Hij is geen man van het gesproken woord. Moordverdachte Jesse R. schrijft liever. Deze week werd zijn manuscript ‘Like a Snowman in Hell’ toegevoegd aan de dossiers in het grote liquidatieproces.
Jesse R.
Jesse R.

De voorzitter van het Amsterdamse hof was het zat, die zittingsdag in december 2014. Tot dan toe gaf hoofdverdachte Jesse R. nauwelijks antwoord op vragen. En als hij wel iets zei, waren dat vaak onnavolgbare volzinnen. ‘Meneer R., kunt u misschien nu eens eenvoudig antwoord geven?’ zei de voorzitter hoorbaar zuchtend, in de rechtszaal van het justitieel complex op Schiphol. Tot zijn verbazing kwamen er daarna plotseling eenduidige antwoorden.

Voorzitter: ‘Heeft u Cor van Hout vermoord?’
R.: ‘Nee.’
Voorzitter: ‘Heeft u Kees Houtman vermoord?’
R.: ‘Nee.’
Voorzitter: ‘Weet u dan hoe het wel zit?’
R.: ‘Ja.’
Voorzitter: ‘Maar meneer R., waarom vertelt u dat dan niet? U zit nu al acht jaar en acht maanden vast. U zegt dat u onschuldig bent. Dit moet een nachtmerrie voor u zijn.’
R.: ‘Ik heb mijn principes. Ik moet vanuit mijn overtuiging tegenslag in het leven accepteren. Ik wil geen andere mensen verraden, ook al vertellen ze niet de waarheid. Het zij zo. Ik kan mezelf recht in de ogen kijken. Als u mij wilt begrijpen moet u mijn boek lezen.’

Dat kunnen de raadsheren van het Amsterdamsehof nu gaan doen. Net als de advocaten-generaal, de raadslieden en huncliënten, de andere verdachten die terechtstaan in het hoger beroep van hetliquidatieproces. Sinds deze week maakt Likea Snowman in Hell van Jason Franklin R. (1968) onderdeel uit van hetstrafdossier. Tijdens de zitting van afgelopen vrijdag had de verdachtepontificaal een kopie voor zich neergelegd. Vrij Nederland kreeg inzage in hetboek, dat de auteur de ondertitel meegaf ‘Exposé– Clarifiërende anekdotes van Jessy R.’

Jesse R. schreef het stuk na zijn aanhoudingin Marokko. Daar werd hij in 2007 gearresteerd op verdenking van onder meer debetrokkenheid bij de moord op Kees Houtman en Thomas van der Bijl. Hij zouuiteindelijk in 2013 tot levenslang worden veroordeeld door de Amsterdamserechtbank, waarbij de rechters zich vooral baseerden op de ontboezemingen vankroongetuige en medeverdachte Peter La Serpe. Nadien vulde hij zijn ‘manuscript’nog verder aan.

Via een inleidende hinkstapsprong – Chinese mythologie,Griekse filosofen en de Middeleeuwse Inquisitie – komt Scientology-aanhangerJesse R. al snel bij de portee. ‘Het zich tot een mythische proportie ontpoptegerucht dat ik een huurmoordenaar zou zijn, ligt volledig georigineerd bijbepaalde politieambtenaren – nergens anders.’

Daarna zet hij in 128 pagina’s uiteen hoe deNederlandse politie heeft gepoogd hem op allerlei manieren uit te horen en hoede Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE) hem aan het lijntje heeft gehouden metvage beloften. In een typische stijl (cryptisch, hoogdravend) verhaalt hijvervolgens uitvoerig over zijn voormalige maatje Peter la Serpe, dekroongetuige, die in de ogen van de auteur alleen maar leugens opdist over debetrokkenheid van R. en anderen bij liquidaties.

Belangrijk ingrediënt in het verhaal van JesseR. is zijn frequente contact met de politie. Hij vertelt hoe hij CIE-rechercheursover de vloer krijgt, zowel inNederland als in Marokko. Bij die gelegenheden maakt R. zijn toehoorderslekker. Hij heeft zo zijn connecties in de Nederlandse onderwereld en als hijgaat praten kunnen er heel wat misdrijven worden opgelost. Maar Jesse houdt zijn onthullingen voor zich, want ‘er is een ethiek regel die mij dat niet toestaat omdat het huidige strafrechtsysteem van het gevangeniswezen niet deugt.’

Maar de auteur heeft een oplossing. Wat als deNederlandse opsporingsinstanties garanderen dat gedetineerden na hun strafkunnen rehabiliteren volgens het Criminon-programma van deScientology-beweging? Als de rechercheurs die toezegging bij hun meerderengedaan krijgen, wil R. zijn kaarten wel op tafel leggen. Om zijn gesprekspartners te overtuigen, geeft hij ze schriftelijke informatie mee over het afkickprogramma, ‘waarbij ik wilde adstrueren dat ik mezelf in de eerste plaats verplicht te handelen op grond van moraliteit in plaats van rationaliteit.’ Dat had hij de CIE’ers ook mondeling al proberen uitleggen, ‘maardat begrepen ze niet helemaal’.

