Er is in Nederland sprake van structurele ongelijkheid tussen sociale groepen. Eerder al waarschuwden de commissie-Remkes (2018) en het Sociaal Cultureel Planbureau (2021) de kabinetten Rutte III en IV: er gaapt een kloof tussen ‘de gevestigde bovenlaag’ van welvarende hoogopgeleide burgers en ‘onzekere werkenden’ die over weinig kapitaal beschikken, niet alleen in termen van geld, maar ook in termen van hulpbronnen zoals sociale netwerken, zorg en ondersteuning.

De gevestigde bovenlaag wordt ook nog eens gesubsidieerd. Zo ging de subsidie voor elektrische auto’s voor de helft naar Tesla’s en Jaguars met een waarde van 80 tot 120.000 euro, bleek in 2019 uit Kamervragen van destijds CDA-kamerlid Pieter Omtzigt. Deze subsidies werden mogelijk gemaakt door een hogere belasting voor benzine- en dieselauto’s. Platgeslagen: ‘onzekere werkenden’ zoals freelancende postbezorgers betaalden via hun werkbusjes mee aan een subsidie voor rijke klimaatvriendelijke...