Stel: Turkije heeft zich in de jaren na de Tweede Wereldoorlog economisch hard ontwikkeld. En stel: Nederland is arm en grotendeels agrarisch gebleven. De Turkse industrie bloeit en al snel ontstaat er een arbeidstekort. Ankara besluit vervolgens om ‘gastarbeiders’ uit Nederland te halen.

Grote groepen mensen uit gebieden als Staphorst, de Achterhoek, Zuid-Limburg, Zeeland en Friesland vertrekken naar Turkije om daar te werken. Na een paar jaar brengen ze hun vrouwen en kinderen over. De Turkse overheid constateert dat de Nederlanders geen ‘gasten’ meer zijn. Vanuit Ankara besluit men dan integratiebeleid te maken. En stel dat de Turkse overheid dan organisaties zoals de SGP, Opus Dei en de NSB gaat subsidiëren om in Turkije de ‘integratie’ van Nederlanders te bevorderen.

Deze ultraconservatieve en extreemrechtse clubs krijgen geld en faciliteiten om allerlei stichtingen, scholen, media en internaten op te richten in Turkije. Dit noemt men in Turkije ‘multicultureel’ en ‘integratie met behoud van de eigen cultuur’. Deze clubs slagen er vervolgens in om Nederlanders in Turkije vijftig jaar lang te hersenspoelen en in de houdgreep te houden. En linkse Turkse intellectuelen zijn de grootste pleitbezorgers van Nederlandse neonazi’s, zwarte-kousengereformeerden en schimmige katholieke sektes.

Dat klinkt ondenkbaar. Toch is dit exact wat er is gebeurd in Nederland toen de gastarbeiders hiernaartoe kwamen. Vooral Turkse Nederlanders hebben dit ‘integratiebeleid’ omarmd. Van de extreemrechtse Grijze Wolven tot het Turkse overheidsorgaan Diyanet en de fundamentalistische Milli Görüş en Gülen: deze clubs hebben van de Nederlandse overheid alle middelen gekregen om hun tentakels diep in de Turkse gemeenschap in Nederland te boren. Met als resultaat dat het wereldbeeld van veel Turkse Nederlanders vandaag de dag zwaar conservatief-religieus, patriarchaal, antisemitisch, homofoob en Turks-nationalistisch is.

Uit allerlei peilingen blijkt dat Turkse Nederlanders zich van alle etniciteiten het minst identificeren met Nederland, de grootste taalachterstand hebben, het minst buiten de ‘eigen’ etniciteit trouwen en het meest gescheiden van andere groepen leven.

Een hele generatie Nederlanders die nota bene hier is geboren en getogen wordt nog steeds met de paplepel ingegoten dat ze geen Nederlanders zijn.

Zo zit Nederland vol deels illegale Turkse moskee-internaten die worden gerund door fundamentalistische en extreemrechtse clubs uit Turkije. In 2012 was er enige ophef over dergelijke internaten in Rotterdam. De door de PvdA gedomineerde deelgemeente wist dat ze brandonveilig waren, maar kneep een oogje dicht. NRC Handelsblad maakte naar aanleiding daarvan een fotoreportage. En zoals altijd wanneer buitenstaanders op bezoek komen, zetten die internaten hun beste beentje voor. Op de foto’s zijn nette slaapzalen, computerruimtes en braaf studerende leerlingen te zien. De boodschap: ‘Kijk maar, er gebeuren geen rare dingen.’

Als je de Turkse taal niet machtig bent en de context niet kent, ben je makkelijk te beduvelen. Op een van die foto’s leest een jongen een boek. Op de kaft in het Turks de titel De brieven van onze martelaren. De auteur van dat boek is een Turkse ex-soldaat en extreemrechtse ideoloog die in zijn boeken onder meer schrijft over ‘de Europese en zionistische samenzwering tegen de Turkse natie’. Zo wordt een hele generatie Nederlanders die nota bene hier is geboren en getogen nog steeds met de paplepel ingegoten dat ze geen Nederlanders zijn.

Dekmantels

Vooral beleidsmakers en ambtenaren weten al heel lang wat voor vlees ze in de kuip hebben. Neem bijvoorbeeld de extreemrechtse Grijze Wolven. Op vragen van de SP over subsidie aan een van de vele dekmantels van de Grijze Wolven reageerde het Haagse college in 2003 zo: ‘De gemeente geeft subsidie aan de Turkse Culturele Stichting in Den Haag voor sociaal culturele activiteiten die integratie in de Haagse samenleving bevorderen (bijvoorbeeld taalles, computercursussen, sport). De opstelling van een organisatie over zaken die primair de binnenlandse aangelegenheden van het herkomstland betreffen speelt in beginsel geen rol bij de beoordeling van een subsidieverzoek.’

