Soms ontstaat in het grootste rumoer opeens helderheid, zoals je je te midden van een oud-en-nieuwfeestje pas goed realiseert hoe alleen je bent. Die gedachte overviel me de laatste weken, toen het gekrakeel over volledig bedekte vrouwen zijn kookpunt bereikte. De Wet Gedeeltelijk Verbod Gezichtsbedekkende Kleding ging van kracht op 1 augustus, en in dit geval dekt de platte roepnaam ‘boerkaverbod’ de lading. Het is de laatste stuiptrekking van het tijdperk-Wilders, waarbij het venijn in de staart blijkt te zitten.

Het verbod en de discussies daarna over zogenaamde vrouwenbevrijding raken me. Niet alleen omdat het mijn samenleving betreft, maar omdat het mij persoonlijk betreft. Opgegroeid in een destructief milieu van onderdrukking en geweld, waarin geen haarbreedte ruimte was voor de bewegingsvrijheid, persoonlijke ontwikkeling of stem van de vrouw, weet ik hoe het is als iedereen om je heen denkt te begrijpen wat goed voor je is.

Of die onderdrukking nu stamt uit religie,...