Hilgo Bruining werkte als arts-assistent psychiatrie toen hij een jaar of tien geleden door de gemeente werd opgeroepen als deskundige. Een gezin dreigde uit hun rijtjeshuis te worden gezet omdat het jonge zoontje, patiënt bij Bruining, de buren tot waanzin dreef. De jongen zat uren op zijn kamer op de vloer te kloppen. De buren werden er gek van. Zo zeer dat ze een ruit in gooiden en de auto van de familie vernielden.

‘Ik kon alleen maar aanvoeren dat hij fors autisme “had”. Het voelde onmachtig om niet te kunnen verklaren waarom dit gedrag bestond en hem geen perspectief op behandeling en begeleiding te kunnen bieden.’

Bruining was net overgestapt van de kindergeneeskunde naar de kinderpsychiatrie. ‘Ik was gewend aan de secure aanpak in de oncologie en het verbaasde me hoe in de psychiatrie zonder enige objectieve meting een complex verhaal van kind en ouders werd platgeslagen met een nietszeggende diagnose als autisme of ADD, alsof dat het gedrag verklaart. Ik kon...