De manie vergleed uiteindelijk altijd in een psychose.

Psychose is iets engs, wordt ons overal ingefluisterd. Ook al was de psychose na die eerste keer een regelmatig terugkerend onderdeel van ons huishouden, sprak ze in tongen in de deuropening van mijn kamer, verdween ze vaak even geheimzinnig als ze was opgekomen, kon ze gitzwart en eenzaam zijn, alsof je een uitdijend heelal in keek zonder begin en zonder eindpunt, had ze humor als je het van een afstandje bekeek en was ze vaak niet onaardig, toch merk ik dat mijn ideeën hierover meer gevormd zijn door beelden uit onze cultuur dan door de informatie die ik erover kreeg van mijn vader.

Zodra mijn vaders psychoses voorbij waren, vertelde hij nooit of die droomwereld of nachtmerrie voor hem nog steeds als echt voelde. Niemand sprak er nog over. Er waren de ontelbare horrorfilms die ik als kind stiekem op mijn eigen kleine tv keek, waarin psychosen en moord als een symbiotische twee-eenheid werden gepresenteerd. Ook in drama’s...