Het is even de vraag waar dit interview gaat plaatsvinden. De eerste afspraak in Arnhem, de woonplaats van actrice, theatermaakster en schrijfster Nazmiye Oral (44), mislukt door chaos op de weg. De vraag is of het dan in Hengelo kan, waar een groot deel van haar familie woont. Oral moet erover nadenken. ‘Er is deze week zoveel gebeurd,’ zegt ze door de telefoon. Ze doelt op de Gesluierde Monologen die zij en haar mede-actrices voor de gelegenheid in Enschede in het Turks opvoerden, wat nogal tumultueus verliep. De helft van het publiek liep weg en iemand riep de rest op hetzelfde te doen. Daarna begonnen anderen in de zaal te schreeuwen dat het juist zo’n geweldige voorstelling was en er klonk applaus. ‘Maar dat is ook niet wat je wilt, het gaat niet om voor of tegen ons,’ zegt Oral.

Er bleek sprake van miscommunicatie. De mensen in de zaal waren vooraf niet goed geïnformeerd over wat ze konden verwachten. Oral had de voorstelling stilgelegd en uitgelegd dat de Gesluierde Monologen een verzameling verhalen is van moslimvrouwen over seks, de vagina, het maagdenvlies, homoseksualiteit, dat soort onderwerpen. Degenen die daarin geen zin hadden, mochten gerust de zaal verlaten. ‘Er kwam een ontlading, mensen moesten lachen, klappen en toen konden we doorgaan.’ Maar ze had later wel gedacht: ‘O ja, zo is het, wij praten nooit over dit soort dingen.’ En wat haar ook trof: haar neef die meegeholpen had met de techniek was meteen na afloop vertrokken. Hij was gechoqueerd door wat hij had gehoord en gezien.

Dus ja, om nu meteen weer naar haar familie in Hengelo te gaan… ‘Waarom eigenlijk?’ vraagt ze. Als het antwoord luidt dat het mooi is voor de couleur locale, wordt ze fel. ‘De couleur locale? Het zijn mensen!’ Oké, ander antwoord dan, niet minder oprecht gemeend: omdat zij zo anders is dan haar familie. Maar dat is helemáál niet goed: ‘Ik vind dat een pijnlijke opmerking.’ Ze zal het later uitleggen: ‘Bij de constatering dat ik zo anders ben dan mijn familie, denk ik: ja, jammer dat ik een uitzonderingspositie heb, maar ik doe niks anders dan mijn eigen leven leiden.’

U bedoelt: het zou normaal moeten zijn zoals u bent?

‘Ja.’

Maar u bent intussen toch wel normaal in uw familie, ook al doet u andere dingen dan zij?

‘Het is normaal in die zin dat wat ik doe gewoon gebeurt, maar toch zegt mijn familie altijd nog: zij is… zij.’

Dus toch nog anders?

‘Wat ik bedoel… Als ik heel eerlijk ben, heb ik me altijd, zolang ik me kan herinneren, heel alleen gevoeld. “Anders” wil ik niet meteen zeggen, maar alleen.’

Schokkend

Het wordt toch Hengelo. Nazmiye Oral ontvangt in het huis van haar aangetrouwde nicht, dat binnen de vierkante kilometer ligt waar ook de rest van de familie domicilie heeft. Orals moeder woont nog in de flat waarin ze als twintigjarige eind jaren zestig vanuit Tur­kije terechtkwam om zich bij haar man te voegen. Ze leeft er samen met Orals jongere zus en haar man. Orals jongere broer heeft met zijn vrouw een appartement aan de overkant. Een andere broer verblijft elders omdat hij verstandelijk gehandicapt is, maar ooms, tantes, neven en nichten zitten wel in de buurt. De aangetrouwde nicht is als een zus voor Oral. Altijd als ze in Hengelo is, slaapt ze bij haar. Oral zit graag in haar kleine, smetteloos witte keuken. Op tafel liggen haar iPhone en sigaretten, in een hoek staat haar laptop.

