Het (enige) voordeel van ziek zijn is dat je eindelijk toekomt aan al die politieke memoires en (auto)biografieën die je altijd al eens hebt willen lezen. Vergeleken met Groot-Brittannië en de Verenigde Staten is de politieke (auto)biografie in Nederland een onderontwikkeld genre. Weinig ministers en Kamerleden durven het aan hun gedachten en herinneringen aan het papier toe te vertrouwen. Koploper zijn al decennialang de tachtigers Frits Bolkestein en Ed van Thijn.

Sinds verkiezingen steeds meer om de persoon van de lijsttrekker draaien, is een nieuw genre ontstaan dat het midden houdt tussen memoires en een politiek pamflet: Alexander Pechtold wil investeren in het onderwijs, Sybrand Buma is gehecht aan normen en waarden, Gert-Jan Segers wil de kloof in de samenleving dichten. Nobele voornemens, maar wel erg dicht op de actualiteit van dat moment. Een diepgaandere vorm van zelfreflectie is kennelijk alleen weggelegd voor voormalige politici.

Lees ookUit 1995: Paul Rosenmöller...