Net als veel anderen maakte Thijs Lijster (1981) tijdens de lockdowns regelmatig een wandeling. Op een dag stuitte hij op een gemeenschapstuintje. Er waren bloemen en planten, een insectenhotel en een bankje. Buurtbewoners werden – zo las hij op een bordje – aangemoedigd om lekker te gaan zitten, te picknicken, kruiden of bloemen te plukken of groenten te oogsten. Alleen voor eigen gebruik en niet meer dan noodzakelijk. En het zou natuurlijk prettig zijn wanneer ze een bijdrage wilden leveren aan de verzorging en het onderhoud van de tuin.

Wat een verschil met de manier waarop wij onze samenleving hebben ingericht, dacht Lijster. Hij liet een cascade van crises passeren: de huisvestingscrisis, de ecologische crisis, de coronacrisis, de burn-outcrisis, de politieke crisis rondom het gebrek aan gemeenschapszin, de vormen van fascisme en autoritarisme die steeds meer mensen aantrekken. Grote problemen, veroorzaakt door bijna vijf decennia neoliberalisme.

Natuurlijk, in en rondom...