Jonah leest zijn verhaal zelf voor.

Midden op de wallen is een tweepersoonsmatras gedumpt. Het ligt in de schaduw van de Oude Kerk, net naast het standbeeld van Belle, een prostituee die zelfbewust in de verte tuurt. ‘Zij ziet er toch niet uit als een slachtoffer?’ onderstreept raamwerker ‘Lucy’. Ze werkt niet onder haar echte naam, ze zegt wat klanten willen horen en wisselt van namen zoals anderen van sokken. Alleen toeristen kijken naar het standbeeld en lezen: ‘Respect sex workers all over the world.’ De klanten die deze maandagmiddag over de Wallen scharrelen, kijken vanuit hun ooghoeken naar de ramen. Wie eenmaal binnen is, komt meestal na een kwartier weer buiten en verdwijnt dan snel in de smalle straten.

Vrijwillig en met plezier

Eind vorig jaar liep ik mee met het Leger des Heils in Groningen. ‘The happy hooker zal best bestaan,’ zeiden ze daar, ‘maar wij hebben haar nog nooit gezien.’

Lees ookStoppen met sekswerk is moeilijker dan ermee beginnen30 januari 2023

Lucy schreef me een brief. ‘Prima artikel, maar wat mij hindert is dat er maar één kant van het verhaal wordt belicht. De happy hooker is een stereotype maar de zielige vrouw die gedwongen wordt evenzeer. De realiteit is dat er een grote groep vrouwen, mannen en alles daartussenin bestaat die vrijwillig en met plezier hun beroep uitoefenen. Je verhaal vertelde de zielige kant, niet de andere kant.’

Ze nodigde me uit om bij het Prostitution Information Center (PIC) in Amsterdam langs te komen, een voorlichtingscentrum voor sekswerk in de breedste zin: van raamprostitutie, porno, escort en transsekswerk tot sekszorg voor mensen met een verstandelijke en of lichamelijke beperking. Het centrum werd in 1994 opgericht door ex-sekswerker Mariska Majoor met als doel de stigma’s te doorbreken.

Het pandje van PIC zit ingeklemd tussen de ramen en staat vol boeken met titels als: De Wallen: de toekomst van ons verleden en Als seks werken wordt, en posters en T-shirts met teksten als ‘My body my choice’ of ‘Rights not rescue’. Op de wc hangt een handdoekje aan een dildo. Op tafel staat een donatiekistje voor ontheemde Oekraïense sekswerkers.

Net als een hotelbedrijf

Tegenover Lucy zit een raamexploitante, die evenmin onder haar eigen naam werkt. ‘Aangenaam,’ zegt ze lachend. ‘Ik ben dus zo iemand die mensen uitbuit. Ik moest erg lachen om je artikel, om dat “happy hooker”. Opticiens zien ook alleen maar mensen met slechte ogen. Mensen met goede ogen zullen wel bestaan, maar zij zien ze niet. Tuurlijk zien die hulpverleners van het Leger des Heils alleen de zielige gevallen.’ En dan serieuzer. ‘Begrijp me niet verkeerd jongen, als vanzelfsprekend zijn wij tegen dwang of uitbuiting.’

Het lijkt alsof de jaren zeventig hier aan tafel herleven of gewoon nooit zijn geëindigd. De tijd dat de Wallen nog een gemoedelijk oord waren en prostitutiebezoek was zoals het door Astrid Nijgh werd bezongen: ‘Ik doe wat ik doe, en vraag niet waarom. (…) Maar ik vraag toch ook niet aan jou, waarom je het hier doet en niet bij je vrouw, ach kom nou. (…) Toe, kom maar hier en geniet maar eens een keer.’

Met haar man runt deze exploitante een hotel en in het aangrenzende pand een aantal ramen. ‘Voor mij is het net als een hotelbedrijf. Je verhuurt een kamer, alleen heb je hier veel meer regels als in een hotel. Ik vind het altijd leuk, ga heel goed met die meiden om en krijg de hele dag door berichtjes binnen. De ene studeert, de ander doet het dagelijks, weer anderen klussen wat bij.’

