In de imposante wolkenkrabber van het Parijse Paleis van Justitie, die sinds enkele jaren de skyline domineert, echoot nog steeds de ferme tred van Marine Le Pen. Terwijl de rechter afgelopen maandag de veroordeling van haar en haar partijgenoten voorlas, stormde Le Pen met klakkende hakken weg, haar gelaat in een mengeling van woede en ongeloof. De drievoudige presidentskandidaat en boegbeeld van het extreemrechtse Rassemblement National (RN) werd maandag schuldig bevonden aan ‘verduistering van overheidsgelden’ – een delict waarvoor in Frankrijk maximaal tien jaar gevangenisstraf staat.
Een sombere climax voor Le Pen. Met vier jaar gevangenisstraf (waarvan twee jaar voorwaardelijk), een boete van 100.000 euro en – het meest ingrijpende – vijf jaar onverkiesbaarheid met onmiddellijke ingang, ziet zij haar presidentiële ambities voor 2027 in rook ziet opgaan.

Analyse
Het proces Le Pen: rechterlijke coup of rechtsstaat in actie?
De veroordeling van Marine Le Pen markeert een kritiek moment in de Franse en misschien wel in de Europese politiek. Enerzijds bevestigt het de fundamentele werking van de rechtsstaat, waar niemand – zelfs niet de meest populaire politicus – boven de wet staat. Anderzijds voedt het de narratieven van systeemwantrouwen die populistische bewegingen in heel Europa al jarenlang cultiveren.