Op het moment dat een verdediger
een bepaalde positie inneemt
zit er altijd een negatief aspect aan.
Als je dat in een flits ziet
(maar dat is ervaring en
daar kom je alleen maar achter door
wedstrijden, wedstrijden, wedstrijden)
dan ga je dat ook weer bespelen.
Dus: aan de tegengestelde kant
van de verdediger lopen.
Al na een paar minuten in de wedstrijd
moetje een verdediger analyseren:
rechterbeen, linkerbeen,
waar loopt hij nu naar toe,
en: waar ligt dus mijn gaatje?

Van alle Nederlandse dichters is de schepper van bovenstaande elegie zeker de bekendste. Net na de oorlog geboren groeide hij  op in een Amsterdamse volksbuurt waar zijn vader  een levensmiddelenhandel dreef. Niets wees erop dat de jongen gaven had die hem tot een groot dichter konden stempelen. In die buurt werden trouwens alleen prozaschrijvers en communisten geboren. Wél maakte hij al vroeg naam als voetballer. Op zijn zeventiende debuteerde hij in de nabij zijn huis gelegen voetbalclub Ajax, maar ook in de...