‘Je hebt ook van die mannen die zeggen: “Ik wil dat het voor jou ook fijn is.” Dat is lief, maar dat hoeft niet per se.’

Is er hier dan helemaal geen sprake van misbruik en mensenhandel?

‘Er zal weleens wat tussendoor slippen,’ zegt de raamexploitante, ‘maar de regelgeving maakt dat eigenlijk praktisch onmogelijk.’

Ze moeten hun KVK-inschrijving elke dag laten zien. En wie een kamer wil verhuren, voert intakegesprekken met de potentiële sekswerker en moet de zelfredzaamheid proberen te beoordelen. Een pooier kan geen kamer huren. Ook is er op de Wallen constante controle van toezichthouders speciaal voor de prostitutie en een speciale politie-eenheid die nieuwe sekswerkers controleert. ‘Als er verdenking van dwang is, krijg jij als verhuurder gesprekken. Het misbruik vindt eerder plaats op plekken zonder toezicht. Iemand die een flatje huurt en er dames neerzet… Dán krijg die schijnende gevallen.’

Sekswerker Lucy vult aan: ‘Of iedereen hier altijd de happy hooker is? Tja, ik bedoel, ga jij altijd heel graag naar je werk? Dat doen ze bij de Albert Heijn ook niet. Iedereen heeft weleens een baaldag. Het voordeel van een raam is dat we zelf kunnen bepalen wie je binnenlaat. Soms staat er iemand die al heel lang niet heeft gedoucht, nou die weiger je.’ Ze vergelijkt het met in een relatie zitten. ‘Dan heb je toch ook niet altijd zin? Maar uiteindelijk valt het altijd wel mee.’ Ze lacht en zegt: ‘Je hebt ook van die mannen die zeggen: “Ik wil dat het voor jou ook fijn is.” Dat is lief, maar dat hoeft niet per se. Al heb je wel mannen die weten wat ze doen, en dan is het eigenlijk best wel lekker.’ Ze heeft ook vaak mooie gesprekken met mensen. Misschien gaat het makkelijk zonder kleren, als je elkaar niet kent en de tijd beperkt is. Ook hier aan tafel zie ik haar steeds snel even op de klok kijken.

Feit of frame?

Het stoort Lucy en de raamexploitante dat sekswerkers alleen als slachtoffers worden neergezet. Ine Vanwesenbeeck, hoogleraar Seksuele ontwikkeling aan de Universiteit Utrecht, zat in 2019 bij Buitenhof en sprak over de Kamervragen die voortvloeiden uit een enquête van evangelische christelijke jongeren. Moest het Zweedse model, waarin niet de sekswerker maar de klant strafbaar is, ook in Nederland worden ingevoerd? ‘Deze vorm van repressie vergoot de misstanden die ze zegt te bestrijden,’ zei Vanwesenbeeck. Want onderzoek heeft aangetoond dat sekswerk dan uit het zicht verdwijnt; de afstand tot gezondheidszorg, politie en justitie groeit en de grip van criminelen wordt groter.

Tegenover haar zat Anne Kuik van het CDA, die zei: ‘Seks kopen is niet meer iets van deze tijd. Dat vinden we niet meer normaal.’

In hun onderzoek ‘Duizenden slachtoffers van seksuele uitbuiting’: feit of frame? uit 2019 schrijven Vanwesenbeeck, Marie-Louise Janssen en Marjan Wijers dat het publieke debat sensatiebelust is en slordigheden onvermijdelijk lijken. Seksuele uitbuiting is volgens de onderzoekers eerder frame dan feit. Uit het onderzoek blijkt dat 10 tot 12 procent van de sekswerkers wel eens met dwang te maken heeft gehad. Alle betrouwbare beleidsonderzoeken naar dwang in sekswerk in Nederland,’ schrijft Vanwesenbeeck me later, ‘komen nog steeds uit op dergelijke percentages.’

Hoerenhaat

Het wetsvoorstel om het Zweedse model in te voeren werd door de Kamer van tafel geveegd. Inmiddels ligt er een nieuw voorstel: de Wet Regulering Sekswerk (WRS). ‘Ik ben ook tegen onrecht,’ zegt sekswerker Lucy. ‘Ik ben een feminist, maar dat betekent toch ook dat ik zelf mag weten wat voor werk ik doe? My body, my business.’