De op segregatie gerichte onverschilligheid stoelt op het Nederlandse beleid van ‘integratie met behoud van de eigen identiteit’.

Dit citaat is slechts een greep. Er zijn de afgelopen dertig jaar ontelbare beleidsstukken verschenen waarmee Nederlandse overheidssteun aan extreemrechtse Turkse nationalisten wordt goedgepraat.

Zelfs onthullingen hadden geen effect. In 1997 schreven journalisten Stella Braam en de inmiddels overleden Mehmet Ülger een boek over de aanwezigheid van de Grijze Wolven in Nederland. Hun journalistieke spitwerk onthulde tot in detail hoeveel en welke dekmantelorganisaties er actief zijn in Nederland. En hoe ze op allerlei manieren steun krijgen van de Nederlandse overheid.

‘Laat die Turken maar in hun eigen cultuur,’ zeiden ambtenaren aan wie Braam en Ülger vroegen waarom ze subsidie verstrekten aan Turkse extremisten.

Deze op segregatie gerichte onverschilligheid stoelt op het Nederlandse beleid van ‘integratie met behoud van de eigen identiteit’. In 1981 was dat in het Beleidsplan culturele minderheden in het onderwijs al het doel van de regering. Terwijl de rest van Nederland aan het onkerkelijken was, stelde de Minderhedennota van 1983 dat ‘religie een functie heeft in de ontwikkeling van de zelfwaarde van etnische minderheden’.

De beleidsstukken, academische discussies en politieke programma’s die volgden, waren doorspekt met termen als ‘tolerantie’ en ‘eigen cultuur’. Anno 2020 gaat die onverschillige overheidshulp onverminderd door. Met het geld van de Nederlandse belastingbetaler krijgen extreemrechtse Turkse nationalisten nog steeds subsidie en faciliteiten om hun ideologie te verspreiden. En dat allemaal nog steeds onder het mom van ‘integratie’ en ‘emancipatie’.

Het is een grote fout geweest van Nederland om het integratiebeleid zo in te vullen.

Neem bijvoorbeeld die Turks Islamitisch Culturele Stichting in Den Haag. Een notoire Grijze Wolven-club. Een snelle scan van openbare bronnen tot 2018 leert dat deze stichting minstens 30.000 euro subsidie heeft ontvangen. De voorzitter is de extreemrechtse Turkse nationalist Tahsin Çetinkaya, die ook fractievoorzitter is van de Islam Democraten in Den Haag. Ook is hij een belangrijke spilfiguur in de banden die de Grijze Wolven hebben met de politieke partij DENK. Zo stond Nur Icar, de fractievertegenwoordiger van Çetinkaya, ook op de provinciale kandidatenlijst van DENK in Zuid-Holland.

Den Haag is slechts een topje van de ijsberg. De Grijze Wolven zijn overal in Nederland georganiseerd en gesubsidieerd, met als dekmantel allerlei ‘culturele’ organisaties.

In een houdgreep

Hoe nu verder? Het is in elk geval niet vol te houden dat de integratie succesvol is als minderheden gesegregeerd van de rest van Nederland door extreemrechtse organisaties uit andere landen in een houdgreep worden gehouden. Het is een grote fout geweest van Nederland om het integratiebeleid zo in te vullen, en een grote schandvlek dat het werk van Stella Braam en Mehmet Ülger op geen enkele manier tot beleidswijzigingen leidde.

In 2020 vindt het echte multiculturele drama plaats in de Turks-Nederlandse gemeenschap. Als Nederlandse beleidsmakers en ambtenaren blijven geloven dat extreemrechtse Turkse nationalisten subsidiëren goed is zolang Turken in Nederland maar niet te veel overlast veroorzaken, zal dat drama uiteindelijk kunnen ontvlammen in een explosieve tragedie.

We hebben in 2017, met de rellen bij het Turkse consulaat en de demonstratie op de Erasmusbrug in Rotterdam, gezien wat voor kruitvat er inmiddels is: een ultranationalistische Turkse, ironisch genoeg in Nederland geboren en getogen generatie die goed georganiseerd is en zodra een leider in Turkije met zijn vingers knipt, klaarstaat om actie te ondernemen in Nederland.

Vanwege het reces schrijft Thijs Broer deze week geen column. Volgende week weer!