Bekijk hierboven de uitzending van BOOS.

Pieter van Vollenhoven, getrouwd met prinses Margriet en daardoor lid van het Nederlands Koninklijk Huis, kreeg in april 2019 de eretitel van opperofficier bij de Luchtmacht. Deze benoeming tot ‘reserve Commodore Titulair’ is verrassend, omdat hij – in tegenstelling tot andere militairen die deze eer ten deel viel – nooit op uitzending is geweest.

Naast het vervullen van zijn dienstplicht in 1966 op een juridische afdeling is Van Vollenhoven sinds 2005 als reservist verbonden aan de Luchtmacht. Het is een opvallende nevenfunctie, aangezien hij in dezelfde periode als voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) de Luchtmacht meermaals tegenkwam in onderzoeken naar de vliegveiligheid.

Deze benoeming tot opperofficier is niet de enige opmerkelijke. Zo kreeg Van Vollenhoven een professorstitel van de Universiteit Twente zonder ooit een proefschrift te hebben geschreven. Volgens de Universiteit Twente is dit mogelijk omdat het gaat om de titel van ‘praktijkprofessor’. Hoewel de universiteit desgevraagd laat weten het ‘wenselijk’ te vinden de juiste titel te voeren, liet en laat Van Vollenhoven zich steevast aanspreken en omschrijven als ‘professor’. Hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Leiden Wim Voermans noemt het accepteren van dergelijke titels ‘ongelukkig’ en vergelijkt het met een vliegbrevet: ‘Je moet geen pilotenpak dragen als je geen vliegbrevet hebt, waarom zou je dat willen?’

Niet geheel vlekkeloos

Van Vollenhovens zoon, Pieter-Christiaan van Oranje, heeft daarentegen wel een professionele carrière bij de krijgsmacht, al liep deze niet geheel vlekkeloos.

In 2006 kregen vier militairen de rang van kapitein en zes de hogere rang van majoor terwijl zij precies dezelfde functie bekleden, namelijk die van liaison op ambassades. Het verschil in rang betekent dat de vier kapiteins ongeveer duizend euro per maand minder aan salaris ontvangen dan hun collega’s, ondanks dat zij hetzelfde werk doen.

Uit interne stukken in handen van BOOS en Vrij Nederland blijkt dat Pieter-Christiaan van Oranje het initiatief nam deze ambassademedewerkers te bevorderen tot majoor en anderen kapitein te laten. Ook blijkt dat de majoors via hem een voorkeursbehandeling kregen. Terwijl de ministeries van Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie nog in overleg waren welke ambassadeposten er moesten komen, legde Van Oranje vast bezoeken af met beoogde kandidaten. Volgens een ingewijde werd de functie van majoor ook proactief beloofd aan kandidaten door Van Oranje, terwijl hij dit helemaal niet mag doen.

Pieter-Christiaan van Oranje werd in 2006 door de afdeling personeelszaken van Defensie per mail gevraagd om opheldering, omdat het toekennen van een lagere rang ‘tegen de besluitvorming van (zijn meerderen in de) marechausseeraad’ ingaat. Toch hebben de kapiteins jarenlang moeten procederen. In 2011 constateerde de Centrale Raad van Beroep (de hoogste bestuursrechter in ambtenarenzaken) dat het niet in staat is zijn werk naar behoren te doen, omdat Defensie stukken achterhoudt. Hoewel Defensie tijdens de rechtszitting beloofde na de zitting met de vier om tafel te gaan, is dit nooit gebeurd. Uiteindelijk worden de vier eind 2014 alsnog gecompenseerd.

‘Geen fris plaatje’

Defensie wil zelf geen inhoudelijke reactie op de gang van zaken omtrent het handelen van Pieter-Christiaan van Oranje, maar brieft zijn reactie door. Van Oranje ontkent wat BOOS en Vrij Nederland zwart op wit hebben staan, en weigert verdere opheldering te verschaffen omdat ‘de vragen meer van hetzelfde zijn’. Omdat de redacties geen inzage geven in bronnen is het volgens Van Oranje ‘niet duidelijk wat hem wordt verweten en waar BOOS zich op baseert’. Een eerdere belofte ons te woord te staan wordt daarmee ingetrokken.

Professor Voermans noemt de ontwijkende antwoorden ‘tezamen genomen met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep geen fris plaatje’. Hij hekelt dat op vragen over de rol van Pieter-Christiaan van Oranje in deze affaire door hemzelf en later ook door Defensie ’verschillende en tegenstrijdige mededelingen worden gedaan’.

‘Jacht op titels’

Tot slot zorgt de bliksemcarrière van neef Lucas van Lippe-Biesterfeld (2002), de zoon van prins Maurits en kleinzoon van Pieter van Vollenhoven, ook voor gefronste wenkbrauwen. Na het behalen van zijn vwo-diploma in 2020 ging hij direct aan de slag bij de Koninklijke Militaire Academie waar hij binnen een jaar werd bevorderd tot officier en mee ging op missie in Irak. Het behalen van een Vaktechnische Opleiding is een voorwaardelijke verplichting binnen de opleiding, maar deze eis werd voor de jonge Van Lippe-Biesterfeld losgelaten.

Het is niet gebruikelijk dat middelbare scholieren na hun examen een verkorte opleiding tot officier volgen, zonder duidelijkheid over welke functie je daarna gaat vervullen. Na enkele maanden mee te zijn geweest op missie, kon de negentienjarige Van Lippe-Biesterfeld meteen aan de slag als stagiair bij de NAVO. Eveneens een opvallende positie, aangezien kandidaat-stagiairs eigenlijk minimaal 21 jaar moeten zijn en drie jaar universitaire opleiding moeten hebben genoten.

Professor Voermans, die voor BOOS en Vrij Nederland de zaak en onderliggende stukken bekeek, constateert dat het hier niet gaat om ‘een incidentje’ en spreekt van een patroon. Een die ‘niet getuigt van modern lidmaatschap van onze Koninklijke Familie. In de negentiende eeuw snap ik nog wel de behoefte volgehangen te worden met medailles, maar waarom in 2022 nog?’ Hij wijst erop dat niemand de leden van de koninklijke familie verplicht dit soort ‘cadeaus’ te aanvaarden en waarschuwt voor een ‘jacht op titels’ waar de onderliggende vaardigheden bij ontbreken.

Het ministerie van Defensie ontkent dat het hier gaat om het aanvaarden van cadeaus – iets wat in strijd zou zijn met de Gedragscode – en laten weten dat het hier slechts ‘maatwerk’ betreft. Daarnaast beroept het ministerie zich op ‘het belang dat Defensie toekent aan de historische relatie met de koninklijke familie’, maar benadrukt tegelijkertijd dat er geen aparte (integriteit)regels bestaan voor leden van het Koninklijk Huis, omdat voor hen ‘de regels gelden die voor iedereen gelden’.

Zaterdag verschijnt een uitgebreid achtergrondverhaal over de militaire titels van de koninklijke familie op vn.nl. Schrijf je in voor de nieuwsbrief om het verhaal niet te missen.