing van winkeliers en protectie van prostituees en bordeelhouders. Ze zouden behoren tot ‘de harde kern van de georganiseerde criminaliteit’.
Maar er gebeurde weinig. Uit onderstaande rondgang, die collega Marian Husken en ik in 2004 maakten naar aanleiding van de moord op drie Hells Angels in het clubhuis van het Nomads-chapter in Limburg, bleek dat onderzoek naar de Angels nauwelijks prioriteit had. ‘Hells Angels in Zwolle,’ vroeg de politievoorlichter in die gemeente destijds verbaasd. ‘Hebben wij hier Hells Angels? Een chapter, zegt u? O, betekent dat “afdeling” in het Engels?’ Een anonieme politiewoordvoerder zei in De Limburger: ‘We weten er gewoon verrekte weinig van.’
In ons omringende landen werd de halfslachtige manier waarop de Angels werden bejegend tandenknarsend aangezien. Camilla Annerstadt was de toenmalige medewerker van het Rockers Project van Interpol, dat nauwgezet alle bewegingen volgde van motorbenden. Volgens Annerstadt zou het chapter Amsterdam in Europa ‘de leiding hebben bij de drugshandel’. Stephan Thomas van de Duitse federale recherchedienst Bundeskriminalamt bevestigde dat Nederland een centrale rol speelt: ‘Tijdens de bendeoorlogen in Scandinavië vergaderden de Angels uit Noorwegen, Denemarken en Zweden in Amsterdam.’
Maar na de moord op Klepper en de provocerende optocht door de stad ging bij politie en justitie in alle stilte wel de knop om. In grote stilte zelfs, omdat de Angels volgens een artikel in het vakblad Recherche Magazine uit 2002 binnen justitie en politie overal bronnen hebben waardoor een effectieve aanpak van de bende ‘zeer moeilijk was’.
In de jaren die volgden deed de politie invallen in verschillende clubhuizen naar aanleiding van de moord op de drie Angels bij de Nomads in Limburg. Maar een verzoek tot verbod in 2006 van de Angels in Nederland werd door de rechter destijds niet gehonoreerd.
Nu komt de rechter tot het oordeel dat de Angels als vereniging een gevaar vormen voor de samenleving. Het argument dat de organisatie niet verantwoordelijk is voor haar individuele leden werd – eindelijk een keer – van tafel geveegd. Volgens de rechter is er duidelijk sprake van nationale en internationale aansturing.
En zo kan het dat de Hells Angels vijftien jaar nadat de klokken van de Westertoren klonken voor Sam Klepper nu toch echt hun clubhuizen moeten sluiten.
Tenzij de rechter in hoger beroep tot een ander oordeel komt, natuurlijk.
Dat willen we nooit meer, stelden de autoriteiten in Amsterdam na de begrafenis van topcrimineel Sam Klepper, nu al weer meer dan drie jaar geleden. Van heinde en ver waren de Hells Angels toegestroomd om de geliquideerde godfather de laatste eer te bewijzen. De route leidde zelfs langs het hoofdbureau van politie en de klokken van de Westertoren werden geluid. Hoewel Klepper nog maar aspirant-lid was, werd hij als ‘brother’ bijgezet in de Hall of Fame.
Tijdens zijn leven handelde Klepper grootscheeps in drugs en wapens. Bovendien was hij, volgens hemzelf, ook betrokken geweest bij veertien liquidaties die ‘nooit waren opgelost’. Maar voor de Angels bleek dit geen probleem. Big Willem, woordvoerder van de Amsterdamse Hells Angels in Elsevier: ‘De een is nu eenmaal bakker, de ander handelt in verdovende middelen.’
