Jonah leest zijn verhaal zelf voor.

Als je de mensen met kromme ruggen tegen de kou in Groningen over straat ziet lopen, is het moeilijk te geloven dat alles in de wereld om seks draait. Maar dat seks om macht draait, zoals Oscar Wilde schreef, daar lijkt me weinig tegenin te brengen aan het eind van deze dag, die begint in het Meeting Point van het Leger des Heils in de binnenstad; een laagdrempelige huiskamer voor sekswerkers.Er staat een nietsvermoedende koffietafel, een lederen bankstel, maar er wordt geen kind verwacht dat uit school komt, en geen partner die zuchtend op de bank neerzijgt. Hier worden condooms en glijmiddel voor inkoopprijzen verkocht en komen sekswerkers om over financiën, gezondheid, verslaving, veilig werken en wet- en regelgeving te praten. Ook wordt er taalles gegeven en weleens bingo gespeeld.

Zzp’ers

Het wetsvoorstel Wet regulering sekswerk is al jaren in behandeling. Intussen is prostitutie een legaal beroep in Nederland. ‘Vaak wordt prostitutie gelijkgesteld met arbeidsuitbuiting of mensenhandel. Dat is niet terecht,’ schrijft het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid welwillend. ‘Prostitutie is een legaal beroep in Nederland en is als zodanig aan regels gebonden.’

Bureaucratie als het woord van God, die onbetrouwbare uitbaters buitenspel moet zetten en van sekswerkers zzp’ers maakt. Maar daarbij wordt vergeten dat velen geen Nederlands spreken en de regels dus niet kunnen lezen, en dat ze vaak ook geen netwerk hebben om ze wegwijs te maken. Of zoals Harmina van het Leger des Heils het zegt, met een Fries accent dat niets aan de verbeelding en de vrije markt overlaat: ‘De happy hooker zal best bestaan, maar wij hebben haar nog nooit gezien.’

Iedere baan zou je een vorm van armoedebestrijding kunnen noemen, maar dit is wel een hele directe vorm. Sommige sekswerkers zijn als kind verkocht aan een pooier om de schulden van hun ouders te vereffenen, anderen zijn per ongeluk in dit werk gerold door seksuele interesse, of om snel financiële problemen op te lossen. Tegenwoordig ziet het Leger des Heils ook steeds meer studentes die het leven niet meer kunnen betalen.

‘Maar,’ zegt Harmina, ‘de meeste vrouwen die we spreken onderhouden hele families in Oost-Europa of Zuid-Amerika. Ze voelen zich verantwoordelijk, kopen medicijnen voor hun zieke ouders of kinderen. Zeer zelden weten families dat ze dit werk doen. Ze zeggen vaak dat ze een schoonmaakbaan hebben. Bij al die vrouwen komt vroeg of laat naar boven dat er in hun jeugd iets is misgegaan.’

stoppen met sekswerk

Eenzame zelfstandigen

Het kan maanden duren voor iemand iets wil of durft te vragen in de woonkamer. ‘Er is zoveel schaamte, want ze worden uitgekotst. Dat D66-geluid van “Je moet het als een normaal beroep zien”, dat kun je vinden, totdat je een tippelzone in de winter hebt gezien en vrouwen hebt zien instappen en vervolgens terugkomen van hun “werk”.’

De realiteit smoort de ogenschijnlijk progressieve dromen. Overleven is vaak belangrijker dan verandering en vooruitgang. Macht en onmacht verlenen elkaar bestaansrecht, drijven op elkaar zoals olie op water. De vrouwen zijn geen collega’s maar concurrenten. Het overgrote deel van de vrouwen die het Leger des Heils treft is verslaafd aan dit werk. Stoppen is nog moeilijker dan beginnen. En als iemand niet kan of wil stoppen, ondersteunt het Leger des Heils bij dat wat wel kan: belastingaangifte of boekhouding. ‘Ze moeten een KVK-nummer hebben, maar een hypotheek afsluiten? Dat gaat niet.’ Ook zonder pooier is het leven hard. Ze worden in de tang gehouden en lijken gestraft te worden voor hun werk, niet beloond.

Om dit machtsvacuüm te doorbreken is er deze woonkamer. ‘Dream without borders’, ‘Stay strong’, ‘Keep up the good work’,It might be a long way, but it’s worth it’ staat op de muren geschreven in sierlijke letters.

