Bij de Nederlandse verkiezingen heeft ongeveer de helft van de bevolking een proteststem uitgebracht en we komen steeds meer terecht in polarisatie, in ‘wij tegen zij’, zoals in de VS of Polen. Wij hebben meer partijen (er deden er 26 mee, vijftien daarvan zijn in de Tweede Kamer gekomen) en denken daarom dat het hier zo’n vaart niet zal lopen. Maar ook bij ons maakt vijanddenken dat er nauwelijks nog iets opgelost kan worden. Wat is er eigenlijk aan de hand? En hebben we nog iets aan de termen ‘links’ en ‘rechts’ om te duiden wat de kiezer wil?

Wij pleiten voor iets beters: het waardenmodel van de zes psychologische voorkeuren die gaan over wat mensen waardevol of belangrijk vinden. Daarmee kun je stemgedrag beter verklaren en meningsverschillen overbruggen. Als je iedereen in z’n waarde laat, kun je tot samenwerking komen.

Behoeften

Psycholoog Graves ontdekte vorige eeuw dat mensen hun waarden aanpassen aan hun leefomstandigheden. In een dorp is het bijvoorbeeld...