Justitie en politie moeten dit tandenknarsend hebben gelezen. Maar ondanks hun goede voornemen lijkt er sindsdien weinig te zijn veranderd. De Limburgse politie maakte afgelopen week geen sterke indruk na de moord op de drie Hells Angels uit Oirsbeek. Net als in Amsterdam was ook nu weer de regie van de begrafenis in handen van de motorvrienden. Elke bestuurder moet een helm dragen. Wie een slok op heeft, mag niet rijden. Maar die regels gelden niet tijdens een Angel-uitvaart. De brothers reden blootshoofd in de lijkstoet mee. Bij het graf ging de whiskyfles van hand tot hand. De politie hield zich afzijdig. ‘Het zijn rituelen die we respecteren,’ vond een meevoelende politiewoordvoerder.
Kwalijker was dat de Angels erin slaagden een gesprek tussen rechercheurs en nabestaanden op het politiebureau in Roermond te onderbreken. De leden van de motorclub maakten amok bij de ingang van het bureau. Ook sloegen ze een Duitse en een Nederlandse cameraploeg die probeerden opnamen te maken bij het clubhuis in elkaar. De vermoorde Hells Angels uit Limburg behoorden tot de Nomads.
Hells Angels opereren namelijk als een heus geheim genootschap met eigen gebruiken, codes en insignes. Op hun leren jassen of spijkerjackies zijn die tekens te bewonderen. AFFA staat bijvoorbeeld voor Angels Forever, Forever Angels. Dat is tamelijk onschuldig. Slechts een enkeling mag zich tooien met 66 (Filthy Few). Over deze cijfercombinatie hullen Angels zich in stilzwijgen. Maar uit onderzoek van de Canadese Royal Mountain Police, die al jaren in een verbitterde strijd is gewikkeld met de motorbenden, zou 66 betekenen dat deze leden van de Angels moorden hebben gepleegd namens of voor de club in samenwerking met andere leden.
‘De Angels worden gedoogd. Ze laten de situatie dooretteren.’
Waar of niet: opmerkelijk is dat juist deze cijfercombinatie opduikt in de condoléanceregisters op internet voor de drie vermoorde Nomads. ‘Our sincere condolences to our brothers and family of Paul66 & Cor66 & Moon66…T’setje Semper Fi. AFFA RIP Hell’s Angels mc Costa del Sol, Spain.’
Een chapter, zegt u?
Op de dag van de begrafenis was VVD-kamerlid Laetitia Griffith te gast in het televisieprogramma Nova. ‘Wie heeft het hier voor het zeggen?’ vroeg ze zich af. ‘No-go areas zijn uit den boze. Je moet als overheid niet alleen optreden bij zaken die makkelijk zijn op te lossen, maar ook bij moeilijke.’
Maar dat is bij de Angels makkelijker gezegd dan gedaan. De Nederlandse politie houdt zich niet structureel bezig met deze motorclubs, zo blijkt uit een rondgang langs politievoorlichters in steden waar een HA-clubhuis staat. ‘Hells Angels in Zwolle,’ zegt de politievoorlichter in die gemeente verbaasd. ‘Hebben wij hier Hells Angels? Een chapter, zegt u? O, betekent dat “afdeling” in het Engels.’
Tien minuten later belt Zwolle terug. Hij heeft met wat ‘oudere collega’s’ gesproken. ‘De Hells Angels houden zich aan de regels. We hebben geen meldingen in het systeem. Bij ons zijn ze braaf.’ In Rotterdam en IJmuiden komt hetzelfde beeld naar voren. ‘Hebben wij Hells Angels? Ik heb geen idee,’ klinkt het vanuit Rotterdam. En de IJmuidense voorlichter: ‘Volgens mij hebben we geen problemen met de Angels. Ze hebben hier geen hoge prioriteit.’
De voorlichters wijzen door naar het Nederlands Politie Instituut, dat weer doorverwijst naar het openbaar ministerie. Officier van justitie Fred Teeven, die de Nationale Recherche coördineert – het eliteteam dat de georganiseerde misdaad moet bestrijden – verwijst weer door naar het landelijke parket. Maar de woordvoerder daar wil ontkennen noch bevestigen dat er welk onderzoek dan ook loopt. Ondertussen blijkt in Limburg hoe slecht de politie nog altijd is ingevoerd in het motorwereldje. ‘We weten er gewoon verrekte weinig van,’ zei een anonieme politieman in De Limburger. Hoe zou dat nu komen?