Harmina en haar collega’s vragen soms wat de dromen van de vrouwen zijn. ‘Ze willen goed contact met hun familie, op een terrasje zitten met hun moeder, naar zee gaan.

Ondergronds

De problemen zijn groter geworden de laatste jaren, en de dromen raken daarmee steeds verder uit beeld. Bordelen en ramen sloten tijdens de lockdowns. Daardoor zijn veel vrouwen onzichtbaarder geworden. Ze gingen ondergronds verder: thuis, in Airbnb’s, uit het zicht.

Nu houdt de inflatie de vrouwen in Airbnb’s, die goedkoper zijn om te huren dan een raam in de stad Groningen. En de hoge energieprijzen zijn eveneens voelbaar; er moet flink gestookt worden, want ze zitten in lingerie achter het raam.

Ook werden de verzoeken na corona extremer: ‘Je zult wel zin hebben in plasseks, omdat je zo lang niks hebt kunnen verdienen.’ Of de Groningse tandarts die een vrouw soms voor een heel weekend huurt voor duizend euro per dag. ‘Een hoop geld, maar na het weekend komt ze wel helemaal uitgescheurd terug.’

Al zijn er ook uitzonderingen, lacht Harmina. ‘Je hebt mannen die dertig minuten alleen naar voeten willen kijken voor honderd euro.’

Het huis staat aan een drukke winkelstraat. Vanbinnen doet het studentikoos aan, een beetje uitgeleefd. De woonkamer is semi-huiselijk, net als in een studentenhuis is de doorstroom hoog.

Harmina heeft weleens overwogen om bij de Hema worsten te gaan verkopen, omdat er zo weinig licht is in deze wereld en hulp moeilijk. Want zelfs als er vertrouwen is, komt iemand soms niet opdagen voor een afspraak in de woonkamer. ‘Als er een klant komt in deze tijden van inflatie, gaat het werk altijd voor.’

stoppen met sekswerk

Anonieme locatie

Al is deze woonkamer van het Leger des Heils, je hoeft er geen moralistisch christelijk vingertje te verwachten. Daar is de realiteit te complex voor. Het basisprincipe, voor Harmina althans, is dat je mensen altijd een nieuwe kans geeft en nooit afschrijft. ‘In sollicitatiegesprekken vind ik dat ook het belangrijkste: is iemand in staat om verder te kijken, een tweede kans te bieden? Je wordt hier wel honderd keer teleurgesteld door iemand. Maar soms word je verrast.’

De afgelopen maand kwamen er zestig vrouwen naar de woonkamer. Ook gister was er veel aanloop. Maar vandaag is het stil.

Harmina rijdt naar een anonieme locatie aan de andere kant van de stad. Daar staat een huis voor vrouwen die misschien wel zouden willen stoppen met dit werk. Ze mogen er drie tot zes maanden wonen om uit hun patronen te stappen en een nieuw leven te overwegen. Velen komen niet uit Groningen, want een stad waar ze niemand kennen is een veiliger begin.

Het ‘overweeghuis’ is een burgerinitiatief van gelovigen en feministen. Ze hebben hetzelfde doel vanuit een ander vertrekpunt. Het wordt gerund door veertig vrijwilligers die 24/7 aanwezig zijn. Overdag is er ook altijd een professional van het Leger des Heils en er wonen twee studenten. Het huis is begonnen als een pilotproject, over een tijdje volgen er meerdere huizen in andere steden.

‘Daar is het,’ zegt Harmina als we het huis naderen. ‘Mooi hè, je ziet niks aan de buitenkant.’

Het huis staat aan een drukke winkelstraat. Vanbinnen doet het studentikoos aan, een beetje uitgeleefd. De woonkamer is semi-huiselijk, net als in een studentenhuis is de doorstroom hoog.

stoppen met sekswerk

Weer mens

Vrijwilligster Rianne vertelt dat ze eigenlijk kinderpsycholoog is. ‘Maar ik wilde liever taarten bakken met mensen en naar ze luisteren.’

