‘Ook al zijn we er gewoonlijk als de kippen bij om met de gebruikelijke kortzichtigheid, op een afstand van vijf passen, onze naasten netjes onder te verdelen in nuttige en schadelijke, goede en slechte mensen, toch zullen we, als we uiteindelijk de rekening opmaken en langer nadenken over het geheel, wantrouwen koesteren jegens dit zuiveren en selecteren, en we laten het ten slotte achterwege. Zelfs de schadelijkste mens is misschien nog steeds de allernuttigste als het erop aankomt de soort in stand te houden,’ schrijft Friedrich Nietzsche in De vrolijke wetenschap.

De menselijke neiging, die vermoedelijk ook bij andere dieren voorkomt maar daar ongetwijfeld op bescheiden schaal, om alles en iedereen te willen onderverdelen en die verdelingen ook nog eens voor betrekkelijk absolute waarheden aan te zien, is niets nieuws, zo bewijst alleen al dit citaat: De vrolijke wetenschap verscheen in 1880. Ongetwijfeld zullen er evolutionaire voordelen aan deze neiging kleven. Wij willen...