De 19-jarige Boyan Slat verovert de wereld met zijn visionaire plan om ronddrijvend plastic afval in de oceanen op te ruimen.

Honderdduizend zoogdieren en een miljoen vogels sterven elk jaar doordat ze plastic dat in de zee ronddrijft opeten of erin verstrikt raken. Dat choqueert me,’ aldus de 19-jarige Boyan Slat afgelopen week tijdens een presentatie in New York. ‘Maar wat me nog het meest verbaast, is dat mensen zeggen dat het probleem onoplosbaar is terwijl er nooit onderzoek naar is gedaan.’

Slat, oprichter van The Ocean Cleanup, was in New York om na een jaar van onderzoek met een team van ruim honderd vrijwilligers de resultaten te presenteren van een haalbaarheidsstudie naar zijn revolutionaire plan om wél iets te gaan doen aan het terugdringen van wat in het Engels plastic soup is gedoopt. En de conclusie van de studie? ‘We hebben geen enkele reden gevonden waarom het niet kan.’ Volgens Slat kan tegen minimale kosten binnen tien jaar de helft van de drijvende plastic vuilnisbelt tussen Amerika en Azië zijn opgeruimd.

Slats ideeën vinden wereldwijd ingang. Op 16 juni is hij te gast op de Our Ocean-conferentie in Washing­ton, georganiseerd door de Ameri­kaan­se minister van Buitenlandse Za­ken John Ker­ry. ‘Ik zal hem dan waarschijnlijk ook een handje geven,’ laat Slat telefonisch weten vanuit zijn hotelkamer in New York. Zijn woordvoerder zegt dat Slat twintig minuten de tijd heeft voor een gesprek, daarna moet hij naar The Wall Street Journal voor een interview. Slat, die tot voor kort luchtvaart- en ruimtevaarttechniek studeerde aan de TU Delft maar zijn studie heeft stopgezet om zich geheel te wijden aan zijn missie, is hot.
Centrifugeren

Het begon allemaal drie jaar geleden. De toen nog zestienjarige scholier was met zijn ouders op vakantie in Griekenland. Hij is gek van duiken en daalde ook deze keer af in de Mediter­ranee. Groot was zijn ontzetting toen hij onder water meer plastic zakken zag ronddrijven dan kwallen. Drie­honderd miljoen ton plastic gebruiken we jaarlijks met z’n allen. En heel wat komt in zee terecht. Niet alleen netten en rommel die door scheepsbemanningen overboord wordt gezet of lading die verloren gaat, maar vooral ook afval dat via rivieren in zee komt.

Op vijf plaatsen in de wereld verzamelt al dat afval zich in zogenoemde gyres, ringvormige zeestromingen tussen de continenten. Gevolg: stranden worden bedolven onder kratten, flessen, kinderspeelgoed en andere rommel; vogels, vissen en andere dieren zien stukjes plastic aan voor voedsel en bezwijken. Daarenboven wordt het plastic steeds verder afgebroken zonder dat het ooit verdwijnt, waardoor het als microdeeltjes in vissen terechtkomt, die weer op ons bord belanden.

 

Slat in zijn jongenskamer. Foto: The Ocean Cleanup
Slat in zijn jongenskamer. Foto: The Ocean Cleanup

Zo kon het niet langer, vond Slat. Na terugkeer uit Griekenland deed hij nog tijdens zijn middelbare school gedurende een aantal maanden naast zijn gewone lessen een uitgebreid onderzoek. Hij wilde weten hoeveel plastic er eigenlijk in zee ronddreef. En of je het eruit kon halen zonder al het leven te vernietigen. Met zijn vriend Tan Nguyen ging hij opnieuw naar Griekenland, waar hij veldonderzoek deed. Wat bleek: je kan kleine plastic deeltjes uit het water centrifugeren zonder dat het plankton sterft. In hun verslag beschreven Slat en Nguyen al rudimentair een methode om het plastic uit zee te halen: een soort sleeparm aan een schip zou het plastic moeten verzamelen. Voor hun werkstuk wonnen ze in 2012 de prijs voor het Beste Technische Ontwerp van de TU Delft.