‘Met hun vijf zeteltjes gooit de ChristenUnie onze hele beroepsgroep onder de bus. Om in de terminologie van de christenen te blijven: geruild voor vijf zilverlingen.’

De WRS wil toch alleen mensenhandel en uitbuiting tegengaan? ‘Een mooi idee,’ zegt Lucy. ‘Maar mensenhandel en uitbuiting zíjn al strafbaar, dus het is een antiprostitutiewet. De hoerenhaat druipt ervan af.’ Het grootste knelpunt, zegt Lucy, is de verplichte registratie in een database van de landelijke overheid: paspoort, naam, BSN en telefoonnummer. ‘Iedereen heeft een werknaam en dat is niet voor niets. Om de een of andere reden vertrouwen wij de overheid niet zo met privacygegevens… Lekkende databases zijn niks nieuws. Alles kan gehackt worden. Zeker als er bekend wordt als dat er een hoerenlijst bestaat. Dan worden sekswerkers heel kwetsbaar voor chantage of outing.’

Het was wisselgeld tijdens de kabinetsonderhandelingen, zegt Lucy. ‘Deze wet was een voorwaarde van de ChristenUnie, met nog wat milieudingetjes, om aan Rutte IV deel te nemen. Met hun vijf zeteltjes gooien ze onze hele beroepsgroep onder de bus. Om in de terminologie van de christenen te blijven: geruild voor vijf zilverlingen. Die wet zorgt voor pure achteruitgang met onnodige onveiligheid tot gevolg.’

Hyena’s

Daarnaast worden sekswerkers het slachtoffer van de (seks)toerist, of eigenlijk van buurtbewoners, die zich verenigen in hun woede over de drukte. Want misschien zijn de sekswerkers niet het échte probleem voor de bewoners van de Wallen, maar vooral de toeristen die ze aantrekken. Met als gevolg dat sommige zichzelf progressief noemende Amsterdammers het woordje ‘toerist’ gebruiken zoals er in andere huiskamers over de ‘vluchteling’ wordt gesproken.

De raamexploitante zegt: ‘Als je gaat kijken zie je gewoon dat het eigenlijk alleen maar druk is op de vrijdag- en zaterdagavond, vanaf een uur of tien tot een uur of één. Dan praat je over zes uurtjes in de week dat het druk is.’

Al jaren bestaat het plan om een erotisch centrum te bouwen elders in de stad. Maar ook in de buitenwijken wil niemand toeristen of sekswerkers. ‘Ik was bij die bijeenkomsten in Zuid en Noord,’ zegt Lucy. ‘In Noord ging het er netjes aan toe. Maar in Zuid! Ik dacht dat Zuid zo deftig was. Stelletje hyena’s waren het, ze lieten de burgemeester niet uitpraten, nog voor ze één zin had gezegd.’ De actiegroep Stop de gekte is volgens Lucy de meest luidruchtige van allemaal. ‘Die willen dus helemaal geen toeristen, hè? Waarom je dan in het centrum van een historische stad gaat wonen, begrijp ik niet goed.’

Zuchtend hoort de exploitante haar aan en zegt: ‘Er is ook een stay-away campagne gestart door de gemeente Amsterdam, tegen de Engelsen, men wil “betere toeristen” in de stad.’

Wie in Engeland zoekt op een goedkoop hotel of vrijgezellenfeest in Amsterdam, krijgt een ontmoedigingsfilmpje te zien, de arrestatie van een dronkenman wiens foto en vingerafdrukken worden genomen.

Het werkt niet, volgens de exploitant. ‘Zo maak je Amsterdam toch nog veel spannender, als oord van verderf?’ Een collega-sekswerker van Lucy sprak met The Guardian en zei dat ze de Engelse toeristen, ook als ze dronken zijn, leuker vindt dan bijvoorbeeld de Noord-Hollanders. Dat beaamt Lucy. ‘Met de Engelsen kun je tenminste lachen.’ 

