Deze column is ook te beluisteren, met dank aan Blendle.

In mijn nieuwe boek Eigen welzijn eerst beschrijf ik de reis van de Nederlandse middenklasse. Een middenklasse die bruiste van optimisme in het naoorlogse vacuüm waarin de verzorgingsstaat ontstond, en na de val van de Berlijnse Muur een tweede injectie kreeg. De wereldwijde uitrol van de westerse vrijemarkteconomie zou, zo was de belofte, hand in hand gaan met een ideaal mensbeeld: de liberale mens, die zijn of haar bestaan vrij en naar eigen inzicht mocht vormgeven. Het maakte niet meer uit wie je vader of grootvader was, of je uit een familie van bakkers of bankiers kwam, wat je geloof, klasse, geslacht, seksuele oriëntatie of kleur was. Je afkomst zou niet langer je toekomst bepalen. Ieder kind een gelijke kans.

Het is een ideologie waaraan ook ik mijn huidige bestaan te danken heb; de reden dat ik me heb kunnen ontwikkelen en opwerken, en het wapen waarmee ik belemmeringen onderweg kon aankaarten. In die zin is wat...