Osama Nassar (44) hapt naar adem als hem wordt gevraagd waarom hij besloot de uitnodiging aan te nemen en getuigenis af te leggen over zijn vriend en collega-journalist Nabil Al-Sharbaji, die in de kerkers van de Syrische president werd gemarteld tot de dood erop volgde. In de zaal naast de koffieruimte gaat het zogeheten Volkstribunaal over vermoorde journalisten door.

Nassar maakt tijd voor een interview. ‘Ik heb geschreven over al mijn vrienden die werden gearresteerd en die verdwenen, behalve over Nabil,’ zegt hij. ‘Hij voelt als mijn kind, ik ben niet sterk genoeg over hem te schrijven alsof hij er niet meer is. Maar mijn psychiater zei dat het goed zijn hier te spreken omdat het me misschien helpt de realiteit te accepteren. Ik zit vast in ontkenning, zegt hij.’

Die ochtend heeft Nassar getuigd. Hij en Nabil kenden elkaar sinds hun kindertijd, die ze doorbrachten in dezelfde buurt in Darayya, een voorstad van de Syrische hoofdstad Damascus. Nabil studeerde...