Elk jaar maakt Vrij Nederland de balans op van het parlementaire jaar. In deze aflevering van het Haagse zomerrapport: de vijf ‘chief whips’.

1. Martijn van Dam (PvdA)

Als Kamerlid was Martijn van Dam veelvuldig in de media, maar sinds het nieuwe kabinet is hij in de luwte verdwenen. Als vicefractievoorzitter moet hij de fractie in stilte in het gareel houden. Van Dam zegt zichzelf absoluut niet als ‘chief whip’ te beschouwen: ‘Die functie kennen wij niet. Daar moet je voor naar Engeland.’ Wel geeft hij toe dat hij een heel andere rol is gaan vervullen.

Jarenlang gold Van Dam (1978) als aanstormend talent, inmiddels is hij een van de meest ervaren krachten en een spil in de fractie. Dat bleek al tijdens de ophef in de partij over het dreigende verbod van de rituele slacht onder het vorige kabinet: als troubleshooter nam Van Dam de ondankbare taak van Tjeerd van Dekken over om het plan aan boze joden en moslims uit te leggen. Bij het laatste partijcongres was het niet Diederik Samsom die de strafbaarstelling van illegaliteit tegenover de leden moest verdedigen, maar Martijn van Dam. Als hij dezelfde weg gaat als Jeroen Dijsselbloem, voorheen jarenlang vicefractievoorzitter, wordt hij minister in het volgende kabinet.

Foto: Nick van Ormondt
Foto: Nick van Ormondt

2. Tamara Venrooy-van Ark 
(VVD)

Echt opvallen deed Tamara Venrooy in de vorige Kamerperiode niet. Wel kruiste ze als woordvoerder zorg van de VVD geregeld de degens met SP-kanon Renske Leijten en kreeg ze ‘in het veld’ de volle laag omdat haar partij fors wilde snijden in de persoonsgebonden budgetten. Voor die vervelende klusjes kreeg de oud-wethouder van Nieuwerkerk aan den IJssel een beloning: de VVD zette haar vorig jaar op nummer tien van de lijst, en fractievoorzitter Halbe Zijlstra vroeg Venrooy na de verkiezingen als zijn plaatsvervanger.

Volgens fractiegenoten vervult ze haar rol als chief whip met ‘meer oog voor de menselijke kant’ dan haar voorgangers Edith Schippers en Anouchka van Miltenburg, die als ‘hard’ worden omschreven. ‘Tamara doet het knap. Ze is duidelijk, zonder ook maar met één Kamerlid ruzie te krijgen.’

3. Fleur Agema 
(PVV)

De chief whip van de PVV-fractie, Fleur Agema, heeft het onder Rutte II een stuk makkelijker dan in de vorige kabinetsperiode. De fractie kromp van 24 naar vijftien leden. Bovendien zijn de grootste lastpakken verdwenen: brievenbusplasser Eric Lucassen, ADO-supporter Richard de Mos, kopstoot-uitdeler Marcial Hernandez. En niet te vergeten Hero Brinkman, voorheen de meest uitgesproken criticus van Geert Wilders binnen de eigen partij. De ‘sanering’ heeft de fractiediscipline goed gedaan. PVV’ers in de Kamer treden minder op eigen houtje naar buiten, er zijn minder vervelende incidenten. Nog steeds is Agema een van de belangrijkste vertrouwelingen van Wilders. Maar ze lijkt minder ‘hard’ en ‘dictatoriaal’ te hoeven opereren, een verwijt dat haar in de vorige periode vaak werd gemaakt. Misschien helpt het dat Agema zich kwetsbaarder opstelt dan voorheen. In het EO-programma De Kist vertelde ze onlangs openhartig over de ziekte MS die haar heeft getroffen en over de zachtere kanten van haar persoonlijkheid: ‘Privé ben ik een watje.’

Foto: Bas Stoffelsen
Foto: Bas Stoffelsen

4 Ronald van Raak 
(SP)

Eigenlijk heeft de SP-fractie, bekend om haar discipline en eensgezindheid, geen chief whip nodig: de SP’ers zijn hun eigen chief whip. Maar als er iemand in aanmerking komt voor die rol is het wel Ronald van Raak, Kamerlid sinds 2006. Al jaren is hij vertrouweling van partijvoorzitter Jan Marijnissen, fractieleider Emile Roemer en Tiny Kox, voorzitter van de senaatsfractie. Met Kox zat Van Raak afgelopen jaar in het campagneteam. En binnen de fractie is er geen kwestie te verzinnen waar hij niet over meepraat. Dat is ook een kwestie van karakter: Ronald van Raak houdt niet graag zijn mond, soms tot irritatie van andere partijen. Maar zijn invloed binnen de SP staat buiten kijf.

5. Kees van der Staaij 
(SGP)

Kees van der Staaij kan bezwaarlijk de chief whip van zijn driemansfractie genoemd worden. Maar die rol vervult hij wel voor de Tweede Kamer als geheel. Met de bijbel in de ene hand en de grondwet in de andere aarzelt hij niet om zijn medeparlementariërs gedurig te vermanen, maar altijd op milde toon. In de Kamer wordt zijn bijbelvaste maar humoristische optreden zeer gewaardeerd. Zo plaatste hij laatst bij een Algemeen Overleg over ontwikkelingssamenwerking nog een komische interruptie over de barmhartige Samaritaan, Lucas 10:25-37. Van der Staaij heeft zich ontpopt tot een waardig opvolger van oud-SGP-voorman Bas van der Vlies.