Nog steeds niet au serieux
Al begin jaren negentig bepleitte criminoloog Cyrille Fijnaut tijdens de parlementaire enquête opsporingsmethoden voor een structureel onderzoek van politie en justitie naar de Nederlandse afdeling van de motorclub, met haar hoofdkwartier in Amsterdam. Uit de eindrapportage bleek dat de Angels zich bezighielden met wapenhandel en drugs, afpersing van winkeliers en protectie van prostituees en bordeelhouders. Ze zouden behoren tot ‘de harde kern van de georganiseerde criminaliteit’. De oproep van Fijnaut bleek aan dovemansoren gericht.
In de ons omringende landen worden de Hells Angels veel harder aangepakt. In Noordrijn-Westfalen en Berlijn zijn de Angels verboden. En in Canada voert de Royal Mountain Police al jarenlang een keiharde strijd tegen de motorbenden, zoals blijkt uit eerder genoemde onderzoeken. De verschillende korpsen sloegen de handen ineen toen bij de bendeoorlogen ook onschuldige slachtoffers vielen. Op dit moment loopt in Montreal een groot proces tegen een groep Hells Angels, na een opeenstapeling van incidenten.
In tal van internationale politieonderzoeken worden de Hells Angels omschreven als een criminele organisatie. In 1989 bracht de Amerikaanse openbare aanklager een rapport uit waarin de bende in verband werd gebracht met een waaier aan criminele activiteiten: diefstal, verkrachting, moord, huurmoorden, financiering van drugstransacties en witwaspraktijken. Volgens Canadees onderzoek hebben de Angels daar alleen al tussen 1990 en 1994 meer dan dertig miljoen dollar witgewassen.
Buitenlandse politiediensten verbazen zich over de softe aanpak van de Angels in Nederland, zo schreef VN drie jaar geleden. Camilla Annerstadt was de toenmalige medewerker van het Rockers Project van Interpol, dat nauwgezet alle bewegingen volgde van motorbenden. Volgens Annerstadt zou het Chapter Amsterdam in Europa ‘de leiding hebben bij de drugshandel’. Stephan Thomas van het Duitse Bundeskriminalamt bevestigde dat Nederland een centrale rol speelt: ‘Tijdens de bendeoorlogen in Scandinavië vergaderden de Angels uit Noorwegen, Denemarken en Zweden in Amsterdam.’
Zijn Belgische collega Karel van de Laar (niet zijn echte naam) is al jaren actief in het Highsiders-team, dat verbeten jacht maakt op de motorbenden. Hij verwonderde zich vooral over de verwevenheid tussen Angels en het lokale bestuur in Amsterdam. Hij liet verontwaardigd een foto zien van voormalig wethouder Edgar Peer die zich bij zijn afscheid hartelijk liet omhelzen door Big Willem, de leider van de Angels in Amsterdam. Van Laar zei toen: ‘De Angels hebben bij jullie geen prioriteit. Ik weet dat veel buitenlandse diensten daarover gefrustreerd zijn.’ Er is sindsdien weinig veranderd, zegt Van Laar nu. ‘De Angels worden op dit moment bij jullie nog steeds niet au serieux genomen.’
Big Willem en zijn mannen
In Amsterdam spelen de Angels nog altijd een belangrijke rol in het wallengebied. Al sinds jaar en dag verhuren de motorvrienden zichzelf als portiers en beveiligers. Big Willem bezit in de rosse buurt twee coffeeshops en zijn zoon een tattooshop. Op het oog gaat het om toffe jongens die komen opdraven bij benefietavonden en aardig zijn voor kankerpatiëntjes. Big Willem in Het Parool: ‘Wij hebben mensen die gewoon werken: op het abattoir, op de taxi, in de beveiliging. Wat moeten hun bazen wel niet denken? Dat ze crimineel zijn? Dat kan toch niet!’
