Zoals er discussie is over het nut van genenonderzoek bij psychiatrische aandoeningen, zo is er ook discussie over de vraag hoe waardevol fMRI-onderzoek daarbij is.

Ze komen vaak langs, de persberichten waarin wordt gemeld dat bezigheden als het prijskaartje van een kledingstuk bekijken, een zoet drankje proeven, liegen of dromen gepaard blijken te gaan met verhoogde hersenactiviteit in ‘het genotcentrum’, ‘het beloningsgebied’, ‘het pijncentrum’ of ‘de primaire smaakcortex’. Maar hoe moet je zo’n studie interpreteren? Wat voegt zo’n studie toe aan ons inzicht in de mens?

Dit is deel drie van een drieluik over neurowetenschap en depressie. Lees hier deel een en hier deel twee.

In de zoektocht naar de hersenafwijkingen bij depressie ziet hersenscanonderzoek er vaak zo uit: proefpersonen liggen in een hersenscanner en lossen een puzzel op. Bij de juiste oplossing krijgen ze een beloning. Het lijkt erop dat de activatie van het beloningsgebied in de hersenen...