Oral leidt in zeker opzicht weer het leven dat ze tien jaar geleden ook leidde: ze toert langs Nederlandse zalen met de Gesluierde Monologen. De voorstelling ging in 2003 in première en is nu, na een jarenlange rondreis door landen als België, de Verenigde Staten, Duitsland en Tur­kije, terug. Met de twee andere vaste actrices Oya Capelle en Meral Polat, en saz-speelster Seval Okyay, was Oral betrokken bij bijna alle buitenlandse optredens, en in de tussentijd deed ze andere dingen. Van 2003 tot 2012 was ze columnist bij de Volkskrant en met theatermaker Gerardjan Rijnders schreef ze in 2008 en 2010 stukken voor het Nationaal Toneel. In 2011 verscheen haar eerste roman Zehra en ze werkt nu aan een tweede, Anatomie van een Migrant.

Oral doet ook van zich spreken met het Zina­platform, waarvan ze in 2004 een van de oprichtsters was. Volgens de beginselverklaring wil Zina ‘de wetten van het theater en de kaders van sociale beleefdheid’ breken – welnu, dat begint op te vallen. In de persoon van theatermaakster Adelheid Roosen organiseert Zina de veelbesproken Oversteek, waarbij gewone mensen optreden in een stuk van Toneelgroep Amsterdam, maar Zina bewandelt ook de omgekeerde weg en daarvoor zet Oral zich in. In de zogeheten ‘WijkSafari’s’ trekken acteurs als Oral wekenlang in bij bewoners van een volkswijk en uit die ontmoeting komt toneel voort in de huiskamer. De WijkSafari Utrecht werd onlangs genomineerd voor de Cutting Edge Awards.

De Gesluierde Monologen zijn teruggekeerd naar Nederland op initiatief van de drie vaste actrices en de saz-speelster. Ze waren benieuwd of er na al die jaren nog belangstelling voor was – ja dus. Zo staat Oral op een doordeweekse ochtend om kwart over negen in de Groningse Stads­schouwburg te spelen voor vrouwen uit opvanghuizen. Met dit soort publiek volgt meestal een nagesprek en dat gebeurt ook nu. De voorstelling heeft overduidelijk indruk gemaakt. ‘Schokkend,’ zegt een blonde vrouw. ‘Maar wel heel mooi.’ Oral zegt dat ze vooral graag wil dat over seksualiteit wordt gepráát, er is te lang gezwegen. Ze vertelt ook over zichzelf, hoe haar moeder bij haar als jong meisje drie keer controleerde of ze nog maagd was. ‘De laatste keer was ik veertien; toen durfde ik eindelijk nee te zeggen en mijn moeder accepteerde dat.’

Lust en lol

De Gesluierde Monologen zijn voortgekomen uit de nieuwsgierigheid van Adelheid Roosen, die speelde in De Vagina Monologen en zich afvroeg hoe het zat met de vagina van moslimvrouwen. Ze interviewde vrouwen die geboren waren in landen als Turkije, Marokko, Saoedi-Arabië, Irak en Somalië, en ook autochtone Nederlandse vrouwen die een relatie hadden met een moslimman, over seksualiteit. Het resultaat waren twaalf monologen, afwisselend verteld door Oral, Capelle en Polat, over de geobsedeerdheid met het maagdenvlies, reputatie en eer, over gedwongen seks, uithuwelijking, vrouwenbesnijdenis en meer ellende, maar zeker ook over intimiteit, lust en lol.

Na de voorstelling in Ankara zeiden zelfs mannen dat ze deze openheid toejuichten.

Het beeld is genuanceerd. Uit een van de monologen blijkt bijvoorbeeld dat seks met een moslimman oneindig meeslepender kan zijn dan met een Hollander, die in de aanloop naar de daad een keurig stappenplan afwerkt. In een andere monoloog vraagt een besneden vrouw haar te zien zoals ze is. Oké, ze is verminkt, maar ooit was ze onderdeel van een ritueel waardoor ze het gevoel had ergens bij te horen.