Wie beweert dat de Angels ook een andere kant hebben, moet rekening houden met een ongevraagd bezoek van Big Willem en zijn mannen. In 1993 berichtte Nieuwe Revu over de verregaande activiteiten van de Angels in de rosse buurt: een softdrugshandelaar werd uit een café geslagen en een Britse marinier werd in de gracht gegooid. De motorrijders kwamen verhaal halen bij het blad. Het was een intimiderende actie.
Maar ook recent nog protesteerden Angels met geweld tegen hun onwelgevallige beschuldigingen. Jack Spijkerman moest zijn verontschuldigingen aanbieden na een grap over een vermoorde Hells Angel in seksclub Esther. Ook eisten de Angels dat de presentatoren Frits Barend en Henk van Dorp hun excuses maakten. Het duo had hen een ‘criminele organisatie’ genoemd. De Hilversumse politie deed onderzoek naar huisvredebreuk, maar tot een rechtszaak is het nooit gekomen.
‘In het gegeven dat motorclubs overal ingang hebben, schuilt het grootste maatschappelijke gevaar.’
Na dit incident studeerde het Amsterdamse OM op mogelijkheden om de Angels aan te pakken. Even leek het alsof de hoofdstedelijke opsporingsambtenaren moed hadden opgevat. In 2001 deed de politie een inval in het Amsterdamse clubhuis waarbij enkele wapens worden gevonden. De actie leek voortijdig uitgelekt, aangezien al vanaf ’s ochtends vroeg een cameraploeg postte bij Angels Place. Negen clubleden werden aangehouden, maar mochten de volgende dag al naar huis. Na veel juridisch geharrewar raakte uiteindelijk alleen Big Willem zijn wapenvergunning kwijt. ‘De inval was niet meer dan een symbolische daad,’ zegt de Belgische Van Laar.
Waarom mislukken acties als deze? Volgens het vakblad Recherche Magazine zouden de Angels in Nederland zozeer zijn geïnfiltreerd in het openbare leven, dat een effectieve aanpak zeer moeilijk is. In een artikel van oktober 2002 wordt de pikante conclusie getrokken op basis van niet nader genoemde bronnen dat de Angels overal vrienden en familieleden hebben ‘van justitie tot defensie’ en ‘van gevangenis tot politie’. Het blad stelt: ‘Het is nog maar de vraag naar wie de loyaliteit uitgaat. Met andere woorden: via via lekt een hoop informatie naar de Hells Angels. En gaat dat niet op vrijwillige basis dan is er nog altijd de optie intimidatie. In het gegeven dat de motorclubs overal ingang hebben, schuilt het grootste maatschappelijke gevaar.’
Tachtigduizend gekken
De Nederlandse overheid heeft de Angels veel te lang te lief aangepakt, zegt een hoge Amsterdamse ambtenaar. Uit angst voor represailles wil ook hij niet met zijn naam in de krant. ‘Iedereen is bang.’ Hij vertelt over winkeliers in het Amsterdamse wallengebied die niet langer wilden betalen voor de beveiligingsdiensten van de Angels. Maar ze waren bang om aangifte te doen. ‘Ik heb met commissaris Van Riessen gepraat en met hoofdcommissaris Kuiper, maar ik kwam niet verder,’ zegt de ambtenaar.
‘Kijk, die Hells Angels krijgen binnen vierentwintig uur tachtigduizend van die gekken op motoren bij elkaar vanuit heel Europa. Niemand durft.’ Het ergert en verbaast de ambtenaar dat hij van niemand medewerking krijgt. ‘Het Amsterdamse bestuur en justitie laten de situatie dooretteren. De Angels worden gedoogd. Dat moet eens een keer afgelopen zijn.’
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.