Filosofen zijn er niet alleen om ons gedachten aan te reiken, schrijft Groot. Ze zijn geen leermeesters maar plaaggeesten en provocateurs. ‘Filosofen zijn er misschien nog wel méér om ons uit evenwicht te brengen en op het verkeerde been te zetten.’

Plato wist niets van Photo­shop. Noch van de iPhone, Skype, Instagram of de TomTom. De grammofoon van Edison lag nog twee, de bril één millennium in het verschiet. Hij beschouwde slavernij als een gewone zaak en vrouwen als wezens die niet echt konden denken. Aan democratie had hij een broertje dood; vreemde volkeren waren ook voor hem ‘barbaren’. Wat zou zo’n man die vierentwintig eeuwen geleden leefde ons nu nog te vertellen kunnen hebben?

Wat voor Plato gold, geldt voor het merendeel van de filosofen wier namen ons nu spontaan te binnen schieten. Rousseau kende de verbrandingsmotor niet, en hij zou over het ‘onnatuurlijke’ daarvan ontzet geweest zijn. Aristoteles had nog geen idee van telex of fax, inmiddels alweer...