De Gesluierde Monologen waren taboedoorbrekend. Op het toneel zo openlijk praten over seks – dat gebeurde in de moslimwereld niet eerder. Maar het stuk was een succes en commotie zoals in Enschede hoorde tot de uitzonderingen. In Nederland ging het langs theaters, jongerencentra, moskeeën, Blijf van mijn lijf-huizen en er was een speciale opvoering voor de Tweede Kamer. Ook in het buitenland vielen de monologen goed – ja, óók in Turkije. Na de voorstelling in Ankara zeiden zelfs mannen dat ze deze openheid toejuichten.

Oral, Capelle, Polat en saz-speelster Okyay vinden het bijzonder dat hun Gesluierde Monologen na al die jaren terug zijn waar ze zijn ontstaan. Ze hebben er uitgebreid bij stilgestaan, vertelt Oral. ‘Het is grappig wat er is gebeurd. Adelheid is hiermee ruim tien jaar geleden begonnen en nu is het onze eigen beweging geworden, wij gaan ermee verder.’ De vrouwen besloten dat het nu tijd is voor een statement, ter ondersteuning van andere vrouwen uit Nederlandse moslimmilieus. Op 7 april moet het aan de orde komen in De Balie, tijdens een debat over de emancipatie van de moslimvrouw.

Het statement zal onder meer bestaan uit beeldmateriaal en foto’s van henzelf. De boodschap ervan zal gericht zijn aan moslimouders in Nederland: laat jullie dochters zichzelf worden en begeleid dat proces met liefde. Oral legt het uit: ‘Ik heb me mijzelf toegeëigend, ik heb mijzelf bevrijd, maar ik heb ervoor moeten lijden, de weg was eenzaam. Ik probeer nu de pijn niet door te geven aan mijn dochters, maar ik kom te veel jonge vrouwen tegen bij wie dat wel gebeurt. Ik vind dat ik tegen hun ouders moet zeggen: “Je laat je verantwoordelijkheid gruwelijk liggen als je je kind niet steunt op zijn of haar eigen weg, als je eist van je kind dat het dat malletje invult dat jij hebt uitgedacht.”’

Hoe ziet dat malletje eruit?

‘Het kan van alles zijn: welk beroep je kind uitoefent, of het de stad in mag, welke nationaliteit de partner van je kind moet hebben, of je kind al dan niet trouwt of homo mag zijn, hoe de kinderen van je kind worden opgevoed, ál die dingen. Ouders, ik praat vooral over Turkse en Marokkaanse ouders, eisen continu loyaliteit van hun kinderen en die kinderen zijn zo loyaal en zo lief, ze vragen geen enkele loyaliteit terug. En daarvan denk ik: nee, dit moet nu echt klaar zijn. De kinderen moeten opeisen waar ze recht op hebben. Kinderen horen hun eigen pad te bewandelen en daarbij kun je ze als ouders niet je liefde onthouden.’

Jullie willen dus Turkse en Marokkaanse ouders oproepen hun kinderen, en vooral hun dochters, te steunen, wat die ook doen.

‘Ja, en het liefst zou ik deze discussie willen voeren in elk buurthuis, in elke moskee, in elk jongerencentrum: ouders, neem je fokking verantwoordelijkheid.’

‘Ik wil het liefst dat mijn kinderen zelf leren nadenken.’

Jullie schatten in dat die oproep aan de opvoeders van nu nog nodig is?

