Sinds de Franse Revolutie hebben politiek links en rechts elkaar altijd wederzijds uitgesloten. Toen na de bestorming van de Bastille en de opstanden die daarop volgden de Assemblée Nationale bij elkaar werd geroepen, was die verdeeld in twee kampen: een groep die voor de revolutie was en zich links van de voorzitter bevond, en een groep felle tegenstanders die rechts van de voorzitter zaten. De linkerkant was utopisch, idealistisch, democratisch; de rechterkant was voor het in stand houden van het ancien régime, voor de traditionele hiërarchieën, voor behoud van de status quo.

Tweehonderd jaar lang hebben de concepten ‘links’ en ‘rechts’ een fundamentele politieke scheidslijn bepaald, hebben ze samenlevingen verdeeld en verschillende mogelijke toekomsten uitgedacht. Links en rechts hebben elkaar altijd wederzijds uitgesloten, tot hier vanaf de jaren tachtig een einde aan kwam. Met het aan de macht komen van Reagan en Thatcher werd een neoliberaal project opgezet dat...