Een cabaretier met een bourgeois-verknipte jeugd die zich als een archeoloog ontpopt om zijn herinneringen op te graven. Hij verzamelt tegelijk materiaal voor zijn nieuwe voorstelling. De jeugd van Felix Kajuit, de vertellende hoofdpersoon van Christiaan Weijts roman De goddelijke comedyclub, zit zo vol milde tragedie dat hij zijn gave om overal een grap uit te halen ruim kan uitleven. Felix Kajuit bevestigt als cabaretier wat Karl Marx beweerde: dat de geschiedenis zichzelf herhaalt, eerst als tragedie, dan als komedie. Anders dan archeologen heeft Weijts geen moeite zijn herinneringen op te halen, die vloeien zo uit zijn pen, meteen komedierijp.
Literaire kroniek
Literaire Kroniek: Cabaretier op zoek naar zichzelf

Hoe groots ook de naam van de club, De goddelijke comedyclub ontkomt niet aan de neergang in Christiaan Weijts briljante roman. Dat is het gevolg van gefnuikte idealen, ontsporingen en tegenstellingen die door comedy niet kunnen worden opgelost.