Buiten op het plein bij De Rietwijker in Amsterdam-Noord staan grote donkergrijze bakken met ontluikende plantjes. ‘Kijk maar wat er op de rand staat,’ grijnst Massih Hutak. Bietjes. Wortel. Postelein. Hij zegt: ‘Zo verbinden ze met de buurt, met een volkstuintjesproject.’ ‘Ze’, dat zijn de jonge kunstenaars die atelier houden in De Rietwijker, sinds dat geen buurthuis meer is maar een ‘broedplaats’. Die herbestemming, een jaar of vijf geleden, was volgens schrijver, musicus en dichter Hutak een duidelijk teken aan de wand dat het vechten zou worden om de ruimte in Amsterdam-Noord.
Hutak is xxxxxxx xxxxxxxxxx ook xxxxxxxxx xx voorman van xxxxxxxx xxxxxx xxx groep ‘Noorderlingen’ xxx hun xxxxxxxxx wil beschermen xxxxx overname door, kortweg, het grote geld. xxxx dat xxx xxxxx kunstenaars het grote geld vertegenwoordigen, xxxx xxx xxxx ook maar op xxxx naar betaalbare xxxxxxxxxxxxxx xxxx ze nemen xxx xxxxxxx xxxxxxxxxxxxxx ruimte xxxx xxx xxxxx Noorderlingen’. ‘Dat xx op zichzelf xxxx erg,’ xxxx xxxxxx xxxxx xxx xx ergens nieuw komt, xxxx xx xx xxx xxxxxxxxx xxx xxx xx xx xxxx xxx xxxxxxx xxxxxx
Help ons de grenzen van de vrijheid bewaken.