Micha Wertheim stuitte op de conceptversie van een tweede open brief die Mark Rutte vandaag aan alle Nederlanders schreef.

Beeldbewerking: Micha Wertheim, Vrij Nederland

Aan Bijna Alle Nederlanders,

Er is iets aan de hand met ons land. Hoe komt het toch dat we als land zo welvarend zijn, maar dat we de stemming in dit land laten bepalen door een oud-partijgenoot van mij die het beter doet in de peilingen dan ik? Een man die alles waar we als Nederland zo hard voor gewerkt hebben – zoals vrijheid, rechtsgelijkheid en niet te vergeten het feit dat ons land door dijken bewaakt wordt tegen de zee –, ondergeschikt lijkt te maken aan zijn angst voor de Islam? Hoe kan het toch dat we het hele politieke debat laten bepalen door een man, zelf kind van migranten, die ons het gevoel heeft gegeven dat immigratie het grootste probleem is voor Nederland? Die er voor gezorgd heeft dat veel mensen het verschil tussen immigrant, vluchteling en crimineel niet meer weten?

Verreweg de meesten van jullie zijn van goede wil. Jullie werken hard, helpen elkaar en vinden Nederland best een gaaf land. Het kan natuurlijk altijd beter gaan met een land, maar in de hele wereld zijn er maar weinig landen waar het welvaartspeil zo hoog is als hier. Weinig landen waar de gezondheidszorg zo goed geregeld is, weinig landen waar je zo veilig bent op straat. Natuurlijk zijn er altijd groepjes die op straat de boel verzieken. Maar waarom denken we toch dat dat iets nieuws is?

Ik kan natuurlijk niet spreken voor de jongens die conducteurs bespugen. Die zijn er altijd geweest, en die zullen er altijd zijn. Wie denkt dat dat niet zo is heeft een slecht geheugen. Denk maar eens aan de gewone Nederlanders die spuugden op de Joden die werden gedeporteerd. De grootste krant van dit land had er minder dan een generatie geleden geen probleem mee om die andere gewone Nederlanders uit te maken voor ongedierte. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. Zowel de mensen die afgevoerd werden als de mensen die meehielpen waren ‘gewone Nederlanders’ die zich van geen kwaad bewust waren. Ieder jaar sta ik plechtig bij de 4 mei-herdenking en knik ik instemmend als er gezegd wordt dat we dat niet mogen vergeten. Maar God behoede diegene die die geschiedenis op andere dagen van het jaar niet kan vergeten.

We denken dat alleen moslims de boel verzieken. Ik zal dat zelf nooit zo zeggen, maar ik insinueer het graag. Gelukkig zijn er altijd moslims te vinden die dat beeld van onverdraagzaamheid willen bevestigen. Maar loop als vrouw eens een paar dagen met een hoofddoek rond en je weet dat niet alleen moslims hun speeksel niet in hun mond kunnen houden. Daarover zwijg ik.

Waarom doe ik dan mee aan die bangmakerij, zult u vragen. Waarom voel ik mij als premier van dit land niet geroepen om leiderschap te tonen en te vertellen wat de andere problemen zijn in dit land? Waarom plaats ik in landelijke kranten een paginagrote advertentie waarin ik juist meedoe aan het beeld dat mijn oud-partijgenoot schept?

Omdat dat tegenwoordig normaal is in dit land. En wie stemmen wil winnen, moet zo normaal mogelijk zijn.

Neem  die conducteurs die bespuugd worden. Een verschrikkelijke situatie. Ik suggereerde in de krant dat vooral migranten dat doen, maar wie wel eens in een trein vol autochtone voetbalsupporters heeft gezeten, weet heel goed dat het niet zo simpel is. Een weldenkende conducteur laat zich niet eens zien als er is gevoetbald. Mijn partij wil een kleine overheid. Dat betekent dat we vinden dat openbaar vervoer zo veel mogelijk iets van de vrije markt moet zijn. Gevolg is dat niet de overheid maar de vervoersbedrijven nu verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun personeel. Dat dat zich minder veilig voelt komt deels dus door mijn eigen beleid. Als ik dat eerlijk zou vertellen, zou mij dat kiezers kosten. Niet dat een staatsbedrijf nou alle problemen op zou lossen. De realiteit is dat veel problemen niet opgelost kunnen worden. Maar in plaats van de te hoge verwachtingen van kiezers te temperen, ga ik mee in de suggestie van mijn oud-partijgenoot dat voor ieder probleem een simpele oplossing is.

In Nederland is het normaal dat je elkaar de hand schudt en gelijk behandelt. Toch koos ik er vandaag in een paginagrote advertentie voor om een onderscheid te maken tussen verschillende groepen Nederlanders. Ik doe dus mee aan de polarisatie die mijn oud-partijgenoot zo veel stemmen oplevert. Deels omdat ik graag wat van zijn kiezers wil hebben. Maar deels ook omdat hem tegenspreken te veel gaten bloot zou leggen in mijn eigen verkiezingsprogramma. Voor mijn partij is het opwarmen van de aarde en het onder water lopen van Nederland namelijk ook geen speerpunt. Mijn partij gelooft ondanks de  financiële crisis nog steeds dat grote banken met rust gelaten moet worden. Daarom doen we ook mee met het cynisme tegen Europa. Europa, dat misschien het enige, zij het niet perfecte, instrument is om een tweede bankencrisis te voorkomen, om een vuist te maken tegen Rusland en om met China en Amerika te onderhandelen over klimaatbeheersing.

Het eerlijke verhaal is dat veel problemen zich niet makkelijk laten oplossen. Solidariteit is een vies woord geworden. Terwijl je samen nu eenmaal meer bereikt dan alleen. Dat is ironisch genoeg de reden dat ik jullie stem wil. Mijn oud-partijgenoot twittert graag, en zijn grote homofobe held in het Witte Huis ook. Ik ga tekeer tegen homofobie als die van moslims komt, maar houd mijn mond als die uit het Witte Huis komt. De meesten Nederlanders snappen dat de wereld gecompliceerd is. Maar ik dans liever naar de pijpen van Nederlanders die dat niet willen snappen en die echt geloven dat gewone Nederlanders nooit slechte dingen doen. Omdat ik denk dat dat de enige manier is om de verkiezingen te winnen, en ook omdat ik me persoonlijk weinig zorgen maak over de gevolgen van die strategie. Van oudsher behoor ik tot de mensen die de dans wel ontspringen als de boel uit de hand loopt. Die strategie van meesurfen op xenofobe volkswoede is inmiddels allang niet meer controversieel. En daarom noemen we het bij de VVD: normaal doen.

Het klopt dat ik niet lang geleden verklaard heb dat de VVD nooit met de PVV samen zal regeren. Maar maakt u zich geen zorgen of illusies. Vier jaar geleden beloofde ik dat er geen extra geld naar de Grieken zou gaan, en niemand lijkt zich te herinneren wat ik met die belofte heb gedaan. Mijn woord is in verkiezingstijd niets waard.

Er was dat jaar één politicus die met een ‘eerlijk verhaal’ toegaf dat hij geen garantie kon geven dat er geen geld naar Griekenland zou gaan. Die heb ik toen met mijn woord verslagen. En waar is Diederik Samsom nu? Precies. En zijn partij doet het al niet veel beter. Kortom, wie eerlijk is kan beter iets anders gaan doen met zijn of haar leven.

Dat alles maakt Nederland tot een ontzettend gaaf land. Ik zou nergens anders willen wonen. U wel?

Meer Vrij Nederland? Schrijf je in voor de nieuwsbrief, met elke week de beste stukken van vn.nl en het maandblad.