Arie Storm staat voor een huis dat er niet meer is. Zijn ouderlijk huis, Rembrandtstraat 7 in Den Haag. Op 20 juli 1963 kwam hij daar ter wereld, in een van de schaarse vertrekken die niet werd opgeslorpt door de groentewinkel die zijn vader in het woonhuis dreef.

In zijn semi-autobiografische trilogie, waarvan tot nu toe de delen Luisteren hoe huizen ademen en Maans stilte verschenen zijn, is de Schilderswijk een prominent thema. Voor dat eerste deel was hij drie jaar geleden even teruggekeerd naar de Rembrandtstraat, om te kijken of zijn herinneringen aan de huizen wel klopten. Verder hield hij de buurt toen snel voor gezien. Een latere poging om de Schilderswijk te verkennen, strandde. Storm wilde zijn partner Josje Kraamer en hun 16-jarige dochter Lola zíjn Schilderswijk laten zien, maar dochterlief had geen animo om ‘die gribus’ te bezoeken.

Nu is het dan toch zover, op een doordeweekse dag begin juni, om een uur of vijf. Hij moet wel, vindt hij. Want zijn als twee...