Een paar zinnen uit het interview met Jaap van Dissel van het RIVM, vorige week in NRC, voelen nog steeds als een kiezeltje in de schoen. Een paar dagen eerder had het kabinet bekend gemaakt dat mondkapjes verplicht worden gesteld in het openbaar vervoer – in navolging van talloze landen over de hele wereld.

Maar nog altijd probeerde Van Dissel, de man die als voorzitter van het Outbreak Management Team en belangrijkste adviseur van het kabinet tijdens de coronacrisis maandenlang grootschalige inzet van mondkapjes had afgehouden met het argument dat er geen ‘sluitend bewijs’ voor de effectiviteit zou zijn en dat ze ‘schijnveiligheid’ zouden bieden, zijn kleine gelijkje te halen.

Op de vraag van Pim van den Dool en Jeroen Wester waarom hij zich eigenlijk zo lang tegen het gebruik van mondkapjes had verzet, want baat het niet dat schaadt het niet, beet hij terug: ‘We hebben een anderhalve metersamenleving. Dan heeft een mondkapje geen meerwaarde. Nou jij weer.’

Waarmee...