Revolutionair idee

Het probleem van de plastic soep bleef Slat bezighouden. ‘Ik hou van techniek en denk graag na over problemen,’ zegt hij. Tijdens een volgende zomervakantie op de Azoren had Slat zijn eureka-moment. ‘Ik zat met mijn ouders op een terras wat te krabbelen op een servetje,’ zegt hij. ‘En opeens had ik het.’ De oplossing voor het opruimen van plastic afval op zee werd tot nu toe altijd gezocht in schepen die de zee op trekken om het plastic op te vissen; ook hijzelf was in zijn onderzoek daarop uitgekomen. Maar dat vraagt veel mankracht en brandstof, is door de uitstoot van CO2 milieuonvriendelijk en kost heel veel tijd. Het plastic is namelijk wijd verspreid. Het gaat om miljoenen vierkante kilometers met per vierkante kilometer misschien honderd kilo plastic. Het zou duizenden jaren kosten om de troep op te ruimen. Ondoenlijk dus.

Slat kantelde het probleem. ‘Waar­om naar het plastic toe gaan als het plastic ook naar jou kan komen,’ was zijn even simpele als revolutionaire idee. Hoe? Door op volle zee twee vijftig kilometer lange drijvende cilindervormige barrières te leggen die uitkomen in een V-vorm. Al het levende materiaal gaat onder de barrière door, plastic klotst tegen de barrières aan en gaat door de stroming langzaam naar de punt toe. In die punt drijft ook een onbemand werkstation met een schubbandsysteem waarmee de plastic soep uit zee kan worden gevist. Daarnaast is er een pomp met een filter om de kleinere deeltjes uit het water te halen. Het opgeviste plastic wordt vermalen opgeslagen in een container.

In de kijker

Na die vakantie begon Slat met zijn studie aan de TU Delft. Maar hij bleef broeden op zijn plannen om de oceanen schoon te krijgen. Omdat hij als scholier de ontwerpprijs had gewonnen, had hij zich in de kijker gespeeld. In oktober 2012 werd hij gevraagd om zijn plannen toe te lichten tijdens een TEDx op de TU. De vorm van zo’n TED Talk, oorspronkelijk afkomstig uit Californië maar nu over de hele wereld gehouden, is steeds dezelfde: een spreker moet op een podium in maximaal achttien minuten een idee uit de doeken doen dat mensen begeestert, inspireert en motiveert.

‘De simpelheid van mijn oplossing spreekt heel erg aan, merk ik

Het optreden van Boyan Slat maakte meteen grote indruk; het filmpje is ook nog te zien via YouTube. Slat, net achttien jaar oud, spreidde een charisma tentoon dat je niet vaak ziet bij een beginnende student. Hij presenteerde zijn plannen eloquent in vloeiend Engels. En hij had een prikkelende boodschap: hij beweerde dat hij in vijf jaar tijd de plastic troep uit de oceanen kon opruimen en met het afval ook nog geld kon verdienen door er olie van te maken. Hij liet een prachtige computeranimatie zien van zijn gedroomde verzamelstation drijvend op het water, een futuristisch gevaarte in de vorm van een reuzenmanta (een soort vis). Maar ondanks zijn inspirerende verhaal bleef het aanvankelijk stil. ‘Ik schreef driehonderd bedrijven aan om een haalbaarheidsonderzoek financieel te ondersteunen, maar ik kreeg maar één reactie. Ik besloot me maar te gaan richten op mijn studie.’

 

Viral

Een half jaar later, op 26 maart 2013 – Slat weet de datum nog precies – ging zijn verhaal alsnog viral. Zijn ideeën werden tienduizenden keren verspreid via sociale netwerken. Drie dagen later verscheen een verhaal over Slat op het Amerikaanse weblog Inha­bi­tad, dat zich helemaal richt op groene ontwerpen voor een betere wereld. Het verhaal werd maar liefst anderhalf miljoen keer gedeeld, een record voor de website.

