De minst benijdenswaardige positie aan het Binnenhof, zo wordt de fractieleider van de grootste regeringspartij weleens genoemd. De nummer twee van de partij moet de coalitie bij elkaar zien te houden, moeilijke compromissen voor zijn rekening nemen en ervoor zorgen dat de fractie niet verandert in een kruiwagen vol kikkers. Het politieke succes straalt af op zijn partijgenoot, de premier. Als alles in het honderd loopt, krijgt de fractieleider snel de schuld. Je moet er een dienstbaar karakter voor hebben.

Nog riskanter wordt het als de nummer twee het predicaat ‘kroonprins van de premier’ krijgt opgedrukt. Alle jaloerse blikken zijn voortaan op hem gericht. Iedereen zit te loeren of de fractievoorzitter een fout maakt. Een loyaliteitsconflict kan bijna niet uitblijven. Het is dan ook niet vaak voorgekomen dat de kroonprins koning wordt. Meestal loopt er in de tussentijd iets mis.