Erg dwingend

Naast boze buurbewoners en een gemeente die graag andere toeristen wil, zijn op de Wallen ook organisaties actief als Youth with a mission en Outreach Victory Church. Ook Frits Rouvoet, broer van voormalig ChristenUnie-politicus André Rouvoet, is veel op de Wallen te vinden. Op zijn voorspraak kan hij ‘normale’ baantjes regelen voor vrouwen uit Roemenië. ‘Op zich mooi,’ zegt Lucy, ‘voor wie dat wil, maar hij vertelt die vrouwen wel dat ze zich schuldig moeten voelen. Ik kreeg hem ook aan de deur maar heb gezegd dat ik hem niet nodig heb. Nu zwaait hij alleen naar me en dan loopt hij door. Hij is erg dwingend naar anderen, maar hij weet dat ik toch niet te redden ben.’

‘Je gaat regelrecht naar de hel,’ zeg ik.

Ze lacht en zegt: ‘Ja, maar daar heb je tenminste nooit meer koude voeten.’

Ook het Leger des Heils heeft op de Wallen een soort huiskamer, net als in Groningen. Volgens de raamexploitante gaan er vooral veel transpersonen naartoe. ‘Die krijgen gratis condooms, dat scheelt weer geld. Maar het is natuurlijk ook altijd leuk als je ergens koffie kan drinken en een praatje maken. Veel buitenlandse vrouwen zijn ook gelovig hè? Ik vind het Leger altijd wel tof. Hun instelling is namelijk dat sekswerk nou eenmaal bestaat. Gelukkig zijn ze tegenwoordig ook pro homo. Ze zijn niet zoals die anderen. Er is nu trouwens een vrouw van het Leger die koffie uitdeelt bij de ramen, ze was een man en is nu een vrouw. Nou, hartstikke leuk dat dat kan.’

Gewoon uitroken

Ik vraag hoe de toekomst er volgens Lucy uit zou moeten zien. ‘Meer ramen,’ zegt ze kordaat, ‘en al die smalle straatjes er weer bij. Daar heb je veel meer privacy, voor ons en de klanten. Het zijn ook niet onze klanten die voor de overlast zorgen. Onze klanten komen en gaan. Maar de gemeente dacht: we gaan alle ramen concentreren op één gracht. Het is nu inderdaad superdruk op dat ene stukje. Het is gewoon uitroken, een politiek spel. Kijk, geen enkele buurt wil zo’n sekscentrum. Dus je krijgt allemaal rechtszaken. Politiek gaat om stemmen. In Zuid en Noord staat iedereen nu op z’n kop en partijen beseffen dat ze een heleboel stemmen verliezen als ze dit doorzetten. Zo’n sekscentrum is alleen een uitkomst voor mensen die niet in een club of in een raam kunnen of willen werken. Mannen of transpersonen hebben het moeilijk hier. Dus die zouden dan prima in het erotisch centrum kunnen werken. Als aanvulling, niet als vervanging.’

De exploitante zegt: ‘Het is ook nog helemaal niet makkelijk om zo’n erotisch centrum te beginnen. Je krijgt het amper verzekerd. Als jij tien panden hebt, maar één daarvan is een raamprostitutiebedrijf, dan kun je nergens terecht met hypotheken. Een bankrekening openen is ook moeilijk, en als je al een rekening hebt, moet je goed oppassen dat die kunt houden. En verzekeringen? Ik krijg net een rekening binnen voor dit jaar: 14.000 euro voor één pand! Het is absurd en dat is alleen maar omdat het een bordeel is, hè? Er is maar één verzekeringsmaatschappij waar je terecht kunt. Dat komt door het stigma. Terwijl een bordeel eigenlijk veiliger is dan een hotel, want daar gaan ze stiekem roken en kunnen ze in slaap vallen. En terwijl de ramen zo goed worden gecontroleerd en in de gaten worden gehouden.’