Vandaag zei iemand haar nog dat ze zich in het overweeghuis voor het eerst weer mens voelde. ‘Dit is een imperfect huis, zoals de samenleving dat ook is. Als je je jas aan wilt houden tijdens het eten – dat mag niet overal – is dat hier prima. Het kan duiden op een stukje trauma, dat je altijd weg moet kunnen. Hier mag bijna alles, we hebben zo min mogelijk regels. We moeten niet bang zijn om fouten te maken. Wij gaan die vrouwen ook niet redden, dit een voortraject, hierna volgt de zorg pas. We zorgen alleen voor rust.’

‘Het was de beste keuze van m’n leven om hierheen te gaan. Als je in de prostitutie zit, weet je niet waar je heen kunt.’

De enige regels hier, vertelt Rianne, zijn dat je zorgt voor een dag-en-nachtritme, voor elf uur binnen bent, anderen met respect behandelt en stopt met sekswerk.

Een bewoonster in een tijgerlegging komt de kamer binnen en geeft Rianne een roos. ‘Wat lief!’ zegt Rianne.

Ik vraag hoe het is om hier te wonen. In de deuropening zegt ze: ‘Het was de beste keuze van m’n leven om hierheen te gaan. Als je in de prostitutie zit, weet je niet waar je heen kunt. Maar ik heb eigenlijk geen zin om te praten, vandaag speelde m’n trauma weer erg op.’ De bewoonster gaat aan tafel zitten en praat dan toch: ‘Het merendeel van de prostituees wil eruit. En dit is een manier om niet meer in een seksclub te wonen.’

Ze vertelt hoe ze hier is gekomen.

‘In clubs gebeurt veel wat niet mag, maar de GGD kunnen ze niet weigeren. Twee keer per jaar is er een inspectie en toen vertelde iemand over deze plek. Ik ben meteen gekomen. Het ging niet meer. Later wil ik vrijwilliger worden, als ervaringsdeskundige. Want het helemaal snappen kan alleen als je er zelf in hebt gezeten.’

Rianne zegt dat ze eerst maar even flink de tijd moet nemen voor zichzelf. De bewoonster knikt, denk na, en zegt dan: ‘Maar de jongens dan? Ik ben trans, maar ben als jongen in de prostitutie gekomen. Ik was 12. Dat is zo ondergronds omdat het pedofiel is. Ik geef mezelf vaak de schuld van mijn leven, maar ouderen moeten dat niet doen.’

‘Over een tijdje moeten ze hier toch weer leren dat mannen ook oké kunnen zijn.’

Harmina veert op. Bij het Leger des Heils in Groningen zal 2023 in het teken staan van de mannelijke sekswerker. ‘De schatting is dat het om een even grote groep gaat. Maar hier is de schaamte nog groter en als het om pedofilie gaat, is het nog onzichtbaarder.’ Op chatsites waar mannen en jongens contact leggen, mengen hulpverleners zich in de gesprekken om sekswerkers te waarschuwen, ze een helpende hand te bieden. Harmina zegt: ‘Ik heb weleens een ochtend naast zo’n chatdienst gezeten. De dikke piemels vlogen me om de oren, vond ik echt onsmakelijk, ik was net wakker.’

stoppen met sekswerk

Panterprint

Een andere bewoonster komt de woonkamer in. Ook zij draagt kleren met panterprint, alsof het een huisregel is. Als ze mij ziet, draait ze zich om. ‘Everyhing is oké,’ zegt ze terwijl ze wegloopt.

Alle vrijwilligers en medewerkers zijn vrouw, er mogen geen mannen komen, want mannen doen te veel aan vroeger denken.

‘Het is een huis waar het even niet meer om uiterlijk draait,’ zegt Harmina.

‘Over een tijdje moeten ze toch weer leren dat mannen ook oké kunnen zijn,’ zegt de bewoonster aan tafel. ‘Voor mij is dat geen probleem, want ik heb gewoon een relatie met een man.’

Harmina geeft me een rondleiding en dan lopen we de verregende achtertuin in om te roken. In de zomer bloeien er groenten en stoken ze vuurtjes, maar de zomer lijkt erg ver weg op dit moment. Achter in de tuin staat een blokhut die fungeert als gebruikersruimte. Om hier te mogen wonen, hoef je niet eerst clean te worden, anders dan in veel andere opvanglocaties. Alleen heroïne spuiten is verboden. Onder een afdakje zit de bewoonster die net wegschoot. Ze rookt, drinkt Red Bull en kijkt onafgebroken op haar telefoon. ‘Koud hè?’ zegt Harmina. ‘Ze moeten een heater ophangen voor jullie.’