Slat kreeg vijftienhonderd mails per dag vanover de hele wereld, zijn mobiele telefoon stond niet stil. ‘Opeens was ik niet meer alleen.’ Waarom hij een hit werd is Slat nog steeds een raadsel. Zijn optreden bij TEDx lag al een half jaar achter hem, het project lag min of meer stil. ‘Het is toeval geweest, en geluk,’ zegt hij. ‘Maar ik denk dat er ook een dieper liggende oorzaak is. Mensen vinden al dat plastic in de zeeën echt een probleem. We hebben het wél zelf veroorzaakt. En de simpelheid van mijn oplossing spreekt heel erg aan, merk ik.’

Een paar dagen nadat het verhaal viral ging, begon Slat – die inmiddels The Ocean Cleanup had opgezet – alsnog een crowdfunding-actie. Hij wilde tachtigduizend dollar verzamelen om te onderzoeken of zijn ideeën echt haalbaar waren. Al binnen een maand was het benodigde geld binnen.
‘Sprookjes’

In vijf jaar tijd zou hij het plastic uit de oceaan kunnen opruimen

Niet iedereen reageerde even enthousiast op de onconventionele plannen van de Delftse student. Een van de meest vooraanstaande criciti was Char­les ‘Captain’ Moore, zeezeiler en vermaarde figuur in de wereld van oceaan-activisten. In 1997 raakte hij van de normale zeeroutes af. Hij belandde in een deel van de Grote Oceaan waar zelden mensen komen. En tot zijn verbazing zag hij overal plastic flessen, dopjes en ander materiaal ronddobberen.

Moore wordt wel beschouwd als de ontdekker van de Great North Atlan­tic Gar­ba­ge Patch. Sindsdien strijdt hij tegen de zeevervuiling. Volgens Moore was er zoveel vervuiling, en verspreid over zo’n groot gebied, dat het maar liefst 79.000 jaar zou kosten om alles op te ruimen. In zijn TED-talk zei Slat ­pesterig dat hij dat 78.995 jaar ­sneller voor elkaar zou krijgen.

Moore deed op zijn beurt de ideeën van Slat af als iets ‘van de tekentafel’ dat in de praktijk nooit zou werken. Hij verweet de jonge Nederlander niet te weten ‘hoe het daar op zee echt is’ en adviseerde hem zijn kennis en kunde te focussen op het voorkomen van massale lozingen van plastic afval in de wereldzeeën. Door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de verpakkingsindustrie efficiënter gaat werken. ‘Je stuurt ook geen padvinders de ruimte in om te helpen de ozonlaag te dichten. Dat probleem los je op door het gebruik van drijfgassen te verbieden.’

Een schildpad verstrikt geraakt in plastic verpakkingmateriaal
Een schildpad verstrikt geraakt in plastic verpakkingmateriaal

De meest vileine kritiek kwam van een andere expert, Stiv Wilson, die werkt voor 5 Gyers, een Amerikaanse actiegroep die al enige jaren strijdt tegen de plasticvervuiling op zee. Hij deed Slats ideeën af als ‘sprookjes’ die de industrie in de kaart speelden: die wil consumenten graag doen geloven dat ze steeds maar meer kunnen consumeren en dat de problemen vervolgens dankzij technische vindingen wel worden opgelost. Hij noemde Slats plannen daarom ‘gevaarlijk en contraproductief’.

Vol­gens Wilson was het verder praktisch onmogelijk om op zee op grote schaal plastic op te ruimen. Hij had alle wereldzeeën bevaren en wist uit eigen ervaring wat voor een woeste en onherbergzame plek het was, groot en eindeloos, waar machines en ijzeren voorwerpen in een mum van tijd verroesten en de onweersstormen onbarmhartig zijn. Hij ergerde zich aan de naïviteit van de jonge ambitieuze nieuwkomer. Maar tegelijkertijd, zo eerlijk was Wilson wel, schreef hij ‘een beetje jaloers’ te zijn op de aandacht die de Delftse student ten deel viel terwijl zoveel van zijn collega’s die aan ‘echte oplossingen’ werkten ‘onopgemerkt bleven’.