‘Ik ben geen socioloog, hè. Ik kan alleen spreken over wat ik ervaar en zie. En dan denk ik dat er nog veel onvrijheid is onder Turkse en Marokkaanse meisjes. Iedereen doet ontzettend zijn best, maar er is nog veel te doen. Het mooie van die cultuur is wel dat je automatisch behoort tot een groep, het grote verband van de familie. Dat is prachtig, autochtone Nederlandse kinderen zijn veel meer alleen. Turkse en Marokkaanse kinderen zijn nooit alleen en als ze hulp nodig hebben, kunnen ze overal terecht. Tenzij ze iets doen dat niet volgens de regels van de groep is, dan worden ze uitgestoten.’

U heeft twee dochters, mogen die alles doen wat ze willen?

‘Tuurlijk niet. Het is grappig dat dit aan de orde komt, want het is iets dat ik veel tegenkom bij Turkse en Marokkaanse ouders. Bij vrijheid denken ze: o, dan moet ik zeker alles toelaten. Dat is onzin, daar hebben we het niet over. Ik leer mijn dochters grenzen en wat ik ze vooral probeer te leren is: jij mag te allen tijde “nee” zeggen. Ik wil het liefst dat mijn kinderen zelf leren nadenken.’

De misvatting van veel Turkse en Marokkaanse ­ouders is dus: óf mijn kinderen houden zich aan mijn regels óf ze komen terecht in de hel van de westerse maatschappij en dat is alcohol, drugs en seks met ­iedereen.

‘Ja, die ouders zijn bang dat hun kinderen vooral zuipen en seks hebben zodra ze maar iets van vrijheid krijgen. Dat is triest. Denk je nou echt dat alle kinderen dat willen? Het is juist andersom: als je je kinderen met veel druk opvoedt en ze mogen niks, dan krijg je juist labiele kinderen.’

De discussie over de onderdrukte moslimvrouw, waarmee Ayaan Hirsi Ali beroemd is geworden, is een poos weggeweest uit het publieke debat. Wat vindt u daarvan?

‘Wel heerlijk, eigenlijk. De discussie werd gekaapt, er waren zoveel mensen die zeiden: o god, we moeten die moslimvrouwen redden. Maar voor mij is de thematiek nog actueel. Ik ben net coach geworden, ik werk met mensen die geen grote problemen hebben maar vastzitten, een stap niet durven te nemen. Er zijn twee vrouwen bij mij gekomen uit dezelfde cultuur als ik, eentje zit tegen de overgang en eentje is begin twintig en allebei zitten ze met hun seksualiteit, de angst ervoor, omdat hun omgeving altijd de nadruk heeft gelegd op hun eer en reputatie.’

Hoe kan het toch dat moslimvrouwen zich nog steeds van alles door mannen laten zeggen?

‘Dat is bijna dezelfde vraag als: waarom is het nog geen vrede op aarde? Mensen zullen altijd uit angst en onmacht proberen de ander hun wil op te leggen.’

Nee, dat is niet dezelfde vraag. Er bestaat het clichébeeld van de onderdrukte moslimvrouw, maar als je die vrouwen ontmoet, zijn de meesten fysiek en mentaal tien keer zo sterk als westerse vrouwen. Bovendien geeft de Koran wel degelijk handvatten om gelijke rechten op te eisen.

‘Vroeger trok een pasgetrouwde jonge vrouw in bij de familie van de man en ze moest alles voor haar schoonmoeder doen: koken, wassen, schoonmaken. Als jij als jonge vrouw die last hebt moeten dragen, is het heel moeilijk om dat patroon te doorbreken en tegen de volgende generatie te zeggen: oké, jij hoeft dat niet, jij mag jezelf zijn. En als een huwelijk dan niet goed is, vinden veel vrouwen het moeilijk om te scheiden, omdat er angst is voor wat de familie en de omgeving zeggen. Ik heb gescheiden vrouwen meegemaakt die zeiden: “Ik heb vriendinnen verloren omdat ze niet meer willen dat ik kom, ze zijn bang dat ik hun man inpik.”’

Het onderdrukkende mechanisme wordt dus voor een deel in stand gehouden door vrouwen zelf?