Onnodig betrapt kijkt de bewoonster op. Ze is nog erg jong, maar haar ogen hebben al te veel gezien.

Calma, calma

Het is donker als we terugrijden naar de stad. Harmina zegt dat er laatst iemand jarig was in het overweeghuis. Er werden cadeautjes en een taart gekocht, en er werd gezongen. ‘Ze moest huilen en zei dat er nog nooit iemand voor haar had gezongen in haar leven.’

Het valt stil in de auto.

Het overweeghuis waar we net vandaan komen lijkt mijlenver van de studentenstad waar we nu doorheen rijden.

Als we weer in de woonkamer in de binnenstad arriveren, is daar net een taalles bezig. Er wordt meer gelachen dan geleerd. De vrouw die les krijgt wil in een fabriek gaan werken, maar ‘calma, calma’, zegt ze. De afgelopen weken heeft ze wat harder gewerkt om haar reis naar haar familie te bekostigen. Eerst vakantie, dan een nieuw leven. Ze belooft Margriet, een collega van Harmina, over een paar dagen selfies te sturen vanaf het strand in Ecuador. Ze danst op haar stoel als ze het over de zon en het strand heeft. Dan vraagt ze aan Harmina wat dat afgelopen maandag toch was. ‘Alle dames van het red light district kwamen naar buiten,’ vertelt ze, en ze slaat een denkbeeldige deken om zich heen. ‘Er ging een alarm af, en we keken allemaal naar de lucht.’ Het was twaalf uur, de eerste van de maand, legt Harmina uit. Lachend zegt de vrouw: ‘Oh, ik dacht dat Poetin loco, loco was geworden.’

Met Margriet en vrijwilligster Will – een vrouw op leeftijd met ondeugende ogen, die een halve eeuw verpleegster was en zich nu over daklozen en sekswerkers ontfermt – gaan we straks met een fruitmand langs de ramen van de Nieuwstad lopen. Tijdens het fruit uitdelen zal er gewezen worden op de huiskamer en de bingo van volgende week.

De vrouw die naar haar familie gaat, stopt snel een banaan in haar tas en zegt mij, via de vertaalapp op haar telefoon: ‘Banaan is goed als je ’s nachts kramp hebt.’

En dan haast ze zich naar haar laatste werkdag.

Misschien zal ze een trouwring dragen als ze naar haar familie gaat, om de schijn van normaliteit te wekken. Misschien vraagt ze zich in het vliegtuig af hoe een leven als schoonmaker eruitziet.

stoppen met sekswerk

Ergens anders

In de schemer lopen we langs de ramen. Soms schiet er een man over straat en gaat het gordijn dicht. Veel vrouwen roken, anderen kijken voetbal, appen en een zit op een hometrainer. ‘Ze moeten wel fit blijven natuurlijk,’ zegt Margriet.

‘Ik hou hier niet zo van,’ zegt Margriet, ‘ik voel me net Majoor Bosshardt met die mand.’

De vrouwen mogen hier maximaal elf uur per dag werken en ze slapen op het bed waar ze werken.

Ze staan of zitten op een kruk voor het raam en achter hen staat altijd dat treurige maar goed opgemaakte bed, badend in rood licht of de schitteringen van een verouderde pornofilm op hun televisie.

De meeste vrouwen hebben geen zin in een stuk fruit.

‘Weet je zeker dat je geen lekker appeltje wilt?’ vraag vrijwilligster Will. Een vrouw neemt een banaan want ze mist een voortand en draagt een beugel. Ze lacht haar gebroken gebit naar ons bloot.

‘Ik hou hier niet zo van,’ zegt Margriet, ‘ik voel me net Majoor Bosshardt met die mand.’

De gesprekken zijn kort, de deuren gaan maar heel even open. ‘Ja, tis goed koud,’ zegt Margriet in het Gronings, ‘ze hebben ook bijna geen kleren ant gat.’ De meeste ramen staan leeg, maar de vraag en het aanbod blijven bestaan. ‘Het is veel te rustig,’ zegt Margriet. ‘Die vrouwen zijn niet verdwenen maar allemaal ergens anders.’