Vol­gens Wilson en andere milieuactivisten moet de oplossing niet op zee, maar aan de wal worden gezocht: consumenten moeten minder plastic gebruiken, fabrikanten minder verpakkingsmateriaal. En het plastic dat in zee drijft? Dat spoelt vanzelf aan op het strand en die stranden moeten dan ook goed worden schoongemaakt, een weinig glamoureus klusje, maar wel de enige manier om echt iets te bereiken. ‘De oplossing voor de problemen is niet elegant, er bestaat geen silver bullet,’ schreef Wilson.


Grote stap verder

Na de kritiek die Slat over zich heen kreeg besloten hij en zijn team een mediastilte in te bouwen en zich te concentreren op de vraag of de plannen wel echt haalbaar zijn. Want de critici hadden een punt, vindt Slat terugkijkend. De plannen die hij tijdens TEDx had ontvouwd, waren visies, niet onderbouwd door al te veel onderzoek. Dat kon ook niet, daar had hij nooit het geld en de tijd voor gehad.

Slat: ‘Maar nu blijkt dat het echt kan. Met zeventig onderzoekers hebben we een jaar lang onderzoek gedaan. Onze bevindingen zijn getoetst door externe experts. We hebben een rapport van 530 pagina’s met als conclusie dat wat we willen zeer waarschijnlijk haalbaar is. We zijn een heel grote stap verder.’ Tijdens de presentatie, en ook in het telefonische interview benadrukt Slat dat The Ocean Cleanup niet dé oplossing is voor de plasticvervuiling. Want, nee, hij kan niet alle plastic uit de zee vissen. En ja, ook hij vindt net als Wilson en alle andere experts dat eerst en voor alles de ‘kraan dicht moet’; het wereldwijde gebruik van plastic moet drastisch omlaag. ‘Anders blijft het dweilen met de kraan open.’

 

Foto: The Ocean Cleanup
Foto: The Ocean Cleanup

 

In de afgelopen week gepresenteerde haalbaarheidsstudie worden de kritiekpunten van Moore, Wilson en anderen een voor een weerlegd. Anke­ren op vierduizend meter? Het kan volgens de experts van het bedrijf Vryhof Anchors die niet anders doen dan platforms op volle zee ankeren voor de olie-industrie. Normaal gaat dat tot 2500 meter, maar op 4000 meter kan het ook. En ook is proefondervindelijk vastgesteld dat het systeem van de barrières werkt.

Uit het onderzoek blijkt dat het plastic wel degelijk tegen de barrières aandrijft en er dus niet onderdoor gaat of overheen slaat. En zware stormen kunnen het werkstation en de barrières in 95 procent van de gevallen doorstaan, wijzen computeranalyses en experimenten met schaalmodellen uit. De kans dat vissen of andere dieren vermalen worden, is extreem klein, zo is vastgesteld. Alleen plankton kan wellicht mee komen en afsterven, maar dat gaat om minimale hoeveelheden. Op het werkstation komen zonnepanelen, dus de CO2-uitstoot is nihil. Wel moet elke zes weken een schip komen om het fijngemalen plastic naar de kust te vervoeren. Dat plastic kan overigens verwerkt worden, bijvoorbeeld tot olie, via het zogeheten ‘pyrolyse’-proces.

Aanvankelijk dacht Slat dat er veel geld mee verdiend kon worden, maar daar komt hij nu op terug. Slat: ‘Pyrolyse is op dit moment nog niet echt winstgevend. Per ton verdien je ongeveer honderdtachtig dollar. Dat is niet veel, maar het plastic dat je aan land brengt, hoeft dus niet gedumpt te worden, je kan het voor iets nuttigs aanwenden.’ En het kan ook voor andere toepassingen worden gebruikt. Zo perste Slat en zijn team van afvalplastic dat ze mee terug namen uit Hawaii de omslagen van de twee papieren exemplaren van het haalbaarheidsrapport.
Creatief en dapper

Inmiddels is de verhouding met Char­les Moore én met directeur Marcus Eriksen van 5 Gyres goed. In februari van dit jaar bezocht Slat de twee mannen in Long Beach, Califor­nië. ‘Geweldig om ze eindelijk te ontmoeten,’ schreef hij op Facebook bij een foto waarop hij geanimeerd in gesprek is met het tweetal. Captain Moore plaatste óók foto’s op zijn Facebook-pagina. Zijn ergernis was blijkbaar verdwenen, want hij repte van een ontmoeting waarbij ‘ervaring en jeugd samen zoeken naar oplossingen voor de vervuiling van de oceaan’. Met daarachter vijf uitroeptekens. Marcus Eriksen laat per e-mail weten hij de ideeën van Slat ‘verwelkomt’ en dat hij zijn enthousiasme, passie en technische kunnen waardeert.