‘Inderdaad, en dus gaat het ons erom: feminisme, ja, maar het is niet alleen de buitenwereld die dat op zich moet nemen. Wat doen we met elkaar? Welke steun krijgen we van onze moeders, zussen, nichten, vriendinnen?’

Jonge vrouwen als Nadia Ezzeroili vinden dat de vrouwen ‘van kleur’ de blanke vrouwen niet nodig hebben om zich te emanciperen, dat kunnen ze zelf wel. Hoe staat u daarin?

‘Ik vind het wel opwindend dat de nieuwe garde dit zegt, het is gezond. Ik lees het niet als: rot op, we kunnen het zelf. Volgens mij is de boodschap aan autochtone Nederlanders: wees niet zo paternalistisch. Ik heb eens meegemaakt dat een journalist over een advocate met een hoofddoek zei: “Ik kan niet geloven dat ze die draagt omdat ze er zelf voor heeft gekozen. Volgens mij is ze toch ergens gebrainwasht.” Ja, daar houdt het voor mij op. Van een kind tot een jaar of zestien kun je nog zeggen: ik weet niet of ze het zelf wil. Maar dat je het zegt van een volwassen vrouw, die gestudeerd heeft, vind ik respectloos.’

In de westerse cultuur is de hoofddoek een teken van vrouwenonderdrukking.

‘Ja, maar voor mijn moeder is het een uiting van haar geloof. Punt. Denk je nou heus dat alle westerse vrouwen van in de vijftig nog steeds knap, jong en dun willen zijn? Ik denk het niet, maar het zou toch erg zijn als ik dan zei: “Die vrouwen zijn allemaal gebrainwasht?”’

U heeft nooit tegen uw moeder gezegd, vroeger ook niet: ‘Mam, je bent onderdrukt, doe die hoofddoek af?’

‘Ik zou het niet in mijn hoofd halen en ik heb het ook nooit zo ervaren.’

Knalroze bh

Nazmiye Oral draagt een kort rokje en een trui met een V-hals die haar knalroze bh laat zien. Ze steekt nog maar eens een sigaret op en opent het keukenraam om de rook te laten verdwijnen in de avondlucht. Flarden gepraat en muziek komen naar binnen. De bel gaat en de bel gaat nog eens, maar volgens Oral is het rustig in huis. ‘Normaal gesproken is er veel meer drukte, allerlei mensen die in- en uitlopen,’ zegt ze. De nicht schuift aan bij de keukentafel, een vrouw met een aardig gezicht die tijdens het gesprek af en toe knikt of lacht.

Oral werd in 1969 in Hengelo geboren als oudste in het gezin. Ze was een vrolijk kind dat vaak bij de Nederlandse buren zat omdat haar beide ouders werkten. Veel later vertelden haar ouders haar een verhaal, dat ze achteraf maar raar vond. Rond haar zesde jaar gaf haar vader haar een rode bal en vroeg: ‘Wat is dit?’ Ze antwoordde: ‘Bal.’ Maar haar vader wilde graag dat ze Turks sprak en zei: ‘Zeg eens top?’ ‘Nee, bal,’ antwoordde ze opnieuw. Haar ouders werden bang dat ze het Turks zou verleren, terwijl ze maar tijdelijk in Nederland waren. Haar vader werkte bij Stork en haar moeder in een andere fabriek, als ze genoeg geld hadden zouden ze teruggaan naar Turkije. Maar nu de zaken er zo voor stonden, moest kleine Nazmiye maar eerder gaan. En zo belandde ze als zesjarige bij haar grootouders van vaderskant in Gemlik, iets onder Istanboel. Ze zou er vier jaar blijven, alleen met twee neven uit Nederland.

Waarom vond u het later zo’n raar verhaal?

