Toen D66-leider Hans van Mierlo aan het begin van het eerste paarse kabinet in 1994 als minister van Buitenlandse Zaken een wat ongrijpbaar betoog had afgestoken over het Europees beleid, kwam VVD-leider Frits Bolkestein naar de interruptiemicrofoon en sprak met geaffecteerde stem: ‘Ik heb naar u geluisterd, maar uw bijdrage is een grote nul’. In de Kamer en in de pers werd geschokt gereageerd. Het was hoogst ongebruikelijk dat een leider van een regeringspartij een minister van de eigen coalitie zo onbarmhartig te kijk zette. Het voorval zou exemplarisch blijken voor de keuze van Bolkestein om vanuit de Kamer oppositie te voeren tegen het eigen kabinet. De onafhankelijke positie die de VVD-leider tijdens Paars I innam, legde de liberalen geen windeieren: bij de verkiezingen in 1998 won de VVD zeven zetels, D66 verloor er tien.
Column
Buigt Yeşilgöz loyaal mee, of vaart ze haar eigen koers?
Dilan Yeşilgöz staat voor de keuze of ze à la Frits Bolkestein oppositie gaat voeren tegen het eigen kabinet, schrijft Thijs Broer. ‘Ze hopen bij de VVD dat het balletje uiteindelijk toch weer naar de liberalen toe komt rollen, desnoods ten koste van de rechtsstaat.’