Hij woont nog bij zijn ouders, maar in zijn jongenskamer, de muren volgeplakt met to do-lijstjes en ontwerpen voor zijn project, zit hij maar zelden

‘Bouw een prototype, test ’m, test ’m nog een keer en kijk dan of-ie onder alle omstandigheden werkt. Ik wens hem veel succes en als dit minder effectief is dan gehoopt, dan ga ik er vanuit dat Slat creatief en dapper genoeg is om een ander pad in te slaan.’ Eriksens collega Stiv Wilson, aanvankelijk de felste criticus, heeft in de dagen na de presentatie nog niet van zich laten horen. In Nederland heeft de Plastic Soup Foundation, een organisatie die zich sinds drie jaar inzet om de oceanen schoon te krijgen, ook een eerste reactie. ‘Boyan trekt aandacht, zet het probleem op de kaart, dat is belangrijk,’ zegt medewerker Daniel Poo­len. ‘Maar mensen moeten niet denken dat het dé oplossing is. Wij blijven, ook nu de haalbaarheidsstudie er is, zitten met de vraag waarom Boyan en zijn team midden op zee plastic willen gaan opvissen. Waar­om niet dichter bij de kust? Daar waar de rivieren de zee in stromen zit altijd veel plastic, hier in Neder­land bijvoorbeeld bij de Maas en de Rijn die de Noordzee in stromen. Daar kan je geweldig werk doen. Hoe dichter bij het land, hoe lager de kosten. Het probleem van de plastic soep is een meerkoppig monster dat je van alle kanten moet bestrijden.’
Vrijwel nonstop gewerkt

De komende honderd dagen hoopt The Ocean Cleanup maar liefst twee miljoen dollar op te halen, opnieuw via crowdfunding. De teller staat op het moment dat dit stuk wordt geschreven op 75.000 dollar met nog 98 dagen te gaan. Met dat geld zullen testen worden gedaan; eerst op kleine schaal, maar binnen drie à vier jaar moet er een eerste volwaardige pilot komen. Dan komt er een station met de barrières van elk vijftig kilometer aan weerszijden: ‘We moeten nu gaan aantonen dat het concept haalbaar is.’ Slat en zijn team hebben gekozen voor een locatie in de Grote Oceaan tussen de Verenigde Staten en Azië, ten noordoosten van Hawaii, waar het meeste plastic ter wereld ronddobbert.

De afgelopen anderhalf jaar heeft Slat vrijwel nonstop gewerkt, soms wel vijftien uur per dag. Zijn sociale leven is zo goed als tot stilstand gekomen. Hij woont nog bij zijn ouders, maar in zijn jongenskamer, de muren volgeplakt met to do-lijstjes en ontwerpen voor zijn project, zit hij maar zelden. ‘Ik woon zo’n beetje op het kantoor dat de TU Delft ons ter beschikking heeft gesteld,’ zegt hij. Nu het rapport is gepresenteerd en de mediastop na een jaar stilzwijgen is opgeheven, staat hij de komende weken de pers te woord. Wereldwijd kreeg hij honderden interviewverzoeken. En dan, in juli, gaat hij op vakantie. Opnieuw naar een Grieks eiland. En ja, hij gaat net als drie jaar geleden diepzeeduiken. ‘Ik ga vast weer plastic zakken tegenkomen,’ zegt Slat. Maar nu in de wetenschap dat hij de plastic soep de komende jaren met succes kan bestrijden, als de wereld het wil.

 

Boyan Slat op de TED conferentie