‘Ik denk: lekker dan. Je kunt dit als ouders wel vertellen, maar wat zeg je dan eigenlijk? “Schat, het ligt aan jou, als je Turks had gepraat, hadden we je in Nederland gehouden.” Voor mijn gevoel is mij nooit verteld dat ik naar Turkije moest en waarom. Ik weet alleen dat ik een grote zak snoep van onze buren in Hengelo kreeg met goudkleurige snoepjes, die ik om- en omdraaide. Ik was zo blij, dit was mijn grootste cadeau ooit.’

Hoe was die periode in Turkije?

‘Mijn grootouders woonden aan een doodlopende straat, er waren bijna geen auto’s, maar wel veel olijfboomgaarden waar ik vaak was. Dat was spannend. Ik snoepte van de donkere moerbeiboom, wij hadden zelf een witte maar de rode moerbeien vond ik lekkerder. In mijn herinnering was het altijd zomer en altijd warm. Ik wroette in de aarde en vond potscherven, dan deed ik of die van mensen waren die daar héél lang geleden hadden gewoond.’

Had u het leuk met uw opa en oma?

‘Op zich wel, maar ik had niet veel contact met ze. Ze waren oud. Af en toe als ik iets stouts had gedaan, kreeg ik van mijn oma met de achterkant van een bezem, dan sprong ik op en neer op de divan om de klappen te ontwijken. En het was heel duidelijk, toen al, dat mijn neven oneindig meer vrijheid kregen dan ik. Ik weet nog dat ik in ons lemen huis in de gang aan een tafel moest zitten om niet alleen mijn eigen huiswerk te maken, maar ook dat van mijn neven. Mijn neven mochten lekker buiten spelen en ze lachten me uit. Toen heb ik voor het eerst en het laatst gezegd: “Ik doe dit niet.” Mijn opa gaf mij een klap en ik dacht: oké, het is goed, dan doe ik het wel.’

Miste u uw ouders?

‘Het uitte zich in kinderlijke dingen. Een van mijn neven had chocola gekregen van zijn ouders uit Nederland en daar was ik jaloers op. Maar ik heb die jaren in Turkije heel lang gezien als een mooie periode, de natuur heeft mij troost gegeven. Pas veel later moest ik erkennen dat die tijd ontzettend veel invloed heeft gehad. Als ik kijk naar hoe ik i heb geschreven: pas toen het boek bijna af was, had ik in de gaten dat het over mezelf ging.’

Echt waar?

‘Echt waar. Ineens dacht ik: dit gaat over een meisje dat door haar moeder is gedumpt, door haar moeder is afgewezen, en wat is dan haar waarde?’

Waarom hebben uw ouders besloten in Nederland te blijven?

‘De oudste van mijn twee broers is verstandelijk gehandicapt en hij kon hier een betere verzorging krijgen dan in Turkije. Hij is in Turkije gezond geboren en als een paar weken oude baby extreem uitgedroogd als gevolg van diarree. Waarschijnlijk heeft hij daardoor een hersenbeschadiging opgelopen.’

Op uw tiende kwam u terug in Nederland, hoe was dat?

‘Eerst dacht ik: eindelijk ben ik bij mijn ouders. Maar dat heeft twee weken geduurd en daarna dacht ik: dit zijn mijn echte ouders niet, die komen me binnenkort ophalen. Het waren vreemden voor me geworden. Ik durfde niks te vragen, ik voelde geen nabijheid. Het was heel verwarrend. Je kon mij van alles aandoen, ik had het niet door.’

Zo bent u bijna in een gearrangeerd huwelijk beland met de zoon van een bevriend echtpaar.

‘Ja, mijn moeder zei altijd: “Ik ga mijn dochters nooit uithuwelijken.” Maar mijn ouders vonden de ouders van die jongen zo leuk en toen zij het aanbod deden, dachten mijn ouders: goh, ze passen wel bij elkaar, leuk voor Naz. Ik zag die jongen en durfde niet te zeggen dat ik niet van hem hield. Toen we aan elkaar beloofd waren, gingen beide ouders ineens heel modern doen, we mochten samen uit. Pas na een tijd heb ik gezegd dat ik niet wilde en mijn moeder raakte in paniek. Ze dacht: ze is zo vaak met hem weggegaan tot ’s avonds laat, daar komen roddels van, daarna kan ze nooit meer met iemand anders trouwen.’

Vlekkeloze reputatie

Op haar achttiende zat Oral in haar slaapkamer in een atlas te kijken naar de foto van een berg, toen ze in zich een kracht voelde die haar voor haar gevoel bijna uit haar lichaam joeg. ‘Ik weet niet wat er gebeurde, maar volgens mij maken meer kinderen dit mee die in zo’n hogedrukpan leven en zich niet kunnen uiten.’

Vrij snel daarna werd het haar duidelijk dat ze weg moest bij haar ouders in Hengelo. Ze durfde haar verloving te verbreken en deelde haar moeder mee dat ze naar de modeafdeling van de Kunstacademie in Arnhem ging. Haar moeder dreigde met zelfmoord en het was uiteindelijk haar vader die zei dat het goed was. Voor zover ze weet was ze het eerste Turkse meisje uit Hengelo dat op kamers ging.

Ja, ze moet toch toegeven dat de Turks-Neder­landse jongeren van nu het wel iets gemakkelijker hebben. ‘Ik durfde niet eens naar de stad en als ik er was, stond ik de hele tijd in een steegje zodat niemand me kon zien.’ Alles draaide om die vlekkeloze reputatie en dat is nog steeds belangrijk voor ongetrouwde Turkse vrouwen, maar toch hebben ze nu meer vrijheid, meent Oral – haar nicht knikt. ‘Ze gaan naar Bodrum Night of Turkey Bar,’ zegt Oral. ‘Shishacafés,’ vult de nicht aan. ‘En ze hebben vriendjes.’

Op haar 21ste verhuisde Oral naar Arnhem. Twee maanden later stierf haar vader op zijn 47ste na een beroerte. Haar moeder bleef alleen achter met jonge kinderen, terwijl sommige familieleden over oudste dochter Naz­miye fluisterden dat ze een hoer was omdat ze als ongetrouwde jonge vrouw alleen op kamers woonde. Het was een moeilijke tijd en de relatie met haar moeder zou nog lang getroebleerd blijven. Als ze bij elkaar waren, wilde haar moeder over haar vader praten, terwijl Oral niet wilde horen dat hij dood was. Oral greep zich vast aan alles wat Nederlands was, ofwel: ‘Ik heb mij heel lang op de rede gefocust en de maakbaarheid van de dingen, dat was mijn redding, mijn schop om uit Hen­gelo te komen.’

Het Turkse vond u een tijdlang warrig en emotioneel, daar moest u niets van hebben, toch?

‘Er waren geen woorden, niks kreeg ooit woorden, het was allemaal omzichtig, gefluister, manipulatief gedoe. De Nederlandse cultuur was voor mij helder. Woorden maken dingen helder.’

U bent getrouwd met een Nederlandse man, die de vader werd van uw dochters. Was dat bewust, een Nederlandse man?

‘Ik denk dat het onbewust is gegaan, maar wat wel zo was: ik viel absoluut niet op Turken. Ik denk dat ik gekwetst was, zonder dat ik het zelf doorhad. Ik was gekwetst door de Turkse cultuur die ik associeerde met: onvrij.’

U bent bij het toneel gekomen via de Engelenbak in Amsterdam en het Theater van het Oosten. U had rollen in tv-series als Baantjer en Hertenkamp, en u speelde in de film Oesters van Nam Kee. Hoe zijn er in uw werk maatschappelijke aspiraties geslopen?

‘Dat was rond de moorden op Fortuyn en Van Gogh. Ik had Adelheid leren kennen en zij kende de andere vrouwen met wie we in 2004 het Zinaplatform hebben opgericht. We hadden zoiets van: jezus, dit gaat de verkeerde kant op. We misten in alle discussies over islam en asielzoekers de schoonheid van de vreemde, dat je nieuwsgierig bent naar elkaar en niet meteen een etiket op iemand plakt: o ja, jij zult wel de vijand zijn. We dachten: en nu gaan we samenwerken om uit te vinden wie die ander is. Bestaat er wel zoiets als de ander?’

In 2006 werd u overspannen en wilde u de relatie met uw moeder goed maken.

‘Nou, het was al eerder goed gekomen met mijn moeder, toen ik mijn kinderen kreeg, want oma zijn, dat begreep ze. Maar het keerpunt kwam inderdaad toen ik na mijn scheiding overspannen werd. Ik kwam in mezelf het schisma tegen: of je bent maagd en daarna trouw je, of je bent een hoer. Ik moest de vrouw in mijzelf helen. En in die tijd, toen ik alles moest herzien, merkte ik dat ik mijn moeder miste. Ik wilde mijn moeder terug en ik wist dat ik dat moest doen door weer haar dochter te worden. Ik heb letterlijk mijn hoofd op haar schoot gelegd.’

Heeft uw moeder de Gesluierde Monologen gezien?

‘Ja, ik weet nog dat ze in de zaal zat. Na die tijd ging ze achter ons staan, ze zei tegen ons dat dit moest kunnen, dat ze het goed vond. Lief hè? Ik betrek haar heel vaak bij mijn werk, want dat is hoe ik werk. Ik kan me met niks anders bezighouden dan met zaken waardoor ik me aangetrokken voel. Voor Zina heb ik in Groningen bij een vrouw gewoond die van plan was PVV te stemmen, om de angst voor de PVV in mezelf te onderzoeken. Ik had last van onbehagen, daar wilde ik vrij van zijn. Ik dacht: heeft het met mij te maken dat de PVV opkomt, het beeld dat ik kennelijk vertegenwoordig? Maar nee, de PVV staat los van mij. Ik zag bij mijn Groningse adoptiemoeder dat het te maken had met haar persoonlijke pijn en angst. Ik ben veel van haar gaan houden.’

Snapt uw eigen moeder nu beter waar u mee bezig bent dan jaren geleden?

‘Veel dingen die we niet hebben kunnen bespreken, hebben we door mijn werk verwerkt. Zij kwam naar mij kijken en ik kon laten zien: dit is hoe ik ben. En doordat zij daarna met open armen stond, hoefde ze niet hardop tegen me te zeggen: dat je dit doet, allà, maar ik ben er nog steeds voor je.’

Uw veertien jaar jongere broertje Mehmet zei tegen me dat hij erg trots op u is.

‘Aaaah. Ik was ook zo supertrots toen ik na die voorstelling in Enschede hier in Hengelo kwam en mijn broertje en mijn neven wachtten op me. Ik dacht: ik ben nog steeds hun zus en hun nicht, wow, wat heb ik een geluk.’

Is het nog goed gekomen met uw neef die wegliep na de voorstelling?

‘Ik moet hem nog bellen, maar het komt wel goed.’

Mehmet gaat binnenkort terug naar Turkije met zijn vrouw en kinderen, hij gaat in Gemlik wonen omdat hij zich als moslim in Nederland gekwetst voelt door alle discussies over de islam. Wat vindt u daarvan?

‘Ik heb het er moeilijk mee gehad. Ik had het gevoel dat ik had gefaald als zus. Ik dacht: o, hij gaat weg uit onvrede, ik had hem moeten leren vrij te zijn, je moet je eigen koers volgen, waar je ook bent. Maar nu denk ik: zijn pad is van hem. Ik ben enthousiast voor hem, ik ben benieuwd.’ Lachend: ‘Het is in elk geval beter weer in Turkije.’

Wat is er mooi aan hier zijn, bij de familie in Hengelo?

‘Ik raak hier geïnspireerd, het is zo kleurrijk. Ik voel me hier thuis.’