Dat deed er ook niet toe, als hun superieurener maar brood in zagen. Mocht het tot een deal komen, dan zou hij overigens nogveel meer voor de Nederlandse politie kunnen betekenen, schrijft Jesse R.. ‘Ikheb uitgelegd dat met mijn reputatie – die overigens onterecht is en voortkomtuit een “mythe” dankzij bepaalde politieambtenaren – probleemloos zou kunneninfiltreren in welke misdaadorganisatie dan ook.’ R. zou bij die gelegenheidtegen de rechercheur hebben gezegd dat hij wel een gps-tracker wilde latenimplanteren, zodat ze hem altijd konden volgen. Daarop reageerde een van deCIE’ers met: ‘Dat is al gebeurd toen je net ging zitten… misschien dacht je dathet een punaise was, maar….’ Dat vond R. ‘wel humoristisch’.

Het zijn de soms moeilijk te volgen gedachten van een moordverdachte, die zichzelf in het boek portretteert als de nerd. Hij rommelt graag met computers en noemt zichzelf een‘studieverslaafde’. Zijn vader is drugshandelaar Greg R. die door justitie alvanaf eind jaren zeventig wordt gezien als de godfather van een maffiafamilie.Dat beeld wordt bevestigd door diens zoons die allen een imposant crimineelpalmares opbouwden. Jesse is de oudste. Hij pleegde begindeze eeuw een overval en raakte zwaar gewond in een vuurgevecht met de politie.Hij kreeg voor dit misdrijf uiteindelijk een stevige straf en verdween voor zesjaar achter de tralies.

Tijdens zijn detentie kwam Jesse onder invloedvan de Scientology-leer. Hij kreeg naar eigen zeggen het inzicht dat hij eerderbehaalde drugswinsten niet voor zichzelf mocht houden. R. wilde het geld nuttiginvesteren en besloot om er antiverslavingsprojecten mee te financieren. Maardaar stak zijn medegevangene een stokje voor, schrijft Jesse R.. Dat was PeterLa Serpe, zijn latere vermeende moordmaatje en kroongetuige. Die zag er meerheil in als Jesse het geld in het partycentrum van La Serpes broer zou steken.Jesse R. ging overstag, maar kwam er nadien achter dat zijn maat La Serpe, die eerder vrij was gekomen, al het geld had verbrast.

Volgens de auteur had La Serpe ‘geen benul’ van de invloedrijke positie die R. bekleedde binnen het sektarische genootschap. ‘John Travolta en Tom Cruise zijn twee van de meest vooraanstaande leden van de International Association of Scientologists. Ik was uitgenodigd omin Sussex een vergadering, diner en gala bij te wonen betreffende de doeleindenvan Scientology om vrede op aarde te veroorzaken. Hierbij zou ik plaatsnemenaan dezelfde tafel waar John en Tom zouden zitten.’ Dat hij er uiteindelijktoch niet bij kon zijn, lag niet aan hem, beweert R.. Hij zat op dat moment –naar eigen zeggen onterecht  – vast vooreen grote vuurwapenvondst in een Vinkeveense villa.

Jesse R. schrijft dat hij meerdere keren heeftgepoogd om La Serpe via hun gezamenlijke Scientology-overtuiging op het rechtepad te krijgen. Hij noteert: ‘Toen La Serpe door veel criminele groepen werd bedreigd  pakte hij eindelijk mijn“reddende hand”, Hij had geen andere keuze dan de juiste weg te bewandelen. Maar uiteindelijk mislukte die poging omdat La Serpe te sterk werd aangetrokken door criminele mogelijkheden om rijk te worden.’

La Serpe zou uiteindelijk naar de politiestappen om kroongetuige te worden. Daarna schroomde R. niet meer om het zwarteverleden van zijn voormalige vriend bloot te leggen. In zijn boek schuift hijhem meerdere moorden in de schoenen. Peter La Serpe zou onder invloed van drugsen drank onder meer een prostituee hebben gewurgd.

In de anekdotes van Like a Snowman in Hell komen veel bekende namen uit de Nederlandse onderwereld voorbij, ook die van de nieuwe kroongetuige Fred Ros. Tegen de raadsheren van het Hof zei Jesse R. eind 2014 dat hij ‘wetenschappelijk’ kan bewijzen dat veel van wat Ros heeft verklaard is verzonnen. Bovendien zou deze ‘pratende moordenaar’ meer levensdelicten op zijn geweten hebben, dan waarvoor hij eerder door de rechtbank is veroordeeld.

Jesse R. meent dat alles op zijn plaats zal vallen, als iedereen zijn ‘Exposé’ leest. Maar op het eerste gezicht lijkt Like a Snowman in Hell geen nieuw, onomstotelijk bewijs te leveren voor ‘alle leugens van de kroongetuigen’. Daarvoor zal de hoofdverdachte toch echt in klare en heldere taal zijn geboekstaafde verhaal bij hof zelf verder moeten duiden.