Toen Femke Wiersma, minister van Landbouw namens BBB, van de week de stikstofplannen van de provincies van tafel veegde, waardoor er jaren werk van provinciebestuurders, natuurorganisaties en boerenvertegenwoordigers in de prullenbak verdwenen, en dat zonder enig zicht op een alternatief, moest ik opeens weer denken aan Ivo Opstelten, de man die als VVD-minister van Veiligheid en Justitie in het eerste kabinet-Rutte met gedoogsteun van de PVV de woorden sprak: ‘Sentiment is minstens zo belangrijk als de feiten. Bestuurders die dat niet begrijpen, zijn geen knip voor de neus waard.’
Zijn opmerking werd door geschokte critici opgevat als een vrijbrief voor populistische politiek, en dat was het ook: als minister liet Opstelten samen met zijn staatssecretaris Fred Teeven voortdurend juridisch onhoudbare proefballonnetjes op om een krachtig bestuurder en bestrijder van criminaliteit te lijken, tot grote verontrusting van de ambtenaren op Justitie en vrijwel de gehele rechterlijke macht, die zijn degelijke, juridisch hooggeschoolde voorganger Ernst Hirsch Ballin gewend waren.