Nederland wordt vervloekt door een groepje boze moslimjongeren. Je zou willen weten hoe hun (groot)vaders daar over denken; ervaren ze het inderdaad als ‘verraad’, zoals Aboutaleb en Eerdmans schrijven, of is er ook heimelijke trots dat de kleinkinderen alsnog hun vroegere lot wreken?

Moslims die de jihad prediken, ‘plegen verraad aan de kernwaarden van de democratie’, schrijven burgemeester Aboutaleb en wethouder Eerdmans in hun gezamenlijke brief. Het is onmiskenbaar waar, maar ik denk dat die opmerking niet zorgde voor een golf van ontzetting binnen de moslimgemeenschap. Interessanter, want doelgerichter, is het vervolg van het verwijt van de bestuurders. Jihadisten verraden ook hun grootouders ‘die destijds naar het vrije en tolerante Nederland zijn gekomen of gevlucht om hun kinderen een goede toekomst te geven.’

Laten we ons even beperken tot de Nederlandse Marokkanen en Turken. Die grootouders kwamen in de jaren zestig en zeventig van daar naar hier, en niet...