Reportage
‘Indonesische machthebbers erfden het racisme van de Nederlanders’

Hannah Zwaluw trekt als toerist door West-Papoea, het vroegere Nederlands-Nieuw-Guinea. Als journalist zou ze er niet binnenkomen. Op haar laatste dag in Jayapura spreekt ze minister-president Edison Waromi van de ondergrondse regering. ‘Als Indonesië alleen maar goede bedoelingen heeft, waarom laten ze dan niemand toe? Wat hebben ze te verbergen?’ 

Tekst en beeldHannah Zwaluw

10 minuten leestijd

Victor Yeimo haalt me op met zijn fourwheeldrive met geblindeerde ramen. Stapvoets rijden we door Jayapura, zonder dat iemand de leider van de grootste verzetsbeweging van West-Papoea (de KNPB) kan zien. Andersom hebben wij vrij uitzicht op de straten, de auto’s en scooters, de winkeltjes en stalletjes, de kraampjes waar Papoea’s bedwelmende betelnoten verkopen. Traag trekken de taferelen van de snikhete stad voorbij, in de auto heerst de koelte van de airco. Cruisend in deze cocon door de straten van Jayapura, door niemand gezien en door niemand gehoord, is de ingehouden woede van de voorman van de KNPB bijna tastbaar. ‘Dit is mijn land’, zegt Yeimo, met de nadruk op het woord land en zijn handen geklemd om het stuur. ‘Dit is mijn land.’

Macht
Gerelateerd