Don Alvaro werd 71 jaar geleden geboren op een koffieplantage in de Eje Cafetero, de koffieregio tussen de Colombiaanse steden Cali, Medellin en Bogota. Groene heuvels, ingeklemd tussen de Cordilleras, de ruggengraten van het Andesgebergte. Heet of koud wordt het hier nooit en het wolkendek is een vast gegeven: het regent hier vaker wel dan niet.

Een fijne biotoop voor de koffiestruiken die dik twee eeuwen geleden de Amerika’s binnenkwamen, volgens de overlevering in het kielzog van Hollandse Jezuïeten.

Don Alvaro knijpt zijn ogen toe en denkt een jaar of zestig terug. ‘Mijn vader teelde koffiebessen. Die plukten we en de bonen verkochten we. Mijn vader dronk geen koffie. Niemand dronk koffie. We dronken lekker chocola.’

Don Alvaro verliet de koffieplantage, werd chemicus, trouwde een Amerikaanse vrouw en kreeg Amerikaanse kinderen. Ergens eind vorige eeuw kocht hij toch weer een koffieplantage in Circasia, Colombia, voor de vakanties en na zijn pensioen. Zes jaar geleden...