Mark Rutte zat zichtbaar te genieten in Vak K toen Sigrid Kaag van de week door de Tweede Kamer urenlang op de grill werd gelegd over de dramatisch verlopen evacuatie uit Afghanistan. Terwijl de D66-leider haar best deed de ene na de andere hete aardappel door te schuiven naar haar collega’s Ank Bijleveld en Ankie Broekers-Knol (‘Mevrouw Bijleveld komt hierop terug’) – een kunst waar Rutte zelf bijzonder bedreven in is – hóórde je hem bijna denken: weet zij ook een keer hoe het gaat in de échte politiek.

Urenlang kon Rutte rustig achterover leunen terwijl Kaag zich in bochten wrong om overeind te blijven, om pas na heel lang aandringen van de SGP berouw te tonen met een beroemde uitspraak van de gereformeerde voorman Abraham Kuyper: ‘Het boetekleed ontsiert de vrouw niet. We hebben fouten gemaakt, dat spijt mij’.

Een mooi moment voor de VVD kwam toen uitgerekend Kati Piri van de PvdA, de partij waar Kaag dolgraag mee zou willen regeren in een bondje met GroenLinks, met een motie van afkeuring kwam tegen dezelfde Kaag die tijdens het debat over verkennersgate op 1 april Mark Rutte met een motie van afkeuring probeerde weg te krijgen, waarbij ze opmerkte: ‘Ik zou daar mijn eigen conclusies aan verbinden.’

Toen Pieter Omtzigt – tijdens zijn eerste Kameroptreden na zestien weken thuis te hebben gezeten – Rutte en Kaag bevroeg over hun onderlinge vertrouwen, kon de premier vriendelijk opmerken dat hij de afgelopen weken heel goed met haar had samengewerkt.

gesmoord in de oude bestuurscultuur

Zo leek Rutte tijdens het Afghanistandebat gunstig voor de dag te komen, als de man die zijn collega’s in het kabinet wél steunt als het erop aankomt – en hoefde hij er helemaal niets voor te doen. Ook toen de fractie van de ChristenUnie de volgende dag bekend maakte de motie van afkeuring te zullen steunen – waarmee een Kamermeerderheid in beeld kwam – leek de bal nog even naar Rutte toe te rollen: als Kaag ondanks de motie van afkeuring aan zou blijven, zoals ook de premier zelf in april had gedaan, zou er weinig over zijn gebleven van haar mooie beloftes van ‘nieuwe politiek’, en haar venijnige kritiek op zijn leiderschap (‘regelen en ritselen’) in de HJ Schoo-lezing. Langzaam zou ze worden gesmoord in de oude bestuurscultuur.

Maar kort voor de stemming kwam de klap, toen Rutte tot zijn verbijstering van Kaag te horen kreeg dat ze inderdaad de consequenties zou trekken uit de motie van afkeuring. Tevergeefs probeerde hij haar nog aan boord te houden. Even later stond de doorgaans zo laconieke premier de pers zichtbaar aangeslagen te woord: hij noemde Kaag een ‘grote mevrouw’, en zei het aftreden van deze ‘wereldwijd gerespecteerde minister van Buitenlandse Zaken’ als een ‘groot verlies’ te beschouwen.

Ook Kaag zelf was zichtbaar aangedaan, nu er een vroegtijdig einde komt aan haar droombaan als minister van Buitenlandse Zaken. Opeens ging er ook een streep door haar bezoek volgende week aan de jaarvergadering van de Verenigde Naties, waar ze ooit nog secretaris-generaal van hoopt te worden. Maar binnen D66 ging gejuich op toen ze besloot haar consequenties uit de motie van afkeuring te trekken: ze werd bedolven onder de reacties van trotse partijgenoten.

Nu heeft Kaag in ieder geval de handen vrij tijdens de formatiegesprekken, die dit weekend onder leiding van Johan Remkes verder gaan op landgoed De Zwaluwenberg. En Rutte staat opeens weer te kijk als de man die wél aan het pluche bleef plakken.

extraparlementair kabinet

In de afzondering van het landhuis zou Remkes met Rutte, Kaag en Hoekstra gaan praten over een minderheidskabinet, en de mogelijkheid om ook PvdA, GroenLinks en ChristenUnie daarbij te betrekken. Maar achter de schermen valt te horen dat die kleinere partijen zich nog steeds in geen enkele gedoogconstructie willen laten lokken. Bovendien valt het CDA steeds verder uit elkaar, en zijn de verhoudingen tussen D66 en de ChristenUnie er deze week bepaald niet beter op geworden. Zo groeien de kansen voor een extraparlementair kabinet, zonder dichtgetimmerd regeerakkoord.

Ook binnen de VVD begint daar steeds meer animo voor te ontstaan. Oud-minister Henk Kamp begon er laatst al over in Buitenhof. Vervolgens drong oud-fractievoorzitter Ed Nijpels erop aan bij Johan Remkes – zoals hij van de week bij Op1 vertelde – die op zijn beurt van de week bij de kleinere partijen polste wat ze van zo’n extraparlementair kabinet zouden vinden. Mark Rutte, die niet van onzekerheid houdt, verzet zich tot nu toe tegen zo’n losse constructie, maar de grond onder de voeten van de VVD-leider begint steeds meer te schuiven, zelfs binnen zijn eigen partij.

En anders kan Johan Remkes altijd zelf nog premier worden. Nieuwe politiek onder leiding van een oude ijzervreter: het zou een wonderbare uitkomst zijn.