Het leek begin jaren ’80 slim: loonmatiging. De verzorgingsstaat bood genereuze uitkeringen en hoge lonen, en daardoor een slechte concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland. Lagere lonen zouden bijdragen aan een ommekeer. We kregen een economisch model dat erop was gericht om melk, vlees en bloemen te produceren voor de export, een paar plukken energie-intensieve industrie zoals Tata, Shell en Akzo te bouwen en een klein beetje kennisintensieve bedrijvigheid (ASML, zakelijke dienstverlening).
Column
Nederland is een lagelonenland geworden (en dat moet anders)
Voor generaties beleidsmakers was loonmatiging een automatische reflex. Daarvoor moeten we nu op de blaren zitten, schrijft Hans Stegeman.