In het centrum van Moskou in de wijk Khoklovka staat een vervallen zeventiende-eeuws paleis uit de tsarentijd, met afbladderende verf en oude resten van aanplakbiljetten op de muren. Jonge mensen lopen in en uit. Binnen is een hal met een brede trap met afgebroken marmeren tegels. Er is een dansschool, een Apple-repairshop en een koffiehoekje met de naam Barista Store.

Op de bovenste verdieping bevindt zich de hackerspace Neuron, een ruimte met banken, een grote tafel met stekkerdozen en een boekenkast met dikke computerboeken. Op de brede ruggen staan in dikke letters computertermen als TCP/IP, C++, JAVA en LINUX.

Pavel Zhovner is hier de baas, een tengere jongeman met kort donker haar. Oorspronkelijk komt hij uit een klein plaatsje in Oekraïne, maar hij woont al zeven jaar in Moskou. Hij geeft me een kleine rondleiding langs de onvermijdelijke oscilloscoop, de 3D-printer, de ESP’s en de minicomputertjes uit China met bluetooth en wifi. Een ervan stuurt via een antenne een...