Coffee and Cup-a-Soup

De raamexploitante moet weer aan het werk. Met Lucy loop ik de Wallen op. Het gedumpte matras is inmiddels opgehaald door de gemeente. Het is nog rustig, een kat ligt languit te slapen op een leren barkruk achter een raam waar vanavond weer iemand zal zitten. Lucy laat me het steegje zien waar ze iedere vrijdagmiddag werkt. Ze is al op leeftijd, maar dat heeft ook voordelen. ‘Je hebt prachtige jonge meisjes hier en sommige mannen willen niet het gevoel krijgen dat ze met hun dochter in bed liggen.’

‘Als je iets aan uitbuiting wil doen, denk dan ook eens aan die Poolse arbeiders die met z’n allen in te kleine huizen wonen. Geef die mensen een stem.’

Een collega van Lucy begint driftig te zwaaien en vraagt ons binnen te komen in de betegelde peeskamer. ‘How is it going?’ vraagt Lucy en ze zegt dat ik een stuk over sekswerk zal schrijven. ‘We have a problem. They want to close the area. We don’t want this,’ zegt de collega meteen. Ook zij is een tevreden sekswerker. Ze heeft een redelijk drukke dag, de afgelopen weken waren te rustig: ‘Regen, ramadan en Pasen.’  Dan laat ze me haar nieuwe pakjes zien, die op maat gemaakt zijn. Aan de muren hangen gigantische werktuigen en leren zwepen in alle maten.

Ik vraag wat ze doet als er even geen klanten zijn.

‘Then I stay here, listen to music, call my friends.’

‘Ik ook,’ zegt Lucy. ‘Ik neem altijd een radio mee en een kan koffie.’

‘Yeah, coffee and Cup-a-Soup.’

‘Goed. Ik zie je vrijdag,’ zegt Lucy. ‘Ik zal je niet langer ophouden.’ Net als op een notariskantoor is tijd hier geld.

Terwijl we teruglopen naar het Prostitution Information Center zegt Lucy: ‘De gemeente heeft het altijd over kwetsbare vrouwen die achter het raam worden gezet. Ik kan het woord kwetsbaar niet meer horen. Je wordt niet achter het raam gezet, hier niet althans. Ze zouden het moeten hebben over “zelfstandige ondernemers die een ruimte huren die geschikt is om hun beroep uit te voeren”. Punt. Maar dan zeggen ze tegen mij: “Ja, maar jij bent een uitzondering. Want jij bent Nederlands en hoogopgeleid.” Maar ik ben geen uitzondering. Er vindt zo’n enorme vertrutting plaats hier. Als je iets aan uitbuiting wil doen, denk dan ook eens aan die Poolse arbeiders die met z’n allen in te kleine huizen wonen. Geef die mensen een stem.’

Sekszorg

In de middag komt er een schuchter groepje Amerikaanse studenten het Prostitution Information Center binnen. Ze krijgen een lezing van Brenda, die sekszorg verleent aan mensen met een beperking. Met Lucy ga ik achteraan zitten. Brenda vertelt dat ze verpleegkundige was en zag dat haar cliënten ook intimiteit nodig hadden. Toen ze hoorde van een bureau dat sekswerkers op afspraak naar instellingen stuurt, meldde ze zich meteen aan. Ze spreekt over het verminderen van spasmes na haar bezoek en hoe mensen meer mens worden. Maar ook hier is er wetgeving die zou moeten veranderen. Een bezoek van een seksverzorgende kost 125 euro en iemand met een uitkering kan hier amper voor sparen. Momenteel zijn er voorstellen in behandeling om iedere gehandicapte ongemarkeerd 125 euro extra per maand te geven. Het bedrag mag overal aan besteed worden. De jonge Amerikanen luisteren met open mond.

Lucy fluistert: ‘Soms wisselen we van rol bij zo’n praatje. Dan zeg ik dat ik seksverzorgende ben en dan zegt zij dat ze achter het raam werkt. Want als je zegt dat je sekszorg verleent, word je als een halve heilige beschouwd, wat knap en goed dat je aan die arme gehandicapten denkt, maar als je achter het raam staat… We moeten altijd vreselijk lachen als we vertellen hoe het echt zit, als je die verbaasde gezichtjes dan ziet. We zijn toch gewoon allemaal mensen met behoeftes? Net als de klanten die hier over straat lopen.’