Nog niet eens zo heel lang geleden werkte in Oost-Duitsland het grootste deel van de vrouwen fulltime. Tegen het einde van de jaren tachtig had de communistische DDR, die later beschouwd zou worden als een mislukt experiment, inferieur aan andere economische systemen, het hoogste percentage publiek gefinancierde kinderopvang in de wereld. Bijna alle kinderen tussen drie en zes jaar waren aangemeld. Moeders moesten snel weer aan het werk na de bevalling, was de gedachte, dus het zwangerschapsverlof was kort en de kinderopvang ruimhartig en gratis. Belangrijker: de sociale norm was dat dit goed was, de bedoeling, een weldaad voor moeder en kind.

Een paar kilometer van de Muur aan de andere kant, in West-Duitsland, overheerste een wat meer traditionele zienswijze. Er gold een langer zwangerschapsverlof, voor minder geld, er was geen publieke kinderopvang, de belastingen pakten zo uit dat werken voor moeders werd ontmoedigd. Niet de staat, maar de familie werd